1 A g 3 jk/ J. i 4 4 A s Kf SPI g - 3 8 g Si MB 3 401 schaken dammen fi bridge zaterdag 24 april 2010 De Russische schaaktrainer Mark Dvoretsky vertelt in een van zijn boeken dat hij een groep Engelse grootmeesters eens bezig zag met het analyseren van een stelling. Zwart was in het voordeel, maar men wilde weten hoe het voordeel het beste in winst zou kunnen worden omge zet. Enkele ingewikkelde varianten passeer den de revue, maar op een bepaald mo ment zei grootmeester Jon Speelman, dat men moest stoppen omdat het uit de hand liep, de partij raakte 'out of control'. De grootmeesters gingen weer terug naar de beginstelling en begonnen opnieuw. Dvoretsky koppelt aan die waarneming een wijze les. Als je een groot voordeel hebt, moet je zorgen niet in een onover zienbare variantenzee verzeild te raken zo dat de partij alle kanten op kan en het re sultaat dus onzeker wordt. In een betere stelling moet je het risico beperken, het ze kere voor het onzekere nemen. Het gaat per slot van rekening om de winst. Wat valt hier uit te leren? Geldt Dvoretsky's raad niet altijd, van de eerste tot de laatste zet? Moet je niet steeds alles onder contro le houden? De werkelijkheid is gelukkig door Cor Jansen anders, wispelturiger. Een partij tussen twee topgrootmeesters, die elk risico mij den eindigt natuurlijk in een geestloze re mise, maar wie wil winnen, grootmeester of niet, zal toch iets moeten wagen. De huidige wereldtop weet dat drommels goed, ondanks de ver doorgevoerde com putergestuurde openingsvoorbereiding. Wie nooit iets waagt, wint ook nooit. Zie de partijen van spelers als Shirov, Topalov, Morozewitsch en vele anderen. Dvorets- ky's aanbeveling is daarom alleen van nut als er al een voordeel bereikt is. Helaas is het niet altijd gemakkelijk om alle risico's uit te schakelen en naar een gemakkelijk te winnen eindspel af te wikkelen. Het is zelfs razend moeilijk. De tegenstander werkt immers niet mee! Als hij slechter staat, heeft hij immers niets meer te verlie zen en schuwt geen enkel risico. De beste spelers van de wereld zijn ook de beste koorddansers. Kasparov en Karpov waren beter in staat dan wie ook om de span ning in een partij net zo lang vast te hou den tot hun tegenstanders de draad kwijt raakten. Ze wonnen bijvoorbeeld een pionnetje en gingen over tot de Dvorets ky doctrine! In Elista, de hoofdstad van Kalmukkië speelden twee jonge honden door Daaf Kasse agg anMM SS8 sagssssass van resp. 79 en 73 jaar, Kortsjnoi en Spass- ky een vriendschappelijke match, die in een 4-4 gelijkspel eindigde. De twee schaakhelden speelden fris van de lever een risicovol schaak, van begin tot eind, Dvoretsky of niet. Viktor Kortsjnoi - Boris Spassky 1.C4 es 2.PC3 Pc6 3.Pf3 Pf6 4.a3 Een Korts- jnoi-zet. 4-..d5 5.CXCI5 Pxds 6.DC2 Le7 7.e3 Wit speelt een Taimanov-variant, maar dan met wit. Zou dat niet voordelig moeten zijn? 7-..a6 8.LC4 Pb6,9.Ld3 De originaliteit sterft niet met de jaren. De zet maakt het zwart moelijk om te roke ren. Er is wel een oplossing: Een ouder wetse Spassky-zetü 9...Dd7Ü Diagram. Een geniale zet. Zwart wit f5 spelen, zon der zijn koningsstelling te verzwakken. to.b3? Speelbaar was 10.0-0! f5 n.e4! enz. io...fs n.e4 g5ü Dit is geen oudemannen- schaak!! i2.exfs Voor Kortsjnoi kwam 12.0-0 g413.Pei f4 natuurlijk niet in aan merking. I2...g4 y.Pxes Pxes i4.Le4 Pc6! i5.Pe2 Lf6 i6.Tbi Dd617.I13 gxh3 i8.Txh3 Ld7 i9.Td3 Df8 20.Lxc6 Lxc6 2i.Te3+ Kd7 22.Lb2 Pds Het is uit, wit heeft onvol doende compensatie voor het stuk. 23.Dd3 Lxb2 24.Txbz Dxa3 25.TC2 Tae8 26.Dd4 Kc8 Wit gaf het op. k SkUs k WËt I 813» g||g|i| WÊË - 'fsÊÊÈ A A Het voortdurend moeten schake len tussen partijen en dus ook tussen spelsystemen is een van de lastigste zaken tijdens het spelen van een kloksimultaan. Het ligt dan ook voor de hand om zoveel mogelijk tegenstanders op dezelfde manier te be strijden. Wilde systemen zoals de Kei ler-variant, hekstellingpartijen of gewaag de omsingelingen vergen veel rekenwerk en lenen zich dus niet goed voor een klok simultaan, waarin de speler per partij slechts enkele minuten tot zijn beschik king heeft. De meeste partijen die Ben Provoost tij dens zijn wereldrecordpoging speelde heb ben eenzelfde opbouw. Vanuit klassieke structuren voert de simultaangever de druk op om daarna te switchen naar aan- valsspel. Vooral tegen iets zwakkere spe lers is zo'n aanpak vaak succesvol. De par tij die ik u vorige week liet zien was een goed voorbeeld en ook het duel tegen zijn clubgenoot Jan Koopman verliep op deze manier. Ben Provoost - Jan Koopman: 1.32-2819-23 2.28x1914x23 3.37-3210-14 4-41-37 13-19 5-34-29 23x34 6.39x30 20-25 7.44-39 25x34 8.40x29 18-23 9.29x18 12x23 10.46-417-1211.32-28 23x3212.37x28 5-1013-41-3719-23 14-28x19 14x23 15.38-32 10-1416.42-38 12-1817.45-401-718.40-34 7-1219.50-4415-20 20.47-42 20-25?! Zwart heeft zich tot nu toe niet op slechte zet ten laten betrappen, maar het plaatsen van een randschijf lijkt me hier zinloos. Wit besluit de schijf meteen met tempo voordeel af te ruilen. 21.34-30 25x34 22.39x30 9-13 23.43-39 13-19 24.49-43 8-13 25.30-25 2-8 26.33-29 23x34 27.39x30 17-21?! Zwart treedt in deze fase veel te passief op. In plaats van zijn centrum te versterken, bijvoorbeeld met 18-23,12-18 en 8-12, bouwt hij op zijn rechtervleugel een nutteloos klaverblad op. 28.44-39 21-26 29.39-33 11-17 30.43-3917-2131.32-28 12-17 32.37-32! 26x37 33.42x31 21-26 34.31-2717-2135.48-42 6-1136.42-37 4-10 37.30-24! 19x30 38.35x24 Het slappe spel van zwart heeft wit duidelijk in de kaart gespeeld. De verovering van veld 24 maakt deel uit van een plan dat zwart bin nen enkele zetten in onoverkomelijke pro blemen brengt. Koopman kan nu overi gens iets steviger van zich afbijten met 3-9! Volgens de computer is 36-31 vervol gens de sterkste zet, maar na 10-15! kampt wit met het probleem dat zwart 33-29 kan beantwoorden met de doorbraak 15-20 24x15 18-23 28x10 9-1410x1913x44 met goede remisekansen. 8-12? 39.39-3414-19 Nauwelijks beter is 3-8 34-29! 11-17 en nu het offer 27-22! 18x27 28-23 13-18 24-20 8-13 20x9 13x4 29-2418x20 25x5 met winst. 40.24-20! 10-14 Beter lijkt 3-8, om op 20-15 te combineren met 12-1715x4 19-23 28x19 13x24 4x2217x30 25x34, maar na het offer 27-22! 18x27 34-29 heeft zwart geen schijn van kans meer. 41.20x9 13x4 42.34-29 3-9 en zwart gaf het op: na 29-23 18x29 33x13 9x18 38-33 etc. loopt hij bin nen enkele zetten vast. Ter afsluiting van dit tweeluik over het eerste Zeeuwse damwereldrecord de winst op Jan Bosch. In het diagram heeft Provoost (wit) door het zwakke zwarte klaverblad en de randschijf op 25 al goede perspectieven. Toen Bosch 36.13-18? speelde ging het ineens razendsnel. Er volgde 37.34-29! waarmee wit de dreiging 35-30 in het spel bracht. De enige remedie hiertegen is 9-13, om op 35-30 25x23 28x10 te ruilen met 18-22 27x9 3x5. Na vervol gens 36-31 blijft de zwarte positie zeer be denkelijk, maar deze variant geeft meer te genspel dan in de partij. Zwart speelde na melijk 14-20? 38.43-38! 20-24 39.29x20 25x14 waarna wit met 40.27-2218x27 41.28-22 27x18 42.37-31 26x28 43.33x4 naar een winnende dam combineerde. 1 0 ""IIT™ SS m O u ï3' gig m '■M X m Di a*»!! 1 3 üms 11 '7;? Alle bondscompetities zitten er voor dit seizoen op. Afgelopen weekeinde werden de laatste zittingen van de meesterklasse en eerste divisie afgewerkt. Terwijl heel Nederland genoot van het schitterend weer werd er in Utrecht binnenshuis bridge gespeeld. Er was dus een reden voor de afwezigheid van publiek. Het Nederlands kampioenschap paren- bridge stond op het spel voor diegenen die als eerste eindigden in de meesterklas se. Dat werden uiteindelijk Willem Gos- schalk en Hans van de Haar. Bij de afwezigheid van belangstellenden kunnen toch wel kanttekeningen worden geplaatst. Binnen een bond met meer dan 110.000 aangeslotenen bevindt zich slechts een klein groepje dat de moed heeft om bij prachtig weer alles in de steek te laten om in een afgesloten ruimte de hobby te beoefenen. En als je dan kam pioen van Nederland wordt, verdien je er niets mee, krijg je nauwelijks bekendheid in de pers en weet nagenoeg alleen dat kleine groepje van je kampioenschap. Het lijkt erop dat de meerderheid van de Nederlandse bridgers gelijk heeft. Bridge is een prachtig spel waarvan de liefhebber door Ruud van den Bergh kan genieten, maar je moet het niet over drijven. Uit een wedstrijd in de tweede divisie komt dit spel zie diagramHet werd dit voorjaar op een regenachtige woensdaga vond gespeeld. Na de pas van oost opende zuid de bie ding met ïHa. West paste en de opening van zuid was precies in de vierkaart van noord en met 14 punten bood hij dan ook 4Ha. Zuid vroeg met 4SA de azen van noord. Met 5Ha wist hij er twee en wilde hij weten of een grootslempoging gedaan kon worden. Op 5SA antwoordde noord met 6Rui wat één heer aangaf. Dat was voor zuid voldoende 7Ha te bieden. Nou is bieden een belangrijk onderdeel van het bridgespel, maar zeker zo belang rijk is het afspel. Deze zuidspeler liet zien dat hij beide facetten uitstekend beheers te. West kwam uit met klaverenvrouw die een prooi werd voor het aas in zuid. De leider trok in twee rondjes de uitstaande troeven en incasseerde zijn secce schop penheer. Ruitenvrouw kwam nu op tafel en west legde prompt de heer. Dat bete kende weliswaar dat de snit gelukt was, maar dat er in ruiten nog steeds een slag verloren kon worden. Ook de klaveren wa ren niet vrij te spelen en een mogelijk heid voor een schoppensnit was er niet. Misschien was dat zijn geluk want die snit zou immers mislukken. Hij incasseerde schoppenaas van de dummy waarop hij een klaveren liet gaan en speelde na har tenvrouw de hartens uit zijn hand af. Dit was de positie voor de laatste troef werd gespeeld: B T-- 6 lH9 V9 - mrm V- - 98 1 107 BIO mm 2 B4 ♦7 Toen die laatste troef werd gespeeld, moest west met het zicht op de dummy zijn beide klaveren vasthouden dus gooi de hij een ruiten af. Uit noord verdween klaverennegen en uit oost schoppenne gen. Maar toen klaverenzeven naar de heer ging, had oost geen kaart meer om veilig bij te spelen. Weliswaar is goed bieden waardevol in bridge, maar goed afspelen misschien be langrijker. AB7 V V864 ♦>A63 #H93 10652 V 105 H985 VB10

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 52