spectrum
state
examens
Zaterdag 8 mei 2010
De mensen van Cito bepalen niet wat de
norm tussen voldoende en onvoldoende is
bij een examen. Dat doet het College voor
Examens (CvE) uit naam van de minister
van Onderwijs. „Het CvE geeft ons op
dracht, wij komen met voorstellen en ad
viezen. Zodra ons team vindt dat een exa
men 'af is, legt het dat voor aan het CvE.
Soms gaat het concept een paar keer heen
en weer. Als het CvE tevreden is, zet het
zijn handtekening er onder. Er gaat twee
jaar overheen voordat een examen klaar
is."
Toch kun je je voorstellen dat na verloop
van jaren het niveau van zo'n eindexamen
sluipenderwijs daalt of stijgt. Hoe voor
kom je dat?
Van de Kerkhof: „We hebben natuurlijk
tradities in het land. Het is niet wenselijk
dat 45 procent zakt. Als iedereen slaagt, is
het ook niet goed. Om te testen of we nog
op het goede spoor zitten, houden we re
gelmatig onderzoekjes op scholen. Proef
personen krijgen, zonder het te weten,
toetsen te maken, waarin we oude én nieu
we examenopgaven combineren. De resul
taten gebruiken we om te zien of een exa
men moeilijker of makkelijker is dan een
ander examen. Ook kunnen we onderzoe
ken of kandidaten vaardiger zijn gewor
den."
Voor elk vak en schooltype wordt tijdens
de examens zelf nog eens de exacte hoogte
van de lat bepaald. „Elke school in Neder
land stuurt de resultaten van een aantal
leerlingen op naar Cito. De resultaten daar
van analyseren we en bespreken we met
het CvE, dat de norm vaststelt. De dag er
na sturen we de scholen tabellen aan de
hand waarvan ze de exacte cijfers kunnen
vaststellen. Ook hier geldt dat het CvE be
slist en Cito adviseert."
Kritiek van buiten kan invloed hebben op
de normering. „Als we een klacht van scho
lierenorganisatie Laks of van een docent
terecht achten, kan een opgave worden ge
schrapt of de norm worden aangepast."
De snelle veranderingen in de maatschap
pij maken het de toetsfabriek niet gemak
kelijk. „Jongeren lezen anders, minder ge
concentreerd. Het intensieve lezen van bij
voorbeeld een boek heeft plaatsgemaakt
voor snel en zoekend door teksten heen
gaan. Daar moet je rekening mee houden
bij de vraagstelling."
Van de Kerkhof wil de huidige examenge
neratie daarmee geenszins tekort doen.
„Het idee leeft dat de taalvaardigheid ge
middeld wat terugloopt. De woordenschat
neemt af Maar er komt ook iets voor te
rug: de jeugd communiceert intensiever
dan eerdere generaties, dankzij sms en
twitter. Begrijpend lezen is bij Nederlands
momenteel niet het grootste probleem, de
zorgen liggen vooral bij het schrijven.
Schrijfvaardigheid zit nu niet in het cen
traal examen, maar het zou binnen enkele
jaren wel weer eens kunnen opduiken.
We denken dan aan het laten schrijven
van een betoog."
Sinds de invoering van de tweede fase in
het voortgezet onderwijs klinkt de kritiek
dat schoolvakken zijn uitgehold. „In een
enkel geval gaat een vak misschien wat
minder diep. Maar er worden nu méér vak
ken gegeven. Er is gekozen voor de breed
te en voor meer toepassings- en onder
zoeksvaardigheden. Dan kan dat voor een
vak wel eens iets anders uitpakken."
Allemaal goed en wel, maar kunnen die
examenmakers nou niet eens iets doen
aan de stress en de zenuwen die elk jaar
weer kandidaten de kop kosten?
Van de Kerkhof glimlacht: „We zijn na
tuurlijk geen artsen of therapeuten. Maar
we streven er bijvoorbeeld naar niet met
de moeilijkste vraag te beginnen. Dat
sterkt het zelfvertrouwen. Ook proberen
we waar dat kan de opgaven er qua vorm
geving leuk uit te laten zien. Maar echt hu
mor of ironie? Daar zijn we heel voorzich
tig mee, want dat wordt niet goed opge
pikt in zo'n examen. Het gaat om zakken
of slagen en dat is nu eenmaal een bloedse
rieuze zaak."
Waarom niet de examens over het hele
laatste schooljaar gespreid? „Zou in de toe
komst best kunnen. Er loopt een proef op
tien scholen met een januari-examen. De
deelnemende scholen zijn best enthou
siast, maar er zitten ook haken en ogen
aan. Als je eerder gaat examineren, moet je
ook eerder de lesstof hebben afgewerkt.
Maar ach, het ritueel van zo'n eindexamen-
tijd met zijn spanning en feesten en uitge
stoken vlaggen blijft toch ook bijzonder
aardig. Niet dan?"
reageren?
spectrum@wegener.nl
Centrale examens 2010
k- Dit jaar leggen 204.100 leerlingen van vmbo,
havo en vwo samen 489 examens af: 108.200
vmbo'ers, 57.000 havisten en 38.900 vwo'ers.
Het College voor Examens (CvE) bepaalt
voor de minister van Onderwijs de lengte en
de inhoud die de landelijke examens moeten
hebben.
Het CvE geeft de opdracht aan het instituut
Cito in Arnhem, inclusief lengte van het exa
men, aantal opgaven, soort opgaven en toege
stane hulpmiddelen.
Cito ontwikkelt de examenopgaven in een
team van drie vakdocenten die zelf les geven
aan examenleerlingen en gedeeltelijk zijn vrij
gesteld voor het maken van examens. Ze
staan onder begeleiding van een Cito-deskun-
dige.
Het team doet voorstellen aan het CvE ,dat
examens goed- of afkeurt. Tussen het beden
ken van de eerste opgaven en het feitelijke
examen zit twee jaar.
k- Het eerste jaar is bestemd voor het ontwikke
len en vaststellen van opgaven. In het tweede
jaar worden de examens verder klaargemaakt,
gedrukt en verspreid onder scholen.
Aan de hand van de eerste examens, vijf per
school, stelt het CvE elk jaar de normen vast.
Cito adviseert daarbij.
Deze normering is bepalend voor de vraag
hoe de scholen de scores moeten omzetten
in cijfers.
Er komen elk jaar meer computerexamens
met beeld- en geluidsvragen.
Ongeveer 450 docenten en 180 mensen van
Cito werken mee aan de samenstelling van
de centrale examens.