II nieuMre twuuvbMiwi Integratie (acceptatie? dinsdag 20 april 2010 De banen van de Middelburgse Lawn Tennis Club liggen er smetteloos bij. Nog geen kuiltje of'beurse' plek in het gravel te ontdekken. Behalve op baan 1. Die lijkt wel een omgeploegde akker. De groundsmen zijn er druk bezig een nieuwe toplaag aan te brengen. Ze zijn bijzon der, die onderhoudswerkers van de tennisclub. Niet alleen omdat ze hun vak zo goed verstaan. Nee, ze zijn ook speciaal omdat ze allemaal een verstandelijke beperking hebben. Schep, gooi. Schep, gooi. Yvonne Eeftens buffelt door. Schep, gooi. Haar kruiwagen zit bijna vol. Afgedankt gravel. Nog een paar kruiwagentjes legen en de oude toplaag van de baan is weg. De helft van de baan is al met eep freesmachine onder handen genomen, de volgende fase in het jaarlijkse baanonderhoud. „Die mag ik ook besturen", wijst Yvonne naar het vervaarlijke apparaat. „Wel onder begeleiding hoor." Die begeleider is Louis van Beekum. In dienst van stichting Arduin is hij weliswaar, maar hij pro beert zijn team zoveel mogelijk als een eigen bedrijfje te benaderen. „Wij zijn de MLTC werkploeg", zegt hij. „We proberen zo los mogelijk van Arduin te staan. Voor Yvonne en de rest van het team is het heel belangrijk dat ze midden in de maatschappij staan en met ge wone mensen praten en werken", vertelt Van Beekum, terwijl hij bij het woord 'gewone' met zijn handen de bekende aanhalingstekens maakt. Het gebaar mist elke uitwerking bij Yvonne: „Zei je nou: Gewone mensen?", roept ze flink in haar kuif geschoten. Twee jaar geleden is het project bij de tennis vereniging begonnen met simpele karweitjes als stoepen vegen en grasmaaien. Vandaag de dag zitten in de MLTC werkgroep ook gediplo meerde groundsmen. „Dat betekent dus dat we verantwoordelijk zijn voor de tennisbanen. Dat gaat zo ver dat we de banen ook mogen afkeuren als we vinden dat er niet op gespeeld kan worden", vertelt Van Beekum. „Dat is een behoorlijke verantwoordelijkheid. Maar voor hen", wijst hij naar Yvonne en haar collega's, „is het belangrijk dat ze zich een soort eigen baas voelen. Hier zijn ze vrij en zijn ze niet alleen onder Arduincliënten." Groundsman word je niet zomaar. Daar gaat een uitgebreide cursus aan vooraf. Ook Yvonne heeft haar diploma gehaald. Ze vindt het heerlijk werken zo op en rond de banen van MLTC. „Lekker sjouwen en met mensen praten. En je doet verschillend werk. Dat is het leukste. Je hoeft nooit steeds hetzelfde werk te doen." Plamuren, zo zou je het reparatiewerk aan de gravelbanen nog het best kunnen noe men. In het heetst van het tennisspel glijden spelers nogal eens de bovenlaag open. „Als die sleuven te diep zijn, krijg je kuilen", legt Van Beekum uit. „Die moet je dan vakkundig vul len en dichtsmeren. Het is zeker niet zomaar een kwestie van kuiltje dichtkwakken." De groundsmen van MLTC hebben wel zo hun handleiding. Zo zijn ze nogal een Pietje pre cies. Soms te. „Ja, dat is wel eens lastig en duurt het allemaal wat langer", zegt Van Beekum. „Maar het resultaat mag er dan wel zijn, hoor." Lijnen schoonmaken, onkruid weghalen, gra vel harken, gaten dichten, kijken of de netten wel goed hangen en het gravel niet te droog is. De baan moet pico bello zijn. Voor het eerst mogen de groundsmen ook het jaarlijkse groot onderhoud doen. De oude toplaag moeten ze weghalen, de bovenlaag losffasen, er nieuwe gravel op rijden, egaliseren en de boel walsen. „De witte lijnen op de baan zijn plastic repen die je met grote spijkers in de grond vastzet", laat Van Beekum zien. „Nu laat ik dat nog door een bedrijf doen, het is specialistisch werk, maar de volgende keer kunnen we ook dat zelf doen." Dennis Rijsbergen Louis van Beekum aan het werk op baan 1 van de Middelburgse tennisclub. Op de achter grond het nieuwe clubgebouw. foto's Lex de Meester n t">" Eén van de doelen van het project bij MLTC is het integreren van mensen met een verstan delijke handicap in de maatschappij. Maar volgens Louis van Beekum gaan er nog wel wat generaties overheen voordat verstandelijk gehandicapten ook daadwerkelijk geïntegreerd zijn. „Zodra mensen merken dat ze met iemand met een verstandelijke beperking te maken hebben, gaat er een knop om en benaderen ze hem of haar anders. Die knop moet juist niet omgaan. Dan is er pas sprake van integratie." De tennissers van MLTC moesten in het begin erg wennen aan de nieuwe groundsmen. „Mensen met een verstandelijke beperking kunnen heel erg vrolijk zijn, maar ook zich op eens erg verdrietig voelen of opeens boos zijn. De mensen hier op de club zijn nu wel gewend aan ons en maken zeker een praatje met ons. Of er hier sprake is van integratie? Nee dat niet. Wel van acceptatie."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 47