Hl Duikboot bracht Hitiers geheimen naar Japan JVl 'V II 'Vanwege de nabestaanden draaide bij de Kursk alles om snelheid. Bij de U-864 staan milieu en veiligheid voorop' Kapitein Jan de Bokx, projectleider berging donderdag 15 april 2010 De U-864 werd tot zinken gebracht tijdens het enige duel onder water tussen twee onderzeeboten ooit. door Harry Havekes De ondergang van de U-864 riegsmarineduikboot U-864 met geheime lading voor Japan komt langs uw posi tie. U hebt opdracht deze te vernie tigen." Een bevel met deze strek king ontving de 25-jarige luitenant James 'Jimmy' Launders, comman dant van'de Britse duikboot HMS Venturer, in februari 1945 tijdens een patrouille op de Noordzee. De U-864 was maanden tevoren door Hitier op missie naar Tokio gestuurd. De duikboot was er een uit de IX-serie, die diep in vijande lijk gebied konden toeslaan omdat ze meer voorraden, meer torpe do's en meer bemanning aan boord hadden. Hun grootte bleek echter hun zwakke punt: de boten konden minder snel duiken en wa ren dus kwetsbaarder voor aanval len. Om zijn bondgenoot in Azië te helpen, stuurde Hitier blauw drukken en cruciale onderdelen van de laatste modellen straalja gers, technologie waarin de Duit sers de geallieerden ver vooruit wa ren. Ook raketsystemen en de laat ste radartechnologie gingen mee, plus 67.000 kilo kwik, een metaal waaraan Japan grote behoefte had voor de fabricage van granaten. Op deze reis gingen zelfs twee technici van vliegtuigbouwer Mes- serschmidt, een Japanse torpedo- deskundige en een eveneens Japan se brandstofexpert mee. Wat de gasten niet konden weten, was dat hun reis dank zij hét kra ken van geheime Duitse marineco des al lang en breed bekend was in Londen. Na een stop in de Noorse havenstad Bergen vaart de Duitse onderzeeër U-864 begin februari 1945 naar het noorden, Aan boord bevinden zich 73 man en 67 ton zeer giftig kwik. Vlakbij het dorpje Fedje wordt de Duitse duikboot getorpedeerd door de Engelse onderzeeboot HMS Venturer. De twee helften van de U-864, ieder met een gewicht van zo'n 800 ton, liggen ongeveer 70 meter uit elkaar op een diepte van 150 meter. De boeg ligt plat op de zeebodem, de achtersteven steekt er schuin uit. NOORWEGEN Bergen ZWEDEN Lillehammer Locatie van «Oslo het wrak j Ralf-Reimar Wolfram, kapitein van de U-864 De kiel (rood) bevat de containers met zeer giftig kwik. Het middendeel is door de inslag van de torpedo verdwenen. De U-864 begon haar tocht in de cember 1944, maar werd geplaagd door tegenslag. De onderzeeër moest diverse keren havens aan doen voor reparaties en ontsnapte in Bergen ternauwernood aan een bombardement van de Royal Air Force. Het was 5 februari voor Korvettenkapitan Ralf-Reimar Wolfram koers kon zetten naar het noorden. Hij wist de Britse pa trouilles te ontlopen en had het ge vaarlijkste deel van het traject ach ter de rug toen opnieuw een tech nisch probleem de kop opstak. De boot begon een gek geluid te ma ken; mogelijk door een motor- of pompdefect. Voor een boot die het moet hebben van onzichtbaar heid, ook akoestisch, een cruciaal probleem. Wolfram had geen an dere keus dan terugkeren naar Ber gen. Maar voor de kust bij Bergen had Jimmy Launders inmiddels zijn po sitie ingenomen. De jonge, Britse duikbootcommandant besloot geen gebruik te maken van zijn As dic, de sonarinstallatie met de wel bekende ping voor het lokaliseren van objecten onder water. De kans om zijn tegenstander op volle zee te vinden werd daarmee een stuk kleiner, maar de kans om zelf ont dekt te worden ook. Launders gok pakte goed uit. Zijn geluidsman ving om half tien een vreemd geluid op: de mogelijk de fecte diesel van de U-864. Bijna an derhalf uur later zag een van zijn officieren via de periscoop een 'dunne mast', iets wat de peri scoop van de U-864 bleek te zijn. Launders liet Wolfram passeren voordat hij de achtervolging inzet te, wetende dat hij in het kielzog van U-864 bijna onzichtbaar was. Bovendien waren koers en snel heid van de Duitser te onduidelijk voor een frontale aanval. Opnieuw een juiste beslissing van Launders: Wolfram wist niet dat hij ontdekt was, maar uit veiligheidsoverwe gingen voer hij wel een zigzag- koers. Na bijna een uur achter zijn prooi aangeslopen te hebben, nam Launders zijn derde gok. Hij kon koers en snelheid van zijn tegen stander nu goed genoeg inschat ten voor een aanval. Met een inter val van 17 seconden lanceerde hij al zijn torpedo's, vier stuks, en dook onder om een eventuele te genaanval af te wachten. Wolfram hoorde de projectielen op hem afkomen en gaf onmiddel lijk commando bij te draaien en te duiken. Bijna anderhalve minuut lang werd het geluid van de eerste tor pedo sterker en sterker, om uitein delijk af te zwakken. Het projectiel ging langs de U-864 heen. Ook de nummers twee en drie wisten de Duitse duikboot niet te raken. Launders had de uitwijkmanoeu vre van Wolfram echter voorzien en de koers en diepte van zijn tor pedo's licht verspreid ingesteld. De vierde torpedo raakte U-864 mid scheeps. De duikboot brak in twee ën en zonk naar de bodem. De HMS Venturer kwam aan de oppervlakte voor een inspectie. „Vissersschepen in de omgeving to nen geen interesse in de explosie", noteerde Launders in zijn logboek. „Zeemeeuwen verzamelen zich op de plek van het treffen. Dikke olie film op het water." Launders was de eerste, en tot nu toe enige, onderzeebootcomman dant die in ondergedoken toe stand een eveneens ondergedoken tegenstander vernietigde. De hele bergingsoperatie wordt nauwkeurig gevolgd dooreen ROV (een op afstand bestuurbare duikbootje). Ql De grijper plaatst het stuk romp in de lekbak, die op de zeebodem naast de duikboot is geplaatst. Als de duikboot eenmaal in de lekbak ligt, kan het kwik, dat veel zwaarder is dan water, alleen nog in de lekbak terecht komen. Het bergingsschip hijst de lekbak omhoog. Dit gaat heel langzaam om zoveel mogelijk te voorkomen dat water uit de lekbak, dat als verontreinigd geldt, weer in zee terecht komt. (V) De gehele operatie wordt vervolgens herhaald voor het tweede stuk romp. Daarna wordt de losse rommel van de zeebodëm opgeruimd. infographic- CRW bron: Mammoet

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 11