spectrum 4 Een familie roodborsttapuiten Met de tram van Hoek naar Philippine V Zaterdag 8 mei 2010 Afgelopen dinsdag was het zonnig weer, maar de wind gooide roet 'in het eten. We waren 's morgens op pad gegaan om rietvogels te tel len in een proefvlak in het Verdronken Land van Saeftinghe. We waren al vroeg vertrok ken, niet wetend dat met het aanbreken van de dag de noordenwind steeds feller zou gaan waaien. Maar toen we in Saeftinghe aankwamen wisten we het eigenlijk al: met zoveel wind zouden de rietvogels niet zingen en dus ook niet geteld kunnen worden. Los nog van het feit dat je de vogels die zich eventueel wel laten horen nauwelijks kunt lokaliseren. Nu we de lange reis toch eenmaal gemaakt hadden, beslo ten we om wat andere dingen in de buurt ter hand te ne men. Van die klusjes die je al lang had willen doen maar die er nooit van komen. Daarbij reden we van hot naar her door het Zeeuws- Vlaamse polderland. Een open landschap waar je als arge loze passant niet direct bijzondere natuurwaarden ver wacht. Toch is Zeeuws-Vlaanderen voor natuurliefheb bers zeker datgene wat de toeristische folders beloven: 'een landje apart'. Vrijwel nergens in Nederland vind je zoveel steenuilen en akkervogels als patrijs en veldleeuwerik doen het hier nog relatief goed. En geen plek waar zoveel roodborsttapuiten zitten als in deze regio. Roodborsttapuiten kwamen we al snel tegen op onze tocht door de polders. We zagen het ene paartje na het an dere; niet in de laatste plaats omdat onze junior-medewer ker Elias in een straal van ongeveer vijf kilometer rond zijn woonplaats ieder paartje wist te zitten. „Hier moet er weer één zitten," zei hij en prompt zagen we op een wei paaltje aan de andere kant van de sloot een felgekleurd mannetje roodborsttapuit zitten. Zo in zo'n houding van 'waag het niet om in mijn territorium door te dringen'. Niet lang daarna zagen we ook het wat soberder gekleur de vrouwtje. Ze had de bek vol met insecten en dat wees erop dat ze met voer op pad was naar de jongen. Even waren we beide vogels kwijt maar al snel zagen we Roodborsttapuit in de vlucht ze weer in het met paardenbloemen overgoten weiland naast ons. De vogels hadden zichtbaar moeite met de wind, maar anderzijds maakten ze er ook op een slimme manier gebruik van. Met de kop in de wind hingen, ze stil boven het gras om af en toe in een snelle duikvlucht een insectje te bemachtigen. Ongeveer op de manier zoals een biddende torenvalk boven de velden hangt om muizen te vangen. We bleven een paar minuten kijken hoe de roodborstta puiten hun jacht in de wind voortzetten. Zo te zien was hun succes bij de vangst behoorlijk groot, want regelma tig verdwenen de vogels met volle bek naar een plekje er gens diep weggedoken in de slootkant. Ongetwijfeld lag daar het nest, maar zoiets moet je gewoon niet willen we ten. Het viel op hoe de vogels wat geagiteerder naar onze auto begonnen te kijken en dan zit er natuurlijk maar één ding op: opkrassen en wegwezen. Maar dat deden we pas na dat de camera deze bijzondere ontmoeting uitgebreid ge registreerd had. 'Wat moeten jullie hier?' foto Chiel jacobusse 'Prompt zagen we op een weipaaltje een felgekleurd mannetje zitten'. eel oudere mensen herinneren het zich nog wel: een reisje met de tram. Het openbaarvervoer van de eerste helft van de 19e eeuw. Op veel plaat sen in Zeeland reden vroeger trams, maar daar is nu in het landschap niet veel meer van te merken. Wie echter goed zoekt vindt nog een heleboel spo ren. Samen met Denis van der Zalm en Maurice Kindt, vrijwilligers die zich met Stichting Landschapsbeheer inzetten voor cultuurhistorie, waag ik bij Hoek een poging. Na even speuren herkennen we een lijnvormige baan in het landschap. Dit moet de oude spoorbaan zijn. Het ligt wat achteraf en verscholen, maar is nog goed te herkennen. Hier reed de tram van Têrneuzen naar Philippine weet Maurice. De bielzen en rails liggen er niet meer. Denis wijst op een vijfhoekig oud paaltje, dat nog van de Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg-Maatschappij is. La- ter werd dat de busmaatschappij. Het tracé is hier en daar flink begroeid, maar -jj= na wat speuren blijken er meer van dit soort paaltjes te staan. CD We lopen naar het zuiden en passeren dijkhuisjes, bos en water. Deze kreek - maakte vroeger deel uit van de Braakmangeulvertelt Maurice. Hier lag het ha ventje van Mauritsfort en vertrok het veer naar Philippine. Ineens houdt de spoorbaan op. Zo'n 60 meter verder pikken we de draad weer op. We passeren een dijkcoupure met een mooi opgeknapt schotbalkenhuisje. Omdat de spoor baan hoger ligt hebben we een mooi uitzicht op de omgeving. Boerenerven vor men groene eilandjes in het open landschap. We zien de bomenrijen langs het Philippinekanaal en in de verte de silhouetten van Hoek en Sluiskil. Philippine is nu vlakbij. Wat zou het leuk zijn als deze oude tracés weer hersteld werden en verworden tot wandelpaden, zodat veel meer mensen ervan kunnen genieten. Op sommige plaatsen is het tracé nog goed zichtbaar. foto Maurice Kindt

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 94