Durf te vertrouwen op je hart
42|ge;
maandag 19 april 2010
Wie een hartinfarct heeft gehad, kan in eerste instantie weer gaan sporten met een buddy, die in geval van nood kan helpen.
foto Koen van Weel/ANP
Na een hartinfarct zijn patiënten
vaak huiverig (weer) te gaan spor
ten. Toch is het voor de meeste
mensen juist aan te raden na een in
farct oude sportgewoonten weer op
te pikken. „Hardlopen gaf mij het
vertrouwen in mijn lichaam terug."
door Ingrid Beckers
Als er bij familie of vrienden een
wasmachine naar boven getild
moest worden, was Paul (45) altijd
de eerste die werd gebeld. Sterke ke
rel, beroepsmilitair, fanatiek hardloper. In
november 2007 liep hij nog moeiteloos de
Zevenheuvelenloop in Nijmegen, 15 kilome
ter bergop, bergaf Drie maanden later zaten
vrouw en kinderen witjes aan zijn zieken
huisbed. De onuitputtelijk geachte Paul was
getroffen door een hartinfarct. Paul: „Ik was
het vertrouwen in mijn lichaam helemaal
kwijt. De sterke sportman van vroeger
mocht ineens geen tassen meer tillen."
Paul werd gedotterd en via het standaard
hartrevalidatieprogramma begon hij in het
ziekenhuis met een beetje bewegen. Na een
echo en een inspanningstest bleek zijn hart
niet beschadigd. „Ik voelde me eigenlijk vrij
snel weer superfit. In principe had ik zo een
rondje kunnen hardlopen, maar dat durfde
ik toch niet."
De meeste patiënten zijn na een hartinfarct
heel huiverig om (weer) te sporten, weet
Rien Rienks, cardioloog van het Universi
tair Medisch Centrum en het Centraal Mili
tair Hospitaal in Utrecht. Dat is begrijpelijk,
maar niet altijd terecht. „De meerderheid
van de patiënten kan na een hartinfarct zo
goed als alle oude sportgewoonten weer op
pikken, zolang je in het begin maar let op
de intensiteit. Sterker nog, uit diverse onder
zoeken blijkt dat gezondheid en overlevings
kans er stukken op vooruit gaat als mensen
na een infarct actief aan de slag gaan."
Dat patiënten aanvankelijk niet staan te
springen om bijvoorbeeld weer met 35 kilo
meter per uur op de racefiets te koersen, is
logisch en bovendien verstandig. Rienks:
„Na een hartinfarct worden mensen schrik
achtig, voelen elk pijntje. Voordat ze weer
kunnen sporten, moeten ze dan ook eerst
weer een vertrouwensrelatie met hun hart
opbouwen. Dat betekent dat de conditie via
de weg van de geleidelijkheid moet worden
opgebouwd en dat sporters moeten leren
luisteren naar hun lichaam. Doof een in
farct krijgt het hart een behoorlijke tik. Pa
tiënten moeten opnieuw uitvinden wat wel
en niet kan, bijvoorbeeld onder begeleiding
van een fysiotherapeut of sportarts."
Paul begon twee maanden na zijn hartin
farct met wandelen. Altijd mét mobiele tele-
'Gezondheid en overlevingskans
gaan vooruit als mensen na een
infarct actief aan de slag gaan'
foon op zak en in gezelschap van zijn
vrouw. Weer twee maanden later bond hij
voor het eerst de hardloopschoenen onder.
„Samen met mijn buurvrouw en buurman
volgde ik een hardloopschema voor begin
ners, dat begint met 1 minuut joggen, 1 mi
nuut wandelen. Rennen met een buddy,
een maatje, vond ik in het begin heel prettig
en kan ik iedereen na een hartinfarct aanra
den. Het vertrouwen in je lichaam is.ge
krenkt. Dan helpt het als er iemand bij is
die in geval van nood kan helpen. Door het
hardlopen kreeg ik het vertrouwen in mijn
lichaam terug. Nu durf ik weer korte afstan
den in mijn eentje te lopen. Soms vergeet ik
zelfs mijn telefoon, maar ik vertel mijn
vrouw wel altijd welk rondje ik ga rennen."
Paul was in het begin vooral bang voor nog
een hartinfarct tijdens het hardlopen, ook al
jogt hij altijd in een rustig tempo, waarbij
de hartslag zeker niet te hoog oploopt. Vol
gens Rienks is die angst begrijpelijk. Maar
patiënten lopen alleen risico met sporten
als er sprake is van hartritmestoornissen of
zuurstofgebrek door een blijvend verstopte
kransslagader. Al kun je met een blijvend
verstopte kransslagader ook blijven sporten,
maar dan heel rustig aan en op een niveau
onder dat waarop het zuurstofgebrek op
treedt. Als vuistregel is dat het niveau waar
op je kunt blijven praten tijdens het spor
ten.
Zoals Irwin (48) die na zijn hartinfarct in
2007 nog steeds een verstopte kransslagader
heeft. „Bij een hartslag boven de 120 krijg ik
last van zuurstofgebrek. Dat belemmert me
tijdens het sporten, maar weerhoudt me er
zeker niet van. Ik train vijf keer per week
thuis op de hometrainer. Het verschil met
vroeger is dat ik niet meer tot het gaatje kan
gaan en is er een noodzaak bij gekomen: ik
sport om gezond te blijven."
Irwin traint altijd met hartslagmeter. Soms
voelt hij wat druk rond de hartstreek, voor
hem het teken rustig aan te doen. Patiënten
die tijdens of na het sporten klachten krij
gen die vergelijkbaar zijn met die van het
hartinfarct, moeten volgens Rienks direct
een arts inschakelen. Daarnaast kan onbe
grepen conditieverlies duiden op hartproble
men. Rienks: „Je conditie kan niet binnen
een paar dagen achteruithollen. Denk daar
om ook nooit: 'ach ik zal wel een dagje
ouder worden'. Na je 30ste is 1 procent con
ditieverlies per jaar normaal."
Paul heeft zich na zijn hartinfarct, in elk ge
val op de 15 kilometer, slechts verbeterd. In
2009 liep hij de Zevenheuvelenloop in 1 uur
en 26 minuten. „Sneller dan voor het in
farct, prachtig. De finish was voor mij de de
finitieve afsluiting van mijn zieke periode."
reageren?
gezondheid@wegener.nl
Onder deskundige begeleiding opnieuw
uitvinden wat wel en niet kan. foto GPD
Hartinfarct
In Nederland worden jaarlijks 25.000 mensen
getroffen door een hartinfarct. Tijdens een
hartinfarct sterft een deel van de hartspier
af doordat de bloedtoevoer via de kransslag
aderen faalt. Dit kan leiden tot hartfalen, sterf
te of levensbedreigende ritmestoornissen.
Een hartaanval ontstaat vrijwel altijd door vor
ming van bloedstolsel in een kransslagader.
Daardoor wordt de toevoer van bloed afge
sneden. De patiënt voelt in typische gevallen
een zware, drukkende pijn midden achter
het borstbeen, soms uitstralend naar de ka
ken of schouders en armen, vooral de linker
schouder. Vaak gaat dit gepaard met zweten
en bleekheid en met misselijkheid en braken.