5 spectrum
Di
Ochtendconcert
RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE
windstreek
Marjan
Berk
Zaterdag 10 april 2010
aar zat ik dan in Kalenberg, in de re-
j gen, wachtend op het mooie weer dat
ons voor de tweede paaszondag was
beloofd. Ik zat als een broedse kip
naast de gekleurde harde eieren, die ik zou ver
stoppen voor de zes kleinkinderen die zouden
komen, ik at vast een sneetje paasbrood, ontdooi
de de vijf liter soep die slager Mulder met zorg
had getrokken, en ik deed een dutje om krach
ten te verzamelen voor het familiair geweld dat
zou losbarsten.
In de nacht van zaterdag op zondag schrok ik
wakker van uitbundig gejubel! De dageraad was
nog niet aangebroken, een halve maan hing in
de lucht. Maar in de berk voor mijn huis zat, on
zichtbaar in het donker, een nachtegaal te jui
chen. Al die jaren in Overijssel had ik hierover
gelezen, enthousiaste verhalen gehoord van de
gelukkigen die verhaalden over de zang van de
ze kleine vogel, die mijn voormalige overbuur
man J.CBloem had geïnspireerd tot het schrij
ven van een van mijn lievelingsgedichten, De
Nachtegalen. En hier en nu voltrok zich het won
der: de nachtegaal zat naast mijn huis te zingen!
Ik liet mij uit bed glijden, schoot de sloffen aan,
sloop naar de keuken en daar, bij een op een kier
geopende deur, luisterde ik ademloos naar de
werkelijk betoverende glissandi en notenreek
sen die daar zo dichtbij werden gezongen! Het
was nog nacht, alleen die halve maan verzorgde
de verlichting. Een half uur lang duurde het con
cert Pas toen in het oosten een vage streep licht
de nieuwe dag aankondigde, stopte de vogel
plotseling. Alsof hij de opdracht had vervuld de
nieuwe dag in te luiden.
Ik ging terug naar bed. Later sprak ik een goede
vriendin, vertelde haar van het wonder en be
loofde haar de volgende ochtend te bellen om
haar mee te laten luisteren. Zo zat ik in de nacht
van eerste op tweede paasdag al om half zes met
gespitste oren op de rand van mijn bed. En waar
achtig, klokslag zes uur begon de nachtegaal zijn
concert. Ik nam de telefoon mee naar de keuken,
belde mijn vriendin wakker, opende de deur en
stak de hoorn naar buiten. Deze keer was het
nog spectaculairder dan de dag ervoor. Nu zong
de nachtegaal en werd beantwoord door een col
lega een eindje verderop. Mijn vriendin was
stupéfait! Ik ook. En ik was heel tevreden, dat ik
een heuse getuige van dit wonder had geregeld.
Nu waren we in staat om in koor te verhalen
van dit Paaswonder!
Mijn zoon arriveerde met de kleinkinderen, ik
beloofde hem de volgende ochtend wakker te
maken om ook te kunnen genieten van onze
nachtegaal. En waarachtig, voor de derde maal
luisterden wij naar de vogel dié zo zijn best
deed om de klassieke woorden van onze dichter
Bloem te illustreren. De timing van de nachte
gaal was formidabel. Op het moment, dat aan de
oostelijke hemel de 'rozenvingerige dageraad'
zijn entree maakte, stopte de vogel met zingen.
Ik schrijf het vers, dat deze gebeurtenis zo per
fect weergeeft, nog een keertje over:
Ik heb van 't leven vrijwel niets verwacht,
't geluk is nu eenmaal niet te achterhalen.
Wat geeft het- In de koude voorjaarsnacht
Zingen de onsterfelijke nachtegalen