De klassieke sigarenboer 'Vriendelijke bediening en goede service' spectrum IO De klassieke tabaksspeciaalzaak verdwijnt uit het stadsbeeld. Van rookwaren alleen valt niet meer te leven. „Het is een uitstervend ras." door Aly Knol Het interieur is misschien nog het beste te vergelijken met dat van een ouderwets bruin café. Behalve dan de kasten langs de muren, waarin deels achter glas het beste van het beste aan sigaren, pijpen, aanstekers en luxe etuis wordt bewaard. Alleen de siga retten liggen voor het grijpen. Grootvader Wilmer stichtte Wilmer's Siga renmagazijn in het centrum van Delft op 3 oktober 1919, zoals de klanten vorig jaar mochten lezen op de cadeauaansteker ter gelegenheid van het negentigjarig bestaan. Voor kleinzoon Chris Wilmer is het fami liebedrijf niet meer wat het was. „We heb ben minder klanten en minder verkoop", vertelt hij. „Voor het rookverbod ging het hartstikke goed. Toen kwamen de waar schuwingsstickers op de pakjes, het rook verbod in de openbare ruimte, op veel werkplekken en tenslotte in de horeca. We hebben het echt gevoeld. Onze klan ten zijn niet zozeer gestopt met roken, maar zijn vooral minder gaan roken." Wat hem ook parten speelt, is de tabaks verkoop in de supermarkten en bij de pompstations. Supermarkten zijn inmid dels goed voor zo'n 42 procent van de be stedingen aan tabak, pompstations voor 27 procent. Voor de zogeheten tabaks- en gemakszaken rest nog maar iets van net 20 procent. Wilmer: „Ook de zondagsope ning heeft ermee te maken. Albert Heijn verkoopt op een zondag evenveel als ik in een week, bij wijze van spreken." Cijfers van het onafhankelijke onderzoeks bureau GfK geven hem gelijk. Ging in 2004 nog meer dan een kwart van de huis houdens in ons land naar de 'sigarenboer', vorig jaar was dat amper nog een vijfde. En ze kwamen inderdaad ook veel min der. In plaats van tien keer, komen ze nog maar negen keer langs. De diehards blijken oudere alleenstaanden en kostwinners. Maar er is in de tabakswereld veel meer aan de hand. In het centrum van Haarlem sluit volgen de maand de gerenommeerde tabaksspe ciaalzaak Jan van der Pigge na 210 jaar zijn deuren. Eigenaar Ko van der Veldt en diens vrouw, die met pensioen gaan, kon den geen opvolger vinden. „Degene die ons zou opvolgen, had zijn bedrijfsplan klaar, maar de banken hadden er geen en kele fiducie in om hem geld te lenen", zegt Ko van der Veldt. „Het was niet rond te breien." Van der Veldt heeft nooit kansspelen wil len toelaten in zijn winkel. Er kwamen zo'n 25 jaar geleden alleen koffie en thee bij. Maar uitsluitend rookwaren en aanver wante artikelen verkopen, is niet langer Btw-afdracht doenlijk. Chris Wilmer uit Delft weet het uit eigen ervaring: „De omzet bestond tien jaar geleden voor 80 procent uit tabak en voor 20 procent uit staatsloten en ande re kansspelen. Nu is dat zo'n fiftyfifty. Toen mijn ouders nog in de zaak zaten tel de Delft zo'n veertig tabakswinkels. Nu zijn het er nog drie. Een zaak zoals wij die hebben, kom je bijna niet meer tegen." Harold Lensen zit in Arnhem eveneens in een familiezaak, Lensen Tabak, die sinds 1934 bestaat. „Mijn vader had drie zonen, van wie er één zo gek was de zaak over te nemen, dat was ik. Maar ik hoop dat mijn zoon, die erg pienter is, een mooie interna tionale carrière zal kiezen." Lensen is behalve sigarenboer ook voorzit ter van Compaenen, een vereniging van 'tobacconisten', zoals ze zichzelf noemen, die gezamenlijk sigaren inkopen en spe ciaal naar eigen smaak laten samenstellen in Cuba, de Dominicaanse Republiek, Nica ragua, Brazilië, Costa Rica of Honduras. De problemen rond de opvolging in tabaksza ken zijn niet aan Compaenen voorbij ge gaan. Lensen: „In de gloriejaren waren bijna 150 zaken bij Compaenen aangeslo ten, nu nog maar 54." Lensen is pessimis tisch. „Ik denk dat het aantal speciaalzaken binnen vijfjaar nog verder zal dalen." Sinds jaar en dag bestrijdt de NSO, de brancheorganisatie van de tabaks detailhandel, de specifieke btw-heffing die voor tabaksproducten geldt. Anders dan bij andere waren, accijnsproducten als alcohol en benzine in clusief, moet de btw op tabaksproducten direct na levering aan groot- of detailhandel worden afgedragen, dus nog voor de waren zijn verkocht. In feite, zo schreef de NSO vorig jaar nog in een brief aan het ministerie van Financiën, moeten fabrikanten en handelaren de btw voorfinancie ren. Macro gezien gaat het daarbij, aldus de NSO, om bijna 34 miljoen euro op jaarbasis. Bij een rentepercentage van 5 procent staat dit gelijk aan een rendementsverlies voor de hele branche van 1,7 miljoen per jaar. Het ministerie heeft tot nu toe steeds nul op het rekest gegeven. Een nieuwe zaak met uitsluitend tabaks producten beginnen, is nagenoeg 'onhaal baar' geworden, meent ook Janwillem Bur gering, directeur van de NSO, de branche organisatie van tabaksdetaillisten in Neder land. „De houders van speciaalzaken, waar je vroeger door je vader naar toe werd ge stuurd om een bolknak te'halen, vormen een uitstervend ras." Burgering is ervan overtuigd dat alleen winkels volgens de formu les van Primera, Totaal Gemak en Multishops - ketens die tabak ver kopen, maar hun inkomsten meer en meer uit bijartikelen halen - straks hog toe komst hebben. Hun assortiment bestaat nu al vooral uit kranten, tijdschriften, boe ken, cadeaukaarten, e-cards en tickets voor concerten en voetbalwedstrijden. Soms hebben ze ook een postagentschap. Hun omzet bestaat nog voor 60 procent uit tabaksproducten, maar de overige bronnen van inkomsten worden steeds belangrijker. Wilmer en Lensen zien het met lede ogen aan. „Het wordt allemaal hetzelfde", ver zucht Chris Wilmer. Harold Lensen: „In de Compaenen-zaken verkopen wij geen tijdschriften, speelgoed, breiwol, suppor- terskleding of straks al die oranje toeters en bellen van het WK voetbal." Lensen had tot voor kort alleen het staats lot en de strippenkaart als bijartikel, maar een maand of twee geleden nam hij er toch krasloten bij omdat de strippenkaart straks plaatsmaakt voor de ov-chipkaart. „Je verdient maar weinig op een strippen kaart, maar mensen namen vaak nog wat anders mee. Ik ben bang dat het me straks veel loop in de winkel zal schelen." Wat Lensen betreft is het rookverbod in de horeca 'de grote klap' geweest voor zijn nering. „Ik zette heel veel sigaren afin res taurants en cafés. Het rookverbod heeft De tabakshandel mag het dan moeilijk hebben, Nico van Mastricht is ervan over- tuigd dat er nog een goede boterham in zit. Op het hoogtepunt van het rookverbod in de horeca, vorig jaar toen het kleinste kroegje hevig door controleurs werd bezocht, nam Van Mastricht Totaal Gemak Sima over, aan de Koepoort in Goes. Ruim een maand geleden kwam daar de To taal Gemak winkel in Vlissingen bij. „Wij komen uit de tabakshandel, maar ik weet ook wel dat er met alleen siga ren en sigaretten geen droog brood meer te verdienen is. ]e moet echt een formule hebben als Totaal Gemak of Primera, wil je een bloeiende zaak kun nen opbouwen. Mensen komen voor wenskaarten, tijdschriften, een krantje of een telefoonkaart. Verder heb je na tuurlijk de lotto en de staatsloterij. Voor alles geldt, van een rolletje drop en een pakje sigaretten tot een glossy tijdschrift of een telefoonkaart: wie er voor binnenstapt, neemt ook nog vaak iets anders mee. Een klantenkring op bouwen en behouden doe je net als in elke andere winkel: vriendelijke, vlotte bediening en een goede service." Het afgelopen jaar in de Goese winkel is Ni co van Mastricht zo goed bevallen, dat hij de zaak in Vlissingen erbij heeft ge nomen. Zijn zoon Roy doet nu de zaak in Goes en Nico staat zeifin Vlissin gen. De formule van Totaal Gemak maakt dat de ondernemers voordeliger kun nen inkopen en betere contracten kun nen afsluiten voor logistiek en beveili ging- Van Mastricht: „Van een ouderwetse tabakswinkel kan niemand leven, dat bestaat niet." Toch draait er in Goes nog zo'n winkeltje. Mevrouw van Kalmthout, in de tachtig, houdt haar zaakje aan de Voorstad open. Hoe? Door het winstoogmerk ondergeschikt te maken aan de behoefte om de klan ten te blijven bedienen. Nico en Roy van Mastricht in hun tabakswinkel aan de Goes Koepoort. foto Willem Mieras

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 142