io bevrijding
hzL L'
Plunderende geallieer
den. Het is een schaduw
kant van de bevrijding,
die nooit is doorgedron
gen tot het nationaal be
sef Lokaal zijn er wel ver
halen bekend van stelen
de en vernielende bevrij
ders, maar tot nu toe zijn
de misstanden met de
'mantel der dankbaar
heid' bedekt.
v bn v. 1
oJtyJLL,
zaterdag 1 mei 2010
reageren?
nieuwsredactie@wegener.nl
Bevrijders met lange vingers
door Tanja Kits
De bevrijding van Nederland
in 1945 was weliswaar re
den tot feest, maar wel een
met een bittere bijsmaak.
Terugkerende kampoverle
venden, verwoeste steden,
een machtsvacuüm en foute Nederlanders
met wie moest worden afgerekend. Niet
echt reden tot vrolijkheid. En dan waren er
ook nog plunderende geallieerden. Het is
een nog niet eerder belichte schaduwkant
van onze bevrijding, waar historicus Martin
Bossenbroek op is gestuit bij het
doorzoeken van het archief van
het Militair Gezag. Hij kwam tal
loze dossiers tegen waarin de mis
standen worden beschreven. „Ik
heb zoveel bewijzen en stukken
gevonden, dat je niet kunt spre
ken van een incident. Het was
een groot probleem dat tot op
hoog niveau is aangekaart."
Zo kwamen in Nijmegen zeven
tien burgemeesters bijeen, waar
van er acht melding maakten van
gestolen gemeentekassen. Door geallieer
den. In het postkantoor van Eist was zelfs
de hele kluis opgeblazen, waarna 100.000
gulden werd vermist. Uit een andere opge
blazen kluis in het Betuwse dorp werden al
le familiejuwelen en grote hoeveelheden ta
felzilver meegenomen.
„)e verbaast je erover wat er allemaal werd
gestolen. Tot aan antieke meubelen toe", ver
telt Bossenbroek. Het waren vooral de gebie
den die al vroeg werden bevrijd, zoals Lim
burg en Brabant, waar flink geplunderd
werd. Maar ook de gebieden met veel leeg
staande huizen, zoals de Betuwe en Zee
land, waar de bevolking werd geëvacueerd
vanwege de frontlinie, kregen te maken met
stelende soldaten. „Dat waren makkelijke
prooien, die leegstaande huizen. Van Arn
hem is bekend dat de huizen werden leegge
haald door de Duitsers. Dat was zelfs op be
vel van hogerhand en is na de oorlog breed
uitgemeten als de zoveelste misdadige uit
was van het nazi-regime. Maar bij
de geallieerden was er geen spra
ke van een bevel of een systemati
sche rooftocht. Zij deden het voor
hun eigen gewin."
Een van de documenten waar
Bossenbroek op is gestuit, is de be
schrijving van de burgemeester
van het Noord-Limburgse Gen
nep en Ottersum. Deze dorpen
werden vlak na de bevrijding in fe
bruari 1945 geplunderd. Wat de
Duitsers niet hadden meegeno
men, werd door de Amerikanen alsnog weg
gehaald. Ook hier werden brandkasten ge
forceerd, antiek gestolen, schilderijen uitge
sneden, het bekende werk. Uit een ijssalon
werden zelfs de koelmotoren gestolen, even
als een zwaar Aga-fornuis.
De plunderingen waren al vroeg bekend bij
minister-president Pieter Gerbrandy. Hij
kwam in november 1944 overvliegen uit
'Ik heb zoveel bewijzen
gevonden, dat je niet kunt
spreken van een incident'
Londen om zich persoonlijk op de hoogte
te stellen van de situatie in het bevrijde zui
den. In een geheime notitie aan koningin
Wilhelminina schreef hij: 'Er wordt zeer
veel gestolen en geplunderd door Geallieer
de Troepen. Veelal kunnen of willen de offi
cieren de boosdoeners niet vervolgen bij ge
brek aan voldoende gegevens.'
De zaak werd bij autoriteiten in Engeland,
tot aan Churchill toe, aangekaart. Maar de
prioriteit van het geallieerde leger lag toen
toch meer bij het bevrijden van Nederland,
dan bij het berispen van de eigen soldaten.
Pas na de bevrijding, op 6 mei om precies te
zijn, liet generaal Montgomery een verorde
ning uitvaardigen waarin het soldaten nog
eens expliciet verboden werd - het staat na
tuurlijk ook gewoon in ieder militair hand
vest - te plunderen. „Toen is het ook me
teen gestopt. Althans, ik ben in de archie
ven niets meer tegengekomen dat op plun
deringen wijst", aldus Bossenbroek.
Naar buiten toe is dit aspect van de geallieer
de oorlogsvoering altijd stilgezwegen. „Het
waren tenslotte onze bevrijders. De misstan
den pasten niet bij de feestvreugde van de
bevrijding. Daarom is het met de mantel
der dankbaarheid bedekt. Maar het geeft de
bevrijding nu toch wel een oranje bitter ge
voel. Juist de bewoners die al waren getrof
fen door de oorlog, werden nog eens van
hun laatste bezittingen beroofd", aldus Bos
senbroek. Na de oorlog is nog sprake ge
weest van een algemene afkoopsom, maar
daar is het nooit van gekomen.
In het hiernaast afgedrukte rapport van militair
commissaris H. Pierson wordt 'het probleem van
plunderen en vernielen door geallieerde legers in
de Betuwe' aangekaart.
Daarnaast een overzichtskaart van vlak na de oor
log waarin de balans van de oorlogsschade wordt
opgemaakt. Opvallend is dat de gebieden die door
bombardementen, overstromingen en ander oor
logsgeweld het zwaarst zijn getroffen (rood en
zwart gekleurd) ook precies de gebieden zijn waar
geallieerden zich te buiten gingen aan plunderin
gen.
M1UTA1R GEZAG
:jïTH£fcfcASD MJIITARY AVTHOMO
X'
V Lent., 20 i'ebruö.ri
a-U UU-x. u, <0,
y Plundering en vernis lit;-; door
StaT.Milltair Gezag,
tiajoor L.laerson, Militair Gornsissaris Seluwe
gople aan: Sectie II, Juridische Laken.
Onder verwijzing naar Uw brief van 4/i-OXnl39/XCM/JDB
breng ik U thans rapport uit over het nrobleej;; plunderen ev.
verhielen door rc-ailieerde legers in de
ïn uw brie? 'nmftV gevraagd on f e-itenriater iaalj diezelfde vra&g.
is reedsverschilIende aaien gesteld omtrent uit oroblee.-n gedurende'
de laatste j manden van het vorig Jaar en feiten van plundering
werden voorgelegd aan geallieerde iegero-utoriteiten,
Ket probleea was en ic steeds dit: dat het practisch niet mogelijk
ie -on een eenheid of eon soldaat of legergroep definitief aan te
vfijsen.
Daar de politie neestal niet kan ingrxjrea en css&at nu eenmaal
alle soldaten practtsoh gelijk zijn en moeilijk den een van den
ander te onderscheiden en nsuaen onbekend zijn.
Sedert UW brief is de positie echter eenigszias gewijzigd.
Tot nu toe «as het steeds onmogelijk het onoisetootelijk bewijs te
leveren dat diefstallen ofplunderingen waren genle.egd door mili
tairen, dsaf steeds de raogelijkheid bestond dat de daders burgers
waren. Het wettelijk en overtuigend'bewijs kon dus nooit geleverd
worden. Thans ia' de situatie echter anders* In opdracht van het
cdn Corps is de geheels burgerbevolking vsa de dorpen Heiarseö,
zetten, Uien, AraSélsiïïervcld, Valburg, Slijk-Swijk, ï!l»t eb 2«ja?aal
gaevaeue&rd. -
Deze gebieden zijn tot militaire zon$sverklaard en geen enkele burger l
wordt. toegelaten met uitzondering van special® groepen arbeiders of
transport onder leiding van geüniformeerde politiebeambten, Deze
staan dus voortdurend ouder strenge controle,
liet is zeer eenvoudig te bewijzen dat althaas het grootste gedeelte
van ie hulzen Ir. de dorpen als Valburg, I'crveldAndelst.Slljk-RttjiÊ
en Zetten, die door de voorgaande oorlogshandelingen weinig; of axet
beschadigd waren, In zeer goeden ètaat door de bevolking werden atóiterf
gelaten. Volgens instructies van-de» 8.C.A.0, werden do meubels zoo-
veel mogelijk in een ka-er opgeborgen, afgesloten en ook de huizen f
werden gesleten, - i
"•..uenteel kan men praetisch yeggen dat geen enkel huis inbaofc is,
hoogstens in een zeer geïsoleerd geval.
Alle huizen zijn opengebroken, van onder tot boven onderste boven
gehaald en/of leeggestolen.
i-OLunderingen op zich zelf, hoewel reeds zeer groot, zijn betreldmXi|&g
nog gering Sn verhouding tot de moedwillige en onncodlge. vernielis^,