Joosse
4\
VOORJAAR
BIJ JOOSSE
dinsdag 20 april 2010
Bij een matig windje is het
B wrikken van de draaiende
molen net te voelen. „Met
meer wind en het zeil op
de wielen, dan voel je de
molen bewegen door de
enorme krachten", geniet Frank Roos, eige
naar van stellingmolen Nooitgedacht. De leer
ling-molenaar is doordeweeks nog notaris te
Rotterdam, maar zodra werk en kinderen hem
en zijn vrouw Jolien niet weerhouden, zijn ze
in Colijnsplaat. In het lage pakhuis, dat in i960
tegen de molen is gebouwd, heeft de familie
een ruim en gerieflijk huis. Aan de zijde van de
boomgaard is de gevel opengewerkt met glas.
Overal elders zitten nog de oorspronkelijke ra
men, die verraden dat de pakhuismuren gelijk
de molenromp van eerbiedwaardige dikte zijn.
Net als de vloer: onder de plavuizen zit een
betonlaag van een halve meter dik. De oude,
verweerde molendeur met ijzerbeslag komt
uit in de keuken. De krabbels van de molenaar
staan nog op de karakteristieke, getoogde
deurlijst: optelsommen van zakken graan en
meel in grijs en blauw potlood. Roos is gek
op materialen met geschiedenis. Neem de
Rotterdamse keitjes rond de molen - „Die zijn
uit de stad weggehaald omdat paarden erop
uitgleden"-, die hebben nog in Lewedorp op
het marktplein gelegen tot de herinrichting.
„Ik vond ze bij Pekaar in Wemeldinge."
Nooitgedacht heeft een merkwaardige
geschiedenis. De molen is afkomstig van de
Boulevard van Vlissingen. In de buurt van de
Gevangentoren, in de tijd dat de zee nog zo
Als het waait
de molen
Het koele windje dat uit de richting van de jachthaven over de
dijk komt aangewaaid. Weids zicht op de Noord-Bevelandse
polders. Ziedaar het zomerse terras van de familie Roos. Op de
planken van de stelling van hun eigen molen in Colijnsplaat.
y gf TT
INTERIEURS
Langstraat 2 - Arnemuiden
T 0118-60 12 73
www.joosseinterieurs.nl
ver van de toenmalige stadspoort lag dat daar
droog gewerkt en gereisd kon worden. In 1863
werd de molen herbouwd in Colijnsplaat.
Dat moet niet al te best gebeurd zijn, want na
veertig jaar werd de molen alweer afgebroken
en, een paar meter verder, opnieuw opge
bouwd. Ook al zo raadselachtig, peinst Roos.
Begin jaren zeventig van de vorige eeuw werd
de molen verkocht aan een Duitser, die het
pakhuis verbouwde tot woning en de restau
ratie van de vervallen molen in gang zette. Net
toen alles in kannen en kruiken was, haakte
de man af en zette de molen te koop. Twee
jaar later viel Frank Roos voor de Nooitge
dacht.. „Gewoon, op de website van Funda."
De stelling stond op instorten, de wieken
waren gereduceerd tot armzalige sprieten en
de imposante balken onder de vloeren rotten
door vocht uit de lekke molenkap. Ettelijke
tonnen en anderhalfjaar restaureren later is de
Nooitgedacht maalklaar.
De begane grond van de molen is ingericht als
opslag- en spelletjeshok. Uitgesleten traptre-
des hoger is een coole hangplek met toegang
naar de stelling. „Als het te hard waait voor
buiten, hangen we hier te genieten van het ge
luid en beweging van de molen." Overal staan
en liggen oude werktuigen. „Ik ga regelmatig
rommelmarkten af. Ik ben een verzamelaar,
waar mogelijk ben ik voor hergebruik. Ook
voor de houten balken in de molen. Kijk, hier
en hier zijn ze gerepareerd met kunsthars.
Hergebruik had, achteraf gezien, nog meer ge
kund, als we beter historisch bouwonderzoek
hadden laten doen." Al wat ontbreekt, is jute
en graan. Maar dat komt, weet Roos.
De Colijnsplaatse bezigheden van de familie
zijn duidelijk verdeeld. Frank is van de molen,
Jolien is van de tuin. De boomgaard achter
de molen is oud en was danig verwaarloosd.
Bomen die de opknapbeurt niet redden kon,
worden vervangen door hoogstamffuitbomen.
Zachtjes zoeven de wieken op de achter
grond. Roos: „Als we hier komen, zwermen
de kinderen uit en je hoort ze niet meer over
computers en televisie. Er is gewoon zo veel
beters te doen."
Claudia Sondervan