Bébert wacht nog op het laatste zetje Zaterdag 12 juni 2010 zeeland 29 België was er vroeg bij met eigen spoorwegen HH Ride for the Roses 1 U kunt nu inschrijven voor 25,50 of 120 km. "Fietsen voor een goed doel geeft een goed gevoel" www.deltaridefortheroses.nl ten behoeve van WBi I vrijdag 30 april 2010 Z door Martijn de Koning Dat is Fred", wijst lason van Land schoot met ontzag een stukje de loods in. Fred, ondanks z'n 85 jaar nog robuust en indruk wekkend, glimt. „Hij krijgt nog even rust", zegt Van Landschoot. „Vanaf zaterdag moet hij weer flink aan de bak." Locomotief Fred is één van de trot- sen van het Stoomcentrum in Mal- degem, waarvan Van Landschoot voorzitter is. Een groep treinfana- ten kocht het station van de Vlaamse plaats dik twintig jaar ge leden, om het beetje bij beetje op te bouwen tot een verzamelplaats van oude locomotieven, treinstel len en stoommachines. Morgen be gint het nieuwe seizoen met het jaarlijkse stoomtreinenfestival. Dat is dit jaar extra aangekleed vanwe ge het 175-jarig bestaan van het spoor in België. Het museum omvat een opslag en werkloods en het rangeerter rein van het station. Naast de 'ge wone' sporen begint daar het zoge naamde smalspoor. „Dat werd in de Eerste Wereldoorlog benut om munitie te vervoeren", vertelt Van Landschoot. „Wij gebruiken het voor een boemeltreintje. Die rijdt vanaf hier een paar kilometer, met open rijtuigjes. Gewoon gezellig." Het museum bezit een mengel moes van rijdend materieel, trein- delen die wachten op restauratie en exemplaren die louter als stil staand museumstuk dienst blijven doen. Sommige aankopen staan, veelal uit het zicht, weg te roesten, wachtend op restauratie die, we gens gebrek aan mankracht en Gent. In de werkplaats, een stukje achter Fred, wacht het onderstel van een locomotief op verdere op bouw. „Bébert", stelt Jason het exemplaar uit 1926 voor. „Heeft dienst gedaan bij een kolenmijn." De redding van Bébert blijkt een bijzonder verhaal. „De locomotief is begin jaren negentig in bezit ge komen van een museum in Bel gisch Limburg", vertelt Van Land schoot. „Toen dat over de kop ging, verkocht ze de locomotief aan een schroothandelaar." Die 'Het smalspoor werd vroeger gebruikt voor munitie- vervoer. Wij gebruiken het voor een boemeltreintje' vooral geld, mogelijk nooit komt. Altijd nog beter dan een zekere sloop, vindt het museumbestuur. De collectie omvat niet alleen (de len van) stoomtreinen, maar ook dieselmateriaal uit de jaren veer tig, vijftig en zestig. In de loods hebben verder ook andersoortige stoommachines een plekje. Zo staat er een stoombrandweerspuit uit 1910, gebruikt door het korps van Gullegem, een imposante stoomwals en een machine die dienst deed in een weverij in stond net z'n verwoestende werk te doen toen de televisie langs kwam voor een reportage, waarin de baas van het museum z'n be klag deed over het gebrek aan inte resse in cultureel erfgoed in België. Van Landschoot schrok zich rot, pakte de telefoon, gebood de schroothandelaar onmiddellijk zijn werk te staken en kocht de in middels verminkte Bébert. Een zoektocht naar subsidies volgde, waarna de restauratie van de loco motief vorig jaar begon. Volgend jaar moet Bébert weer over het spoor rijden. Het Stoomcentrum draait op louter vrijwilligers. „Wij zijn een stichting, zo als jullie Nederlanders dat noe men", zegt Van Landschoot. Er is zo'n dertig man actief op het sta tion, en nog eens veertig mensen verlenen andere hand- en span diensten. „We denken wel na over professionalisering. Ik denk dat het over een paar jaar zo ver is." Het museum trekt jaarlijks dik 20.000 bezoekers. Voor een belang rijk deel zijn dat toeristen die bi vakkeren aan de West-Zeeuws- Vlaamse kust. Tijdens het stoomtreinenfestival, ko mend weekeinde, laat het museum ei gen materiaal zien, maar ook stoomlo comotieven van elders. Zo komt er een exemplaar van een eeuw oud uit Brus sel en is er een locomotief uit 1946 vanuit Luxemburg onderweg. Er wor den ritjes gereden over het smalspoor en langere tochten naar Eeklo over het gewone spoor. Bij beide stations zijn ac tiviteiten. Het festival is beide dagen van 10 tot 18 uur. Meer informatie: www.stoomcentrum.be. Toen de Belgische koning Le opold op 5 mei 1835 het spoortraject tussen Brussel en Mechelen opende, was het hele land trots. Onze zuiderburen wa ren de eerste op het Europese vas teland met een eigen spoorlijn. En dat in een land dat nog maar vijf jaar bestond. Leopold was in 1931 koning gewor den van het land, dat zich net had afgescheiden van Nederland. De van oorsprong Duitse koning had de Britse nationaliteit, door zijn huwelijk met de Engelse prinses Charlotte. In Engeland reden sinds 1830 treinen, en Leopold zag het als een voorbeeld van zijn vooruit strevendheid om dat ook in België te laten gebeuren. Dat ze daarmee vier jaar eerder waren dan de Ne derlanders werd door de Belgen als een ware overwinning gezien. De ingebruikname markeert het begin van een bloeiende 'treinen- periode' in België. „Je vindt overal ter wereld Belgische stoomlocomo tieven, tot in Chili toe", stelt Jason van Landschoot, voorzitter van het Stoomcentrum in Maldegem. België behield de voorsprong lange tijd, want in 1935 was het land op nieuw één van de eerste waar elek trische treinen gingen rijden. Na de Tweede Wereldoorlog ver dween de status van België als trei- nenland. Van Landschoot: „Er is nog één fabriek die rijtuigen maakt, in Brugge. Maar die is in buitenlandse handen." Het spoor in België bestaat dit jaar dus 175 jaar. Wegens het spooron- geluk bij Brussel in februari be sloot de spoorwegmaatschappij dat niet zelf te vieren, maar over te laten aan gelieerde musea. Het sto omtreinenfestival in Maldegem, komend weekeinde, is de eerste. Het Stoomcentrum huist in en rond het voormalige station van Maldegem. in samenwerking met if Ejkj 1 I Subsponsors: EHH jjgl grafisch bedrijf goes j>Jor'4>

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 53