meningen 15 Lezersbrieven soms even in de wacht Lammetjes luiden het voorjaar in Waar is Marietje Minderhoud? Even Edith Cor de Jonge 30 APgIL Postvak In PAAR NA zaterdag 27 maart 2010 RAMAKERS De lezersredacteur is bereikbaar per post op het adres van de Centrale Redactie van de PZC, ParkVeldzigt35, Postbus 91 4330 AB Middelburg. Telefoon: 0118-434005 E-mail: Lezersredacteur@pzc.nl Het forum waarop lezers zich kunnen uiten over actuele zaken is bereikbaar via internet; www.pzc.nl In de media doken deze week overal verhalen, foto's en re portages op over het voorjaar. Wandelaars bewegen zich op het strand tussen kinderen door die met zand spelen; in de mode- bijlage wordt de badmode onder de loep genomen en op de autopa gina staat de cabrio in de schijn werpers. Het blijft een leuk gezicht om een foto van 'bokkende' koeien te zien, die de lentekolder in hun kop hebben, nadat ze eindelijk weer gras voelen. Maar ook bij de aankondiging van de Open Hui- zen-route werd de lente erbij ge haald. De makelaar verklaarde dat de lente een goed jaargetijde is om woningen voor de verkoop open te stellen. Het zijn berichten waar je goeie zin van krijgt. Met uitzon dering van een rubriek over een Vlissingse wijkagente, die somber de dat met de lente het 'hangsei- zoen' aanbreekt. Maar in het alge meen wordt iedereen toch blij van de overgang van winter naar lente. Voor mij begon de lente veel eer der. Begin februari al, toen het nog guur was. Ik kreeg een telefoontje van een kennis, die zei dat er twee lammetjes waren geboren in een afgelegen wei. De ooi had gelam merd, maar de forse ram liet niet toe dat de lammetjes bij moeder gingen drinken. Het was een hels kabaal van mekkerende beesten. De ooi kon haar melk niet kwijt, de kleintjes kregen geen melk en de ram stond er gevaarlijk en nors kijkend tussenin. De kennis had het tafereel een tijd je bekeken, maar kon de ram niet pakken en apart zetten. Boven- dien drong de tijd, hij moest nog werken. En toen belde hij mij op, of ik de eigenaar van de schapen wilde halen. Die was thuis. Het was een aandoenlijk gezicht om de twee lammetjes bibberend en dicht tegen elkaar in de openlucht te zien liggen. Ik had er geen ver trouwen in dat de twee het zou den halen. Een week later liep ik er weer voorbij en zag zwaaiende, j vrolijke staartjes en een gelukkige ooi. Dat was mijn vroege voorjaar. I Onderstaande e-mail is nog niet geplaatst in de PZC, noch heb ik van u vernomen dat u het stukje niet wilt plaatsen. Graag reactie!" Deze mail ontving ik afge lopen week en de reactie heeft de ze Middelburgse abonnee inmid dels ontvangen. Zijn briefis een dag later gepubliceerd. Af en toe wordt deze vraag door brievenschrijvers gesteld. Terecht, want van hen mag verwacht wor den dat ze een vinger aan de pols houden dat hun boodschap over komt. Het is echter een misvatting dat alle brieven direct de volgende dag in de PZC verschijnen. Dagelijks wordt gekeken welke ruimte beschikbaar is voor de brie venrubriek en wat het aanbod is van reacties én het regionale nieuws. Die zijn beide zeer wisse lend. Soms past het aantal brieven precies in de beschikbare ruimte, maar vaak staan brieven 'enkele da gen in de wacht'. Met een obligaat berichtje dat we de brief hebben ontvangen, willen we niemand lastigvallen. Net als de brievenschrijvers willen ook de PZC-verslaggevers hun arti kel snel geplaatst zien. In een over leg tussen de chef nieuwsdienst en de verslaggever wordt haast 'onder handeld' over de ruimte. Het be lang van snelle publicatie wordt ge wogen en de verslaggever pleit er voor om zijn verhaal in de krant te krijgen. De chef moet de verslagge ver af en toe teleurstellen. Grof weg wordt dezelfde werkwijze ge volgd voor de brievenrubriek. De ze week mailde Annemary Mol uit Nisse naar de krant. Zij schreef dat ze een ontvangstbericht van de krant had verwacht toen ze een le- zersbrief stuurde. In de zaterdagkrant van 6 maart stond een artikel met de kop 'Dorpsraad Nisse wil de JOP (een container waar jongeren elkaar ontmoeten, red.) zo snel mogelijk weg hebben'. Annemary Mol rea geerde op dat artikel door enkele pijlen af te vuren op vooral wet houder Marga Vermue van de ge meente Borsele. Zij schreef dat het een enge en lelijke JOP-container is, 'die verdekt opgesteld staat': 'Er kan zomaar HOP! iemand vanach ter de JOP tevoorschijn springen en dat is erg bedreigend voor een kind.' Haar brief kwam op 9 maart bij de redactie binnen. Dat was in een week met veel regionaal nieuws en een opiniestuk voor de rubriek Te Gast. De ruimte voor de brievenrubriek stond onder druk. Vijf dagen later werd haar brief geplaatst. In de tussentijd wa ren er twee follow-ups over de JOP-container verschenen. Zij vond dat het nu leek alsof ze op het laatste stuk reageerde en de JOP-jeugd 'afschilderde als een stel potentiële aanranders'. „Het ging mij er alleen maar om, om te wij zen op het zoveelste gebrek aan communicatie tussen de dorps raad van Nisse en Marga Vermue." Ze schrijft dat ze niet direct gerea geerd heeft op het uitblijven van haar brief, omdat zij geen abonne ment heeft op de krant en die pas een aantal dagen later leest. En ze was ervan uitgegaan dat de brief niet was aangekomen. Wie weet wie er op deze foto staan en wie deze foto toebe hoort? De redactie kreeg onlangs van Tiny van Ber- gen-Weel uit Krommenie deze fo to toegestuurd. Mevrouw Van Ber gen schrijft dat ze jaren geleden ge correspondeerd heeft met een meisje uit Zeeland. „Het is echt lang geleden. Ik denk zo rond 1940,1941." Het 'Zeeuwse meisje' stuurde deze foto mee bij een van haar brieven. „Ik heb het altijd een heel leuke foto gevonden." Me vrouw Van Bergen wil nu de foto teruggeven aan de eigenares. „Ik zou het heel erg fijn vinden als dat lukt." Tiny van Bergen weet dat haar cor respondentievriendin Marietje Minderhoud heet en waarschijn lijk uit Zierikzee komt. „Maar dat weet ik niet eens zeker." Informa tie hierover kan doorgegeven wor den aan: lezersredacteur@pzc.nl Mevrouw Van Bergen wil deze foto teruggeven aan Marietje Minderhoud, met wie zij jaren geleden correspondeerde. Zij is haar uit het oog verloren.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 15