Deur op een kier
voor gengewassen
spectrum 8
Zaterdag 24 april 2010
'Frankensteinvoedsel' werd het genoemd. Eind vorige eeuw
mobiliseerden tegenstanders van genetisch gemanipuleerde
gewassen met allerlei doemscenario's de publieke opinie in Europa.
Sindsdien zit de ontwikkeling in Europa op slot. Maar inmiddels
past Nederland 32 keer in het areaal van vermeende horrorgewassen
die elders in de wereld worden verbouwd. Ook Europa moet er aan
geloven, voorspellen de deskundigen.
Even buiten Rilland, op het ter
rein van plantenveredelingsbe-
drijf Limagrain, staat een kloek
laboratorium, dat begin jaren ne
gentig is gebouwd. Het heeft
miljoenen euro's gekost en was bedoeld
voor de ontwikkeling van genetisch gema
nipuleerde gewassen. Maïs bijvoorbeeld,
dat zo beter bestand gemaakt zou kunnen
worden tegen vraatzuchtige beestjes.
De nieuwe gentechnologie beloofde veel
efficiënter te zijn en veel meer mogelijkhe
den te bieden dan de traditionele verede
ling. Maar eind jaren negentig trok het be
drijf zich gefrustreerd terug uit de genge
wassen. Sindsdien staat het lab leeg. Zo
staan er in Europa tal van dergelijke com
plexen te verstoffen.
Hoe het zover is gekomen? Kees Noome,
bioloog en manager regelgevingszaken van
Limagrain, noemt onder meer de vernie
ling van proefveldjes met genmaïs door
actiegroepen als de Ziedende Bintjes.
Maar de kentering kwam midden jaren ne
gentig, toen Greenpeace zich het onder
werp meester maakte en het publiek be
kwaam wist te bespelen.
In dat anti-gentechklimaat gedijden ook
wilde fantasieën over planten die schor
pioengif bevatten. Daarin kon ook de poli
tiek niet achterblijven. Jarenlang zijn alle
aanvragen van bedrijven om gengewassen
commercieel te mogen telen, blijven ste
ken in het politieke oerwoud in Brussel.
Daar liggen landen als Oostenrijk en Grie
kenland steevast dwars.
Noome noemt nog een factor die heeft bij
gedragen aan de anti-houding in Europa:
door Harm Harkema
Monsanto. Deze Amerikaanse agroreus be
zit veel gentechpatenten waar niemand
aan mag komen. Volgens Noome en ande
re betrokkenen uit die tijd opereerde de
multinational als de agressiefste deelnemer
aan een spelletje Monopoly: op zoek naar
gewin bulldozerde het over alles en iede
reen heen. Het bedrijf werkte op de Euro
pese milieubeweging als een rode lap op
een stier.
Noome weet nog precies hoe Monsanto
het klimaat in Europa heeft verpest. Mid
den jaren negentig, zegt hij, bracht het Brit
se Zeneca in eigen land gentomaten op de
markt. Het bedrijf had er keurig voor sa
mengewerkt met de supermarkten. Geen
centje pijn. Maar eind 1996 verscheepte
Monsanto de eerste scheepladingen gen-
soja naar Europa. Greenpeace zette zijn
rubberbootjes in, de publieke belangstel
ling was gewekt en in Engeland moest
Zeneca inrukken met zijn gentomaten.
Huib de Vriend, een in Wageningen opge
leide adviseur en gentechwatcher, voerde
in die tijd al jaren actie tegen het zijns in
ziens ongecontroleerd oprukken van gen-
tech.
„De ontwikkelingen" werden door een klei
ne groep mensen bepaald, terwijl er veel
onduidelijkheden waren over de mogelij
ke gevolgen. Dat verontrustte ons. We wil
den meer maatschappelijke sturing."
Die is er dus gekomen, met als voorlopige
uitkomst dat in Europa de discussie ernstig
is gepolariseerd. Terwijl gengewassen over
al in de wereld in sneltreinvaart oprukken,
staan de ontwikkelingen in Europa nage
noeg stil. Tegenstanders als Greenpeace,
dat alom als veruit de belangrijkste actie
groep wordt beschouwd, zijn nog net zo
onwrikbaar tegen als vijftien jaar geleden.
De Wageningse hoogleraar plantenverede
ling Evert Jacobsen heeft afgeleerd zich er
al te veel over op te winden. Al blijft het
frustrerend. Dat mensen vijftien jaar gele
den ongerust waren, akkoord, „Er werd
door bedrijfsleven en wetenschap onvol
doende geluisterd naar wat er leefde in de
maatschappij."
Maar de tijd heeft niet stilgestaan. In de
Amerika's en Azië worden inmiddels op
130 miljoen hectare gengewassen ver
bouwd, vooral soja, maïs en katoen. „Daar
blijkt in al die jaren geen mens aan te zijn
doodgegaan."
Europa lijkt daar (nog) niet van te willen
leren. Jacobsen legt uit dat je met "technolo
gie verder komt door, onder strenge veilig
heidsvoorschriften, met voorzichtige proe
ven te beginnen. Met het toenemen van
het inzicht pas je dan de voorschriften aan.
Maar, zegt hij, in Europa zijn die voor
schriften nog dezelfde als vijftien jaar gele
den.
„Greenpeace zegt dat gentech zich nog
niet heeft bewezen. Dus moet je proeven
doen. Maar dan stappen ze naar de rechter
om die tegen te houden. Zo kun je dus
nooit iets bewijzen."
Jacobse doneerde jarenlang aan Green
peace, op grond van de acties voor de
zeeën. Vanwege de onveranderde houding
over gentechnologie („waar ze geen ver
stand van hebben") houdt hij sinds een
paar jaar de portemonnee op zak. „Ze wil
len niet zien dat met gengewassen het ge
bruik van bestrijdingsmiddelen drastisch
verminderd kan worden. Het treurige is
ook dat door clubs als Greenpeace procedu
res en regels enorm zijn opgeschroefd. Ont
wikkeling van gentechgewassen is daar
door zo duur geworden, dat kleine bedrij
ven het niet meer kunnen opbrengen en
er nog slechts een paar grote multinatio
nals overblijven, waar de hele wereld
straks afhankelijk van is. Greenpeace be
reikt zo het omgekeerde van wat het wil."
Huib de Vriend wijst er wel op dat er te
genwoordig nieuwe, op kennis van het
DNA gebaseerde technieken worden ont
wikkeld, die binnen de klassieke planten
veredeling worden toegepast. Organisaties
als Greenpeace proberen dit soort technie
ken als alternatief voor de gentechnologie
te stimuleren.
Maar ook De Vriend vindt de milieubewe-
DNA-materiaal van
gemodificeerde aardappelplanten wordt bewaard bij -80 graden Celsius.