Indonesië
Religie op één, sex op
twee en dieren op drie
3 spectrum
Zaterdag 3 april 2010
Volg de
belevenissen
van Wendy
dagelijks op
haar blog:
www.pzc.nl/
amatoo.
Van Zeeland 1
naar Indonesië
PZC-verslaggeefster Wendy van den Hurk reist zeven weken door
Indonesië. In het kader van een door Free Voice georganiseerde uitwisseling
helpt ze journalisten daar met multimediaal werken - voor de krant en voor
de website. Daarnaast bezoekt ze Zeeuwen in de Oost. Vandaag haar eerste
impressies: het verhaal van Gera Klijnsma uit Zierikzee, vrouw van de
Nederlandse consul, en op stap met journalisten van The Jakarta Post.
Eén stap buiten de benauwde hal
len van het Soekarno Hat-
ta-vliegveld en direct is duidelijk
hoe zichtbaar dagbladen hier
zijn in de samenleving. Overal
prijken Tempo-parasollen, en dan niet van
die campingrotzooi. Op de parkeerplaats
staan hippe Aygootjes, waarvan de zijkan
ten zijn bestickerd met het logo van The
Jakarta Post. Dwars door de verkeerschaos
krioelen mannetjes met hun armen vol
kranten.
Op de redactie van The Jakarta Post, de
grootste Engelstalige krant van Indonesië,
hangt een lijst. Mijn naam staat tussen die
van de cub-reporters, de leerling-journalis
ten. Dat betekent dat ik 's middags met ze
een duik neem in één van de grootste krot
tenwijken, Ciliwung River. Alleen ga ik
weer terug naar mijn hotelkamer; Ina Parli-
na en Linda Yulisman brengen er hun der
de nacht door. Onder de brug, tussen dui
zenden muggen. „Zo leer je compassie te
kweken voor andere lagen van de samenle
ving", vertelt Ina. „Als journalist heb je im
mers met iedereen te maken; je moet we
ten wat een politicus beweegt, maar ook
hoe een arme familie overleeft. Zo meteen
hebben we een interview met een visser,
omdat niemand op de redactie wist dat er
wordt gevist in dit smerige water. Dat is
dus nieuws."
Terwijl een bamboevlot ons naar de over
kant brengt, houdt Linda haar notitieblok
je alvast in de aanslag. Alle vragen staan
keurig op een rij. Ina haalt een dikke Ca
non uit haar rugzak. En Iwan Fals, een
doorgewinterde verslaggever die mee is als
begeleiding, brengt zijn audio-apparaatje
in orde. „Voor de website", zegt hij. „Ge
leerd tijdens een summercourse in Berke
ley, Amerika. Helaas is onze internetverbin
ding nog te traag om video's te kunnen
uploaden. Anders deden we dat ook wel."
Later, als we terug zijn op de redactie, laat
ik aan de hand van fotofragmenten van on
ze stagiair Jens zien hoe we bij de PZC
nieuws - in je eentje! - multimediaal aan
pakken. Persbericht, op locatie, nieuwsflits
voor de website sms'en, video maken met
je Nokia, die mailen en dan
pas een stukje tikken voor
de papieren krant. Iwan is
onder de indruk en ik glim
van trots. Tot hij naar zijn
virtuele krant klikt en een
M'etje voor Thejakarta-
Post.com zet. The Jakarta
Post Mobile. „Kijk, we heb
ben onlangs een convenant
gesloten met een telefoon-
provider, die mooie applica
ties heeft gemaakt om de
krant gemakkelijk op je mo
bieltje te kunnen lezen."
Slik.
En denk niet dat slechts
een handjevol mensen dat
doet. Iedereen in Jakarta
loopt continu met zijn
BlackBerry te klooien (aan De redactie van
iPhones doen ze hier niet) en als het geen
BlackBerry is, dan is het wel een ander tele
foontje. Zelfs in de slumps, waar tussen al
le golfplaten en in alle illegaliteit altijd wel
een televisie staat te loeien, zijn ze altijd be
reikbaar. Maar ja, of ze telefonisch toegang
hebben tot internet, is natuurlijk maar de
vraag. Dat de mobiele krant goed wordt be
keken, is echter zeker. Iwan laat een stijgen
de tabel zien. Elke maand komen er abon
nees bij. Ook op Twitter en Facebook heb
ben zich al duizenden volgers gemeld. De
jongerensite is hartstikke hip onder jonge
ren en ook het maandelijkse magazine wil
iedereen gelezen hebben.
Redactievergadering. Bij de PZC elke dag
om half zes, hier rond een uur of vier. Ook
al zit dat in Jakarta veel dichter tegen de
deadline dan bij ons. „This is Wendy from
Vlissingen, Holland...", word ik geïntrodu
ceerd. 'Ah Vliesiengan, nice', klinkt het in
koor. she works at a newspaper called
PieZetZie..." En nog voordat er een verge
lijking met een lokale krant in Jakarta is ge
maakt, klinkt er applaus.
Openen we met de bommen in Moskou,
vraagt hoofdredacteur Endy Bayuni zijn
mensen, of toch de modderstroom in het
oosten van Java? Het worden de bommen,
mét foto. Na afloop van de vergadering
vraag ik Mas Endy waarom er niet werd
stilgestaan bij de multimediale inbreng van
die dag. „Online doet zijn eigen ding", ver
telt hij. „Op die redactie werken zeven re
dacteuren en we geven ze zoveel mogelijk
ruimte. Het is kostendekkend, maar het
groeit nog niet hard genoeg. Een computer
scherm is gewoon te klein voor veel adver
tenties. Maar we zijn goed bezig. We pro
beren onze lezers interactief aan het den
ken te zetten. Bijvoorbeeld door promi
nent in beeld te brengen welke artikelen
het meest worden gelezen. Wat denk je?
Op één staat religie, op twee sex en op drie
dieren. Hoe is dat bij jullie?"
Die vraag heb ik de afgelopen dagen het
vaakst naar mijn hoofd geslingerd gekre
gen, steevast gevolgd door instemmend ge-
knik bij mijn antwoord. Want ja, als die Be-
landa het zegt, dan zal het wel zo horen.
The Jakarta Post.
kije, Bulgarije, Hongarije, Joegoslavië, Span
je, Portugal, Canada, Ethiopië, Kenia, Tan
zania, Zambia, Zuid-Afrika en toen kwam
het Verre Oosten. Elke vier weken deed ik
het rondje Japan, Bangkok, Singapore, Ma
leisië, Indonesië, Filippijnen, Taiwan, Ko
rea en via Japan weer terug naar huis."
Het kostte hem zijn huwelijk. En uiteinde
lijk ook zijn baan. „Ik werd flauw van Ne
derland, het paste me niet meer. Via een
vriend, die werkte bij Henkei, kon ik te
recht in Indonesië. Dat leek me wel wat, ik
vond het een leuk land. Op een gegeven
moment ontmoette ik een meisje van vroe
ger, Christy. Ze was intussen haar eigen be
drijfje begonnen, als toeleveran
cier voor de leerindustrie."
Om een lang verhaal kort te
maken: met Henkei ging
het mis, met Christy
juist niet. Ze trouwden
en kregen twee doch
ters. Het bedrijfje is in
middels een florerende
brandblusonderne-
ming. Hij doet de tech
nische kant, zij is van
de boekhouding. En aan
het huis -pardon: paleis-
te zien, gaat het ze voor
de wind. Binnen is het een
museum, buiten een bota
nisch paradijs. Zelfs de lo
tusbloemen doen het
goed. De tuin is het
enige dat Nol
en Christy
zelf onder
houden;
voor de
rest hebben ze twaalf personeelsleden.
Acht ervan wonen in de servant's quarter.
„We kunnen best af met de helft, maar
ach, kan mij het schelen. Eentje heeft een
dochter overgehouden aan een onbewaakt
moment, maar niemand hoeft zich zorgen
te maken of ze eten hebben, of niet. Zo
houden we dat hele spul in leven."
Samen met andere expats ontfermt Nol
zich financieel over een schooltje, dat aan
het oog van de regering ontsnapt. Hij ge
niet van het land en zijn mensen, al 34 jaar
lang. Ook al is het niet altijd even gemakke
lijk. „Tijdens de opstanden van 1998 zijn
we halsoverkop het land ontvlucht. Tus
sen tanks en brandende auto's door. Het
ging net goed. Maar de Chinezen, die
tachtig procent van de economie in
handen hebben, vormen de ge
meenschappelijke vijand. En
omdat Christy een Chinese ach
tergrond heeft, hebben we
voor de zekerheid een apparte
ment in Singapore genomen.
Je weet nooit of het nog eens
gebeurt."
En Vlissingen? „Als ik ooit te
rug zou gaan, en ik zeg als,
dan gaan we naar de boulevard.
Ik heb veel van de wereld ge
zien, maar die is uniek!"
Arnold
Kraan