i6l zeeland
De straat als boeiend theater
Scheepje op 't droge
zeeland
in de
vorige
eeuw
maandag 19 april 2010
door Willem Nijssen
In de Raadkaart kunnen we in deze periode niet achterblijven met
kaarten over de festiviteiten. Onze vraag is telkens: wie staan er op de
foto en in welke plaats was de koninklijke familie op bezoek? Het is ook
aardig als u een anekdote heeft over het koninklijk gezelschap.
De oplossingen kunnen voor vrijdag verstuurd worden naar de redactie
van de PZC, postbus 91,4330 AB Middelburg. Inzenden bij voorkeur via
email: redactie@pzc.nl
Drie inzenders van goede antwoorden krijgen een waardebon.
Jazeker, de haven van het stadje
Tholen werd herkend. „Links
op de voorgrond staat de voor
malige gasfabriek met rechts daar
van de houten loodsen die in el-
kaars verlengde stonden. Rechts
achterin is de brug over de rivier
de Eendracht te zien. Wat heb ik
hier als kind heerlijk gespeeld en
ook gezwommen toen wij van de
Duitsers niet meer naar de zeedijk
mochten! Voor mij is dit een van
de dierbaarste plekjes van Tho
len", Addy Haverman-van de
Scheur. „Een glimp was al voldoen
de", vult André Soomers uit IJzen-
dijke aan. „Dat is de kleine kaoje
van Tholen! Als kleine jongen heb
ik daar in de jaren 50 veel rondge
lopen en gespeeld. De foto is den
kelijk van voor de oorlog, hij is ge
nomen vart de kop van de kleine
kaoje, op dat dwarse stuk lag altijd
de oesterboot van de firma Bonafi
des. Je kijkt zo het achterstuk in
van wat de grote kaoje was. De gro
te kaoje buigt een beetje naar links
en verdwijnt achter het loodsje
midden op de foto."
Zijn herinneringen zijn zoet. „Bij
laag water stond de haven meestal
droog, dan lagen de scheepjes met
hun platte bodems in de modder.
Op zondag werd er natuurlijk niet
gewerkt maar als het dan op maan
dagochtend laag tij was, kon je de
haven niet uit met je schuit. Dan
hoorde je zondagnacht na 12 uur
de klompen klepperen in de stra
ten van de schippers die hun
schuit alvast buiten gingen leg
gen."
D.E. Tollenaar uit Terneuzen her
kent 'rechts op de voorgrond het
vaartuig ths van J. C. van de Bout,
daarachter onmiskenbaar een
stoomsleepboot, waarschijnlijk
van de sleepdienst Tholen. Links
het vaartuig thi3, die eigendom
was van J. Bogert'.
De winnaars zijn: André Soom
ers uit IJzendijke, Gerard van
Schellen uit Wemeldinge en L.F
Matthijsse uit Heinkenszand.
Theaterrecensent Willem Nijssen
geeft wekelijks zijn impressies weer
van voorstellingen die hij heeft be
zocht. Deze week: 'Liefdesbrieven'
met Anne-Wil Blankers en Paul van
Vliet.
Anne-Wil Blankers en
Paul van Vliet had
den nog nooit samen
op het toneel ge
staan, terwijl ze dat,
volgens eigen zeggen, altijd al eens
hadden willen doen. 'Liefdesbrie
ven' van A.R. Gurney is nu de idea
le aanleiding. Maar vreemd genoeg
hoeft er in dit stuk, dat eigenlijk
dus geen toneelstuk is, absoluut
niet geacteerd te worden. ('En ook
niks van buiten geleerd,' sist een
boosaardig stemmetje in mij.) Toch
moet er natuurlijk juist wel op vaar
dige wijze léven ingeblazen wor
den, en destijds (1989) in off-Broad-
way Amerika stonden tientallen ac
teurs van naam en faam dan ook te
dringen om allemaal één week die
(twee) rollen te mogen opnemen.
Wat we te horen krijgen, is het le
vensverhaal van twee mensen, Me
lissa en Andrew, die als kind al be
vriend raakten en die elkaar nooit
uit het oog zijn verloren. Wat we te
zien krijgen, is een lange tafel (of
een brede, het is maar hoe je het be
kijkt), waar de twee - een stukje uit
elkaar - aan zitten en waar ze beur
telings, zonder oog- of ander con
tact, elk voor zich voorlezen uit
een plakboek vol brieven.
Dat is een heel statische opstelling,
de tekst moet wel ongelooflijk pak
Anne-Wil Blankers en Paul van Vliet.
kend zijn om daar doorlopend
door geboeid te blijven. Natuurlijk
ontstaat er uit het heen en weer
van de brieven wel een soort van
trage papieren dialoog. Daarnaast
raken de twee acteurs, met mimiek
en lichaamstaal, wel degelijk ook
hier en nu in gesprek met elkaar,
en dat stuk doen Paul van Vliet en
Anne-Wil Blankers meesterlijk.
Soms is die dialoog echt wel ko
misch (door de 'botsende' eigenge
reidheid van twee van zichzelf ver
vulde zielen), maar meestal eerder
een beetje melancholiek. Want de
ze twee mensen lijken misschien
wel voor elkaar geboren, maar ze
krijgen elkaar niet.
Wat die gemiste kans voor hen alle
bei betekent, wordt in de loop van
de voorstelling natuurlijk steeds
duidelijker. Het wordt een verhaal
over onvervuld verlangen, over bur
gerlijke remmingen en haastig ver
zwegen sensualiteit. Het verhaal
van een keurig net opgevoed jonge
tje, geboren voor een mooie car
rière, dat misschien best wel buiten
door Rolf Bosboom
Het Theater Aangaande
Het Leven Op Aarde in
Middelburg heeft de
deuren alweer gesloten.
Het selecte publiek dat de afgelo
pen een van de voorstellingen
mocht bijwonen, kijkt echter te
rug op een bijzondere ervaring. Za
terdagmiddag was de laatste opvoe
ring.
De bezoekers wisten vooraf niet
wat hen te wachten stond. Een
voorstelling, zo was slechts aange
kondigd. In de ruimte van galerie
Caesuur in de Lange Noordstraat
stonden trapsgewijs twaalf plu
chen theaterstoelen opgesteld.
Hans Overvliet, een van de initia
tiefnemers, leidde de voorstelling
in. „Er is wat er is, je ziet wat er te
zien is, je hoort wat er te horen
is", zei hij, om aan te geven dat er
niets wezenlijks was geënsceneerd.
„Wel wezenlijk: het beeld en het
geluid - de Lange Noordstraat zo
als die zich hier en nu aandient.
De straat, haar huizen - het deco
rum - en haar mensen die voor
ons als acteur optreden. En wil je
dat alles waarnemen, dan vraagt
dat jullie onversneden aandacht",
aldus Overvliet.
Daarmee werd duidelijk dat de
'voorstelling' het alledaagse leven
op straat - op een zonnige zater
dagmiddag - was, gezien vanachter
het glas van de galerie. Geleidelijk
bleek dat er veel, héél veel is te
zien. Een bonte variatie aan men-
Gezien vanuit galerie Caesuur bleek het leven op het straat ineens een bij
zonder schouwspel te zijn. foto Lex de Meester
sen passeerde, van jong tot oud,
van opgewekt tot meelijwekkend,
van stoer tot koddig. Details die an
ders niet opvallen, werden ineens
essentieel. Sommige verschijnin
gen leken ook te mooi om niet
geënsceneerd te zijn: een fietsende
vrouw in klederdracht, een jongen
op een skateboard met een glazen
vaas in zijn hand, een statige dame
achter een moderne rollator met
zwikkende wieltjes. Menigeen, in
clusief het passerende autoverkeer,
leek als vanzelf te bewegen op de
maat van de stemmige muziek
(voor de pauze Ennio Morricone,
na de pauze Philip Glass) die in de
galerie klonk.
Het was een boeiend en niet zel
den hilarisch schouwspel dat zich
ontrolde, een theaterstuk dat als
het werkelijk was geënsceneerd
vrijwel ondoenlijk en onbetaal
baar was geweest. Het publiek
keek, terwijl het onder meer bak
jes popcorn kreeg aangereikt, ge
boeid toe en verveelde zich geen
moment.
Toch was het niet alléén maar een
kwestie van kijken, want op het
moment dat passanten in de gaten
hadden dat er wat gaande was in
de galerie, wisselden de functies
van toeschouwer en acteur. Ineens
was het publiek dat bekeken werd.
Dan werd er als kortstondig ver
bond gezwaaid en gelachen, aan
beide zijden van het glas.