341 sport 21 "3 1 A I mn *3 öj M I schaken A A A A dammen bridge N W O Z zaterdag 1 mei 2010 door Cor Jansen Het schaakspel is een kunstzin nig spel dat te verdelen is in verschillende disciplines die mijlenver uit elkaar lijken te staan. Tussen correspondentieschakers en bordschakers is er bijzonder weinig con tact terwijl ze toch precies hetzelfde spelle tje spelen. Helemaal apart staan de liefheb bers van de probleemkunst en eindspel studie. Zij verschillen onderling ook weer sterk van elkaar. Ruzie hebben ze niet, maar het is een feit dat er grote barrières tussen hen bestaan. Af en toe worden wel er pogingen ondernomen om ze nader tot elkaar te brengen. Het succes is altijd minimaal. Onder de bordschakers is nog de meeste verwantschap met de liefheb bers en de componisten van de eindspel studie. Maar ook weer niet met alle stu dies. Het moeten constructies zijn waar ze iets van kunnen leren; natuurlijke, par- tijgelijkende stellingen. Schakers willen immers altijd wat leren. Ze zijn als men sen die naar een Rembrandt-tentoonstel- ling gaan om een paard te leren tekenen. Tussen bordschakers en probleemliefheb bers bestaat evenveel affiniteit als tussen voetballers en biljarters. Het is nog een wonder dat er grootmeesters bestaan die ook in de probleemkunde van topklasse zijn. Eigenlijk is er maar één, de Engels man John Nunn. Hij is zelfs een paar keer wereldkampioen probleemoplossen ge weest. Nunn is van alle markten thuis. Het volgende probleem is ontleend aan een boek van hem. J. Dulbergs. Mat in 22 zetten, ie prijs Sjachmaty, 1972. Diagram. Wit: Kc6, Pf8, Lb8, Lh7, pionnen op C2, e2, e3, f2, g3. Zwart: Kfs, Pg6, Lh5, Tgs, pionnen op e4, f6, f7, g4. Wit is aan zet geeft mat in 22 zetten. Het is een misvat ting te denken dat meerzetten, proble men met meer dan 3 zetten, moeilijker zijn dan twee- en driezetten. In de meeste meerzetten wordt met eenvoudige mat- dreigingen gewerkt, waar slechts een ant woord op mogelijk is. Tot er geen parade meer is. Soms moet met dwangmaatrege len de tegenstander gedwongen worden een bepaalde stelling in te nemen, waarna de matvoering volgt. Dat is bij dit tame lijk eenvoudige, maar zeer aantrekkelijke probleem, ook het geval. Zwart staat pat. Wit moet hem dus een vluchtveld gun nen. Maar hij moet het zo doen, dat de zwarte stukken niet losbreken. De enige zet, die in aanmerking komt is i.La7 Met deze zet wordt veld es vrij gegeven, een veld, dat in het vervolg als een soort draai schijf fungeert. i...Kes Zwart doet nu tot het einde toe alleen meer gedwongen zet ten. De andere zwarte stukken staan er slechts als decoratie bij, maar wel een noodzakelijke decoratie. 2.Ld4+ Kfs 3.LC5 Kes 4-Ld6+ Kfs 5-La3 Kes 6.Lb2+ Kfs 7.C3! Een zeer subtiele zet. De bedoeling is om veld ds met tempowinst aan de zwar te koning te ontnemen. 7„.Kes 8.C4+ Kfs 9.La3 De loper gaat nu met een paar om- weggetjes weer terug naar zijn oude stand plaats. Het hoe en waarom zal spoedig blijken. 9...Kes io.Ld6+ Kfs 11.LC5 Kes i2.Ld4+ Steeds gaat het met schaakjes ge paard. i2...Kf5 i3.La7 Kes 14-Lb8+ Kfs Sensationeel!! De beginstelling staat weer op het bord. Wel met een klein verschil: pion C2 is naar C4 verhuisd. 15.KC7 Kes i6.Kd7+ Kfs Nu blijkt het nut van pion C4. De koning kan niet naar ds. i7.Pe6ü Het probleem neemt een dramatische wending. I7...fxe6 Tot het einde toe doet zwart gedwongen zetten. i8.Lf4Ü es 19-Kd6 exf4 20.exf4 e3 2i.Kdsü exf2 22.e4 mat. „Wie dit niet aardig vindt, is niet te helpen!", placht de Duitse schaker Kurt Richter te zeggen. - door Daaf Kasse Het optreden van Alexander Bal- jakin tijdens het Nederlands kampioenschap roept herinne ringen op aan de tijden van Ton Sijbrands en Harm Wiersma. De ge boren Wit-Rus sloot het toernooi in Em- men af met een ongekend grote voor sprong. Vier punten was de kloof tussen de winnaar en het achtervolgende trio, van wie Roel Boomstra dankzij een hoger aantal winstpartijen de tweede plaats voor zich opeiste. Vandaag wordt pas be- kend wie er derde wordt. Pim Meurs en Martin Dolfing spelen in Zwolle een bar rage waarin, behalve de derde plaats, ook een ticket voor het toernooi van volgend jaar te verdienen is. Baljakin heeft zijn tweede nationale titel te danken aan een zestal winstpartijen, de één nog indruk wekkender dan de andere. Vooral de ma nier waarop hij Roel Boomstra vanuit het niets van het bord tikte, maakte grote in druk. Toch heb ik voor deze rubriek een andere partij geselecteerd: die uit de ne gende ronde tegen de hekkensluiter. Alexander Baljakin-Cor van Dussel- dorp: 1.34-30 20-25 2.30-2419x30 3.35x2418-22 4.31-26 14-19 5.40-35 19x30 6.35x2410-14 7.24-20 15x24 8.33-28 22x33 9.38x20 Balja kin kiest tegen de Leidenaar voor dezelfde opening als Ben Provoost in de halve fina le eerder dit jaar. 12-18 10.20-15 14-19 11-37-317-12 12.42-38 19-2413-47-42 13-19 14.41-37 8-13 15.46-415-10 16.39-33 10-14 17.44-39 2-8?! Zelf zou ik hier voor een op bouw met 19-23 en 14-19 hebben gekozen. Met zijn volgende zet sluit Baljakin deze mogelijkheid definitief uit. 18.49-44! 1-7 19.32-28 17-21 20.26x17 12x21 21.37-32 21-26 22.41-37 16-21 23.31-27 11-16 24.45-40 7-12 25.40-34 24-29 Zwart probeert zich lucht te verschaffen met deze ruil naar de rand. Inmiddels is duidelijk dat wit in deze par tij het initiatief heeft. 26.33x24 19x30 27.38-33 14-19 28.43-38 30-35 29.34-29 19-24 30.29x20 25x14 31.39-3412-17 32.44-40! Baljakin doorziet de val. Heel sterk lijkt 37-31 26x37 42x31, om 21-26 te be antwoorden met 27-21. Maar deze zet faalt door de damcombinatie 26x37 21x23 8-12 32x4114-20 15x24 13-19 24x13 9x49! met winst. 35x44 33.50x39 17-22 34.28x17 21x12 35.32-28 14-19 36.38-32 Na 34 29 mag zwart behalve 12-17? ook niet 6-11 spe len wegens 38-32 9-14 42-38 3-9 28-23! 19x28 32x23 11-17 48-42 en zwart loopt vast. Maar als zwart op 34-29 9-14! speelt is er voor wit geen winst aan te tonen. 19-24 37-34-29 24-30 38.42-38 30-35 Vol gens Wieger Wesselink, die op zijn site 10x10.0rg alle partijen van de kampioen analyseerde, is 6-11 hier een goed alterna tief De schijfwinst 29-23 18x29 33x35 is niet aantrekkelijk door de tegenactie 26-31! 37x26 16-21 27x18 13x44 met remise als meest waarschijnlijke uitslag. 39.39-34 13-19 40.48-43 9-13 41-43-39 6-1142.36-31! 3-9 zie diagram43.34-30 Zo houdt wit druk op de ketel, maar nog beter is 28-23 19x28 32x23 11-17 15-10! 4x15 23-19 13x24 29x20 15x24 37-32 26x28 33x4 24-30 34x25 35-40 39-34 40x29 4-10 29-3410-28 17-21 38-32 met goede eindspelkansen. 35x24 44.29x20 18-23 45.27-22! Op 39-34 kan zwart goed 11-17! spelen, om op 27-22 een plusremise te forceren met 16-21 22x11 12-17 11x22 21-27 32x21 23x41 etc. 12-18? De ze zet verliest op slag. Noodzakelijk was de terugruil 11-17 22x1116x7 waarna zwart het hoofd nog net boven water houdt. Bij voorbeeld 28-22 7-11 31-27 11-16 39-3412-17 22x1116x7 33-28 7-12! en door de tactische wending 19-24! 20x7 8-12 etc. wint wit niet meer, zelfs niet na de dam met 27-21, 34-29, 28-22 en 32x3. 46.31-2711-17 47.22x1116x7 48.20-14! Zwart gaf het op: hoe hij ook slaat, altijd volgt de genade klap 37-31 26x28 33x11. WUffWHWHfflW door Ruud van den Bergh De bridgecompetities in de club zitten er bijna allemaal op. Dat betekent niet dat er nergens meer bridge gespeeld kan war den. Van 22 juni tot 3 juli wordt in Oos tende om het Europees kampioenschap open- en vrouwenteams gespeeld. Het is altijd de moeite waard daar eens kijkje te nemen. Zelf bridge spelen in een groot toernooi is ook aantrekkelijk. Van de ééndagstoernooien steekt de APIH CAFE Drive in Groningen er op 8 mei wat betreft gezelligheid er met kop en schouders bovenuit. In de vakanties zijn er enkele meerdaagse toernooien. Van 17 tot 20 mei trekken veel Nederlanders naar Juan les Pins, van 10 tot 18 juli naar Utrecht en van 31 juli tot 7 augustus naar de Scheveningse'Bridgeweek. Als het om gezelligheid gaat, staat de bridgeweek in Loiben bij Krems in Oos tenrijk in de tweede volle week van augus tus natuurlijk bovenaan. Het wordt in de Wachau gespeeld, een wijnbouwgebied. Als er geen bridge is, hebben de heurigen het erg druk met wijn inschenken. Veel nationaliteiten zijn in Loiben aanwe zig en veel vriendschappen worden geslo ten. Vorig jaar was dit spel (zie diagram) reden voor veel discussie. De Hongaar Dombovitch maakte met de zuidhand een 4Ha contract en onenigheid was er na afloop bij het OW paar. De meningen lopen uiteen als het erom gaat wie gelijk heeft, maar we volgen eerst het biedver- loop. Noord opende ïRui en na pas van oost bood zuid ïHa. Met een negatief dou blet maakte west een vierkaart schoppen bekend. Noord bood 2KI en oost 2Sch. Dombovitch bood 3Ha dat na pas van west door noord werd verhoogd naar 4Ha. West kwam uit met schoppenaas maar toen hij zag dat er maar een singleton schoppen in de dummy was, moest hij een andere kleur inspelen. Hij koos voor hartenzeven hopend dat de leider het aas zou spelen. Anders zou op zijn heer toch gesneden worden. Via de acht en de ne gen nam Dombovitch met de vrouw en speelde onmiddellijk een hartentje. Via de heer werd in de dummy met het aas ge nomen waaronder bij oost de zes viel. Kla verenheer en vrouw werden verzilverd en de derde klaveren van zuid was voor het aas van de dummy. De laatste klaveren van noord was niet vrij en die werd in zuid getroefd. Nu ging een ruiten naar de heer van de dummy. Ruitenboer werd ge speeld; die was een prooi voor de vrouw van west. Deze kaarten waren nog over en OW had pas een slag: Nu speelde west wel een schoppen; de heer. In noord werd met hartenboer ge troefd en een ruitentje werd gespeeld. Oost had met de tien kunnen troeven, maar was bang dat hij dan in een schop penvork van zuid moest spelen. Dus deed hij een schoppen weg en werd in zuid ge troefd. Schoppenvrouw zorgde voor de tiende slag van de leider. De discussie tus sen oost en west liep na afloop hoog op, maar niemand durfde een van beiden ge lijk te geven. 5 AB8 HB954 A763 AH109 TH7 AV1087 ^82 B6432 1096 2 B954 V87 V V5432 63 #»HV10 Noord gever, oost en west kwetsbaar

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 70