'Er kan heel veel bij ons, maar er zijn grenzen' II Van bevers tot plusscouts vandaag uitgelicht 'Scouting is een ijzersterk merkmaar weinig mensen weten precies vnjdag7me,2oio wat wij doen.' Willenden Meershoek, directeur Scouting Nederland 'Als iemand over de schreef gaat, vliegt-ie eruit en komt er nooit meer in' Swingende senior en knopen leggen daar in het verleden wel te weinig in geïnvesteerd." De visie van scouting op de jeugd sluit volgens Meershoek en Boers- ma naadloos aan bij het beleid van het huidige kabinet, dat van de jeugd een politiek speerpunt heeft gemaakt. „Dit kabinet predikt normen en waarden. Daar moest je in de jaren tachtig niet mee aankomen. Wat dat betreft hebben we de wind nu mee," zegt Meershoek. „En het be drijfsleven waardeert het erg als op je cv staat dat je als vrijwilliger bij scouting hebt gewerkt. Als je als jongere in staat bent om iets voor honderden of duizenden kin deren te organiseren en in goede banen te leiden, kun je dat als vol wassen werknemer ook." Boersma: „Je mag het nu weer ge woon hebben over zaken als bur gerschap, verantwoordelijkheid, zorgen voor elkaar, de natuur en ook leiderschap. Allemaal zaken waar scouting een bijdrage aan le vert. Kinderen leren dit bij ons al spelenderwijs." Volgens Meershoek zit er een dui delijke opbouw in het spelpro- gramma dat scouting de kinderen aanbiedt. „Dat is internationaal zo, de missie is eigenlijk niet veran derd. Maar we passen ons con stant aan aan de tijd. Nu hebben we computers, gps en ook een an der taalgebruik, daar gaan wij in mee. De korte broekjes en petjes van weleer zijn anno 2010 gewoon vlotte outdoorkleding, de 'scout- fit'. Daarnaast koesteren we ook nog tradities." In de jaren zeventig daalde het le dental. Men kampte met een ima goprobleem. Scouting was wel erg braaf. Misschien helpt het dat 'braaf anno 2010 weer een positie ve bijklank heeft. Volgens Boersma leren scouts al spelenderwijs hun grenzen te ver leggen. „Laat ze maar gaan koken op een houtvuur, ook al hebben ze dat nog nooit gedaan. De eerste keer zal er wel zand in het eten zit ten, maar daarna nooit meer." Scouting Nederland beseft dat ouders verwachten dat hun kind in een fysiek en sociaal veilige om geving terechtkomt. Een gevoelig onderwerp nu de Rooms-Katholie- ke Kerk geteisterd wordt door schandalen rond seksueel mis bruik. Scouting Nederland benadrukt dat er op dat gebied strenge protocol len gelden. Ook krijgt de leiding speciale training op dit vlak. „Wij zijn de enige vereniging in Nederland die van alle vrijwilli gers een verklaring omtrent ge drag eist. En als iemand over de schreef gaat, vliegt-ie eruit en komt er nooit meer in", verzekert Meershoek. Volgens Boersma ge beurt -het 'een, twee keer per jaar' dat Scouting Nederland in moet grijpen wegens wangedrag van de leiding. Maar dat kan dan ook gaan over een frauduleuze pen ningmeester of eeri leider die meerdere keren te diep in het glaasje heeft gekeken. De laatste jaren is het aantal scouts vrij stabiel, en de helft van de afde lingen kent een wachtlijst omdat er ook genoeg goed opgeleide lei ding beschikbaar moet zijn. Het stemt Meershoek en Boersma optimistisch. „Over honderd jaar is er absoluut weer een feest", weet Meershoek. Hoe eigentijds is Scouting Neder land in 2010? Het ziet er nét anders uit. En de party mag er zijn. Bekijk: www.pzc.nl Locale scoutinggroepen werken binnen de regels van Scouting Neder land, maar zijn heel zelfstandig bij het kiezen van de activiteiten. Wel is er een leeftijdsindeling. Kinderen van 5 tot 7 heten bevers. Van 7 tot 11 jaar kunnen ze kiezen uit de spelvormen esta's, welpen, dolfijnen en kabouters. Vanaf 1 september heten zij allemaal welpen. Tussen 11 en 15 heet iedereen gewoon scout. Van 14 tot 17 jaar kunnen ze naar de'explorers. Voor wie dan bij scouting wil blijven, bestaan er nog de jongerentak (18-21 jaar) en de plusscouts (ouder dan 23). De jon- gerentak heet per 1 september roverscouts. Ook zijn er 250 waterscoutinggroepen waar 10.000 kinderen actief zijn. De kleinste tak met 15 afdelingen vormen de luchtscouts. Zij houden zich onder andere bezig met modelbouw en zweefvliegen. Twee scouts van Scouting Made hijsen onder de stralende lentezon een denkbeeldige vlag: het be gin van de wekelijkse zaterdagmid dagopkomst. Er is een nieuw club gebouw in aanbouw en tot de ope ning daarvan is er nog geen vlag genmast. Het mag de pret niet drukken. Na een plechtig ogend sa luut en het uitspreken van een al even. plechtige scoutingeed mogen de achttien kinderen (waaronder vier meisjes) zich even uitleven met een spelletje trefbal. „Dan kunnen ze even hun energie kwijt en zijn ze de rest van de mid dag wat beter in het gareel te hou den," lacht Merel (18), een van de vier begeleiders van deze middag. „We beginnen altijd op deze ma nier. Ook om het gevoel van 'we horen bij elkaar' te versterken." Monique (30): „Aan de ene kant ben je als plaatselijke groep heel vrij in wat je doet, is het heel speels, maar aan de andere kant is er zeker nog plaats voor tradities en discipline. Dat maakt scouting zo uniek." Als de leiding zegt: ga in carré staan, dan weten de kinderen dat er iets uitgelegd gaat worden. De vier patrouilles van de groep stel len zich op en horen dat ze van middag naar de kinderboerderij in Oosterhout gaan, op de fiets, 9 ki lometer verderop. Voor de lol, om te leren maar ook om zich nuttig te maken. Kortom, precies waar het bij scouting om draait. Scouts variëren in leeftijd van 10 tot en met 14 jaar en de Madese groep is relatief jong. „Er zitten wel een paar echte pubers bij en daarom is discipline belangrijk, ze ker vanwege hun omgang met de jongere kinderen. Er kan heel veel bij óns, maar er zijn grenzen" legt Monique uit. Met haar paarse dreadlocks voldoet ze bepaald niet aan het cliché van de toch wat brave scouts. „We mo gen bijna alles zelf invullen, dat vind ik het leuke aan scouting. Bij de thema's die we kiezen en de zo merkampen kun je volledig je gang gaan, dat is te gek! Maar bij het pionieren - bouwen met hout en touwen - zijn er uiteraard wél weer voorschriften." Het uitstapje van deze middag past prima in de 'scouts hebben respect voor de natuur'-filosofie. „En we gaan binnenkort ook eie ren markeren op het land van een boer", zegt Monique. „Zodat ze' niet worden kapotgemaaid." Op de kinderboerderij krijgen de scouts uitleg en mogen ze een handje helpen met het voeren van de dieren. De leiding houdt de groep goed in de gaten. „Komen jullie er ook even bij!", roept Merel als een druk kletsend duo zich bij de uitleg over de kippen even af dreigt te scheiden. In de 'ranjapauze' blijkt dat de scouts inderdaad gedisciplineerd zijn: zonder morren gaan ze in de rij staan tot ze aan de beurt zijn om van Monique een bekertje te ontvangen. „En de lege bekertjes stapelen we op!", roept Merel. Het gebeurt in stilte. Het eind van de excursie is tevens het hoogtepunt: het in kruiwagens scheppen van schapenkeutels. Vooral de jongens storten zich op de harken en schoppen. „Een dropje Merel?!", klinkt het. „Graag", antwoordt ze. „Dat had je beter niet kunnen zeg gen", lacht Monique. Terug op de 'basis' in Made wordt de denkbeeldige vlag weer gestre ken. Nog even en de nieuwbouw kan in gebruik worden genomen, net als de echte vlaggenmast. Monique: „Afgelopen winter was het echt afzien. De tochtige oude keet waar we nu nog inzitten was ijskoud, de kachel ging ook nog ka pot, en veel te klein. Ook dat is scouting: roeien met de riemen die je hebt. Goed voor de sfeer."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 11