nog na
Ode aan de veerkracht
'Complottheorieën zinloos'
'Toneelstuk over de ramp'
'Durf te beslissen'
II
'Sommige mensen zijn na de ramp het leven
meer gaan waarderen'
De expositie Veerkracht - echo
van een ramp in museum
TwentseWelle plaatst de vuur
werkramp in perspectief
zaterdag 8 mei 2010
Jan Mans
foto Frans Nikkels
hoogleraar psychiatrie Berthold Cersons
door Corine van Zuthem
De wijsvinger van Bennasser Essi
(39) rust op het rode dak van
een rijtjeswoning in de Nieuw-
luststraat. „Kijk, hier woonde ik.
Een fijn huis, in een rustig straatje."
De wand met foto's van Roombeek van
vóór 13 mei 2000 roept gemengde gevoe
lens op bij de Enschedeër, die zijn huis tij
dens de vuurwerkramp kwijtraakte. Hij
ziet de expositie in TwentseWelle voor het
eerst. In de ruimte waar beelden van de
ramp getoond worden, krijgt hij het even te
kwaad. „Dit is moeilijk hoor, alles komt
weer naar boven. De herinneringen gaan
nooit meer weg, maar hoe meer ik over de
ramp praat, hoe rustiger het in me wordt."
Bennasser Essi is één van de twaalf Ensche-
dese slachtoffers die op de expositie gepor
tretteerd worden in een serie korte films.
De gefilmde portretten vervullen een cen
trale rol op de tentoonstelling. Daarnaast
krijgen objecten die slachtoffers uit de puin
hopen hebben gered een ereplaats. Essi gaf
een zilverkleurig theekannetje in bruikleen.
„Ik had graag de foto van mijn opa nog ge
had, die bij ons op de schoorsteen stond.
Maar alles is vernietigd."
Essi was op die fatale dag in de stad. Na de
eerste klap belde hij zijn ouders en som
meerde ze binnen te blijven. „Gelukkig heb
ben ze mijn raad niet opgevolgd, anders wa
ren ze er nu niet meer geweest." Toen hij
bij het huis kwam, bleek dat verwoest te
zijn. „Ik heb geschreeuwd, omdat ik dacht
dat mijn ouders onder het puin lagen. Maar
ik kreeg geen antwoord." Pas 's avonds kon
hij zijn vader en moeder weer in de armen
sluiten. „Toen heb ik gehuild als een kind."
Ook andere slachtoffers tonen op de exposi
tie een object dat hen dierbaar is. Zoals een
vogeldrinkbakje. Een cd-hoesje met de toe
passelijk titel Empty Rooms. Voorwerpen
die uit Enschede komen, maar óók uit Italië
en Engeland. Want de expositie gaat ook
over de aardbeving in Foligno (1997) en de
overstromingen in Boscastle (2004). Project
leider Erik van der Velde: „Wat we interes
sant vonden, was de vraag hoe het nu is
met de mensen die huis en haard kwijtraak
ten. En: verwerken mensen in Enschede
een ramp anders dan slachtoffers elders?"
De veerkracht van mensen na een ramp
blijkt universeel, maar er zijn verschillen.
Terwijl een Enschedeër de in het rampge
bied teruggevonden houten stok koestert
waarmee hij altijd met zijn hond speelde,
zegt een slachtoffer van de aardbeving in
Italië dat hij niet hecht aan voorwerpen.
„Wij zijn een bergvolk, wij zijn tevreden
met een dak boven ons hoofd."
„Veerkracht tonen", zegt hoogleraar psy
chiatrie Berthold Gersons, „wil niet zeggen
dat je niet meer lijdt. Sommige mensen
gaan aan het leven lijden. Bij anderen zie je
dat ze het leven meer waarderen en aan
dacht besteden aan hun relaties." Wat dui
delijk wordt is dat mensen voorgoed veran
deren. Van der Velde realiseerde zich dat
zijn expositie met voorzichtigheid samenge
steld moest worden. „Voor bezoekers die
geëmotioneerd raken, is er opvang."
£5 Expositie Veerkracht, museum TwentseWelle,
Enschede, open: di t/m zo 11.00 tot 17.00 uur.
Jan Calis, voormalig secretaris van de Belan
genvereniging Slachtoffers Enschede. Zijn huis
werd verwoest.
„Ik ben wel minder op mezelf geworden na
die tijd, ook doordat ik in het bestuur van
de Belangenvereniging Slachtoffers Ensche
de kwam. Eigenlijk met het idee dat ik de
ramp voor mezelf klein wilde houden: zo
gauw mogelijk weer verder en daar ook aan
bijdragen voor anderen. Die spandoeken in
de wijk, waarop staat dat de waarheid bo
ven tafel moet komen, ik erger me daaraan.
Natuurlijk had ik ook liever complete ophel
dering gehad, maar het is niet reëel dat nog
te verwachten. De waarheid is niet hele
maal verborgen, heel veel is wel bekend, al
leen weten we niet precies hoe die brand is
ontstaan. Daar moet je mee leven, met com
plottheorieën houd je voor mensen de on
rust alleen maar levend."
Ton Davids, huisarts in het rampgebied.
„Ik heb zelf ook een flinke kater aan de
vuurwerkramp overgehouden. Maar dat
was pas veel later. Twee .jaar na de ramp zat
ik dicht in de buurt van een soort
burn-out. Ik zag gewoon de lol van mijn
werk niet meer. Dat had ook te maken met
de stroomversnelling waar je na de ramp in
terecht komt. Je voelt je verantwoordelijk
om overal iets van te vinden. Hoe ik d'r uit
ben gekomen? Door op zoek te gaan naar
de echte waarden van het leven en weer po
sitief te gaan leven. In die periode schreef ik
ook een toneelstuk over de ramp, 'Bescha
digd'. Het stuk is nooit opgevoerd en ook
niet uitgegeven. Het is geen somber verhaal
geworden, dat lukt me nou eenmaal niet.
Maar ik had dat echt nodig."
Jan Mans, was burgemeester.
„Het is een cesuur in ons leven. We hebben
een leven vóór de ramp en we hebben een
leven na de ramp, zo voelen ik en mijn
vrouw dat beiden tot op de dag van van
daag. Ik word nog steeds gevraagd om
spreekbeurten te houden over de rol van lo
kale overheden bij grote calamiteiten. Het
brengt me overal. Tot in Teheran aan
toe. Crisismanagement is vooral crisiscom
municatie, richting slachtoffers en richting
media. En doe dat vooral met de eigen om
geving, je eigen achterban."
„Je kunt vooraf een aantal zaken oefenen.
Dat je met de staf in een crisiscentrum bij
eenkomt, dat er hekwerken moeten wor
den geplaatst. Maar je vaart toch vooral op
je eigen intuïtie. Bij een ramp moet je
steeds in een split second beslissen. Dat
moet je dan ook doen, beslissingen nemen.
Liever een verkeerde beslissing dan geen be
slissing."