spectrum 16
1
In het vroeg zonlicht kleuren de lakrode pootjes onwaarschijnlijk fel
Een diek, een diek mee boamen...
«3 I
KM
©I
ro
Si cu
Zaterdag 1 mei 2010
I
E
c©l
otm m
cS.l
ro
TO
CJ
O
'ÏC
ZJ
Z3
4-J
Een lepelaar in het bedauwde weiland.
Tureluur op een weipaaltje.
foto's Chiel Jacobusse
De tapuit wordt ook steentikker genoemd.
Geen natuurbeleving is mooier dan een zonsop
komst in het vroege voorjaar. Deze week maak
te ik die weer eens mee in de Yerseke Moer en
hoe vaak je dat ook doet, het is altijd weer een
onvergetelijke ervaring. Je moet er zijn voordat het eerste
licht komt, dus ruim voor zes uur. Er is dan al volop leven
in de brouwerij. Uit de struiken klinken winterkoning,
zwartkop en heggemus en boven het weiland zijn luid
ruchtige grutto's bezig om elkaar een beetje de loef af te
steken. Uit het bedauwde gras stijgt de ene na de andere
veldleeuwerik op en vanuit een drinkput klinkt het aarze
lende gekwaak van de eerste groene kikkers. De vogels
zijn beslist minder schuw dan overdag. Er komt een pa
trijs aanlopen die vlak voor me op zijn gemakje in het
gras begint te pikken en een vissende lepelaar is zo dicht
bij dat ik de garnaaltjes die de vogel vangt kan onderschei
den.
Als er een kraai overvliegt breekt er paniek uit. De kievi
ten, die bijna allemaal met kuikens lopen zetten de achter
volging in en het duurt niet lang of de kraai heeft een hele
batterij grutto's in zijn kielzog. Dat is de vogel te gortig en
hij verdwijnt ijlings de Postweg over, in noordelijke rich
ting. Een paar kieviten heeft een nieuwe frustratie in de
vorm van een fazantenhaan die veel te dichtbij de jongen
loopt. Ze scheren de vogel vlak over het hoofd en de stoot-
duiken volgen elkaar in snel tempo op. De fazant richt
zich op en met de felrode kop omhoog wekt-ie de indruk
dat hij verontwaardigd is over zoveel wantrouwen.
Bi-bi-bi-bi-bi. Een fraaie, melodieuze triller klinkt boven
de weilanden. Het is een regenwulp, die in de moer ver
schenen is vanaf het moment dat de gewone wulpen het
voor gezien hielden. Ook die regenwulp is maar een door
trekker, evenals trouwens de zwarte ruiter, de groenpoot-
ruiter en de kemphaan die hier en daar in het gebied te
vinden zijn. Dan klinkt er langs één van de grote sloten
een merkwaardig tikkend geluid. Alsof iemand met twee
grote kiezelstenen tegen elkaar slaat Jawel, de tapuit heeft
zijn bijnaam steentikker niet voor niets. De vogel gaat een
beetje schuil in de grondmist, maar als de tapuit opvliegt
is hij onmiskenbaar door de sterk afstekende witte stuit.
Ook die tapuit is trouwens een doortrekker die niet in de
moer zal blijven. Het was nog niet eens zo lang geleden
een tamelijk gewone broedvogel in onze duinen. Maar de
soort is als broedvogel heel sterk achteruitgegaan, al is het
in de trektijd nog steeds een gewone verschijning. Die
ochtend komen we er wel een stuk of tien tegen.
De charme van een wandeling in de ochtendmist is ook
dat je steeds opnieuw voor verrassingen komt de staan.
Vlak voor me uit het hoge gras vliegt een tureluur weg en
een voorzichtige blik in die richting leert dat de vogel een
diep verborgen nest met twee eieren heeft. Haar ega zit
iets verderop op een paaltje te 'tuutten' en in het net te
voorschijn komende zonlicht zijn de lakrode pootjes on
waarschijnlijk fel van kleur. Eventjes komt de vogel bo
ven me hangen, maar als ik quasi achteloos het nest voor
bij loop betrekt pa tureluur opnieuw zijn wachtpost op
een weipaalq'e. De dag is begonnen en de zon verdrijft in
rap tempo de laatste mistflarden. Het helle voorjaarslicht
tovert in de Moer een sprookjesachtige sfeer, die nog ver
sterkt wordt door de luide roep van een laatste groep rot
ganzen. Ze foerageren in een weiland dat helemaal bont
ziet van de bloeiende paardenbloemen en madeliefjes.
Ach wat is de lente een heerlijke tijd.
CU
CL
Cl
aj
^1N
Een goede week geleden vatten we - mijn vrouw en ik - het plan op om
voor deze rubriek een bezoek te gaan brengen aan de inlaag bij Stavenisse,
onderdeel van het Plan Tureluur, op het eiland Tholen.
Onze tocht naar en door Tholen leidde, zoals bekend, langs polderwegen, dam
men en vooral... dijk'en. Niet echt bijzonder, ware het niet dat de populieren
langs de Zoetwaterweg(dijk) tussen Sint Annaland.en Stavenisse hun voorjaars
kleed uitbundig tentoon spreidden.
Bij de aanblik van de kleurenpracht van de uitlopende bomen, vroegen we ons
bijna verbaasd af of we wel bij de tijd waren.
De vlammende kleurenzee van lichtgeelgroen, oker en oranje, verlopend via
wijnrood naar roodpaars behoort toch tot het palet van het najaarsfeest?
Populieren, eigenlijk niet de moeite van het vermelden waard. 't Bin maè schie
ters, die bin moai a's aège voe een boohert maè dan eie 't ok we eho."
Inderdaad, een hoge economische waarde hebben de populieren niet Veelal
wordt het hout ervan gebruikt voor doeleinden als pallets en lucifers. De tijd dat
de klompenmaker er nog gebruik van maakte is grotendeels geweest. Hun aan
deel ter verfraaiing van ons Zeeuwse landschap is echter, nog steeds, niet gering.
Een groot deel, zo niet het grootste, van onze dijken draagt een stoffering van op
gaande, Italiaanse, of meer kroonvormende, zwarte, grauwe of witte populieren
die, zoals blijkt, ons vooral in het voorjaar verrast doen stilstaan bij het tonen
van zoveel levenslust.
Met de zomer verschijnt het meer eentonige bladgroen, maar de populieren blij
ven kunstzinnig. De voorjaarskleurenpracht wordt overgenomen door een lispe
lende peppellied! De inlaag bij Stavenisse wacht maar even!