spectrum 6
Zaterdag 27 maart 2010
De rechtbank hekelde donder
dag in het milde vonnis te
gen cofFeeshopeigenaar
Meddie Willemsen en zijn
medewerkers vooral de rol
van het Openbaar Ministerie, de gemeente
en de Belastingdienst. De één had de shop
te veel gefaciliteerd, de ander onvoldoende
gewaarschuwd en ook aan de onderlinge
communicatie tussen de overheidsorganen
schortte het. De rechtbank letterlijk: „De
rol van de overheid is de reden dat aan de
eigenaar en de medewerkers van de cof
feeshop aanzienlijk lagere straffen worden
opgelegd dan doorgaans het geval is."
De gemeente faciliteerde de shop 'ruim',
volgens de rechtbank, onder meer door
het plaatsen van verwijsborden en het ac
cepteren van een maandelijkse bijdrage
van ïooo euro voor drugspreventieprojec
ten. Een ander verwijt richting gemeente
en OM: het was al jaren duidelijk dat het
aantal drugstoeristen explosief groeide,
dus waarom werd er niet eerder ingegre
pen.
Lonink, gisterochtend, geflankeerd door
twee adviserende ambtenaren: „De recht
bank noemt het plaatsen van de borden
'een verbazingwekkende overtreding van
de gedoogvoorwaarde'. Maar daar is wel
een publiek debat aan vooraf gegaan."
Klanten van de twee shops die niet wisten
Hij wil de rechtbank niet
bekritiseren, want je moet de
rechtsstaat respecteren. Maar
burgemeester Jan Lonink van
Terneuzen heeft het vonnis in de
rechtszaak tegen coffeeshop
Checkpoint met zeer gemengde
gevoelens gelezen. „Het meest zit
me nog dwars dat er over je
wordt geoordeeld, zonder dat je
jezelf of als gemeente hebt
kunnen verdedigen." Hij noemt
de rechtszaak 'een uitvloeisel van
het failliete gedoogbeleid'. „Een
halfslachtig beleid, waarbij het
aan de rechter wordt overgelaten
de grenzen te bepalen. Helemaal
fout."
door Marcel Modde
en Wout Bareman
waar ze precies moesten zijn, belandden,
onder meer door wegwerkzaamheden, in
verkeerde wijken en veroorzaakten daar
opnieuw veel overlast. „Dan gaat het niet
om faciliteren, maar om reguleren van een
situatie."
Er was, zegt hij, met de plaatsing van de
verwijsborden van de kant van de gemeen
te absoluut geen sprake van reclame-uitin
gen ('affichering'), zoals de rechtbank nu
doet voorkomen. Illustratief houdt Lonink
een brief uit Den Haag omhoog, afzender
minister Hirsch Ballin van Justitie.
„We hebben de situatie destijds voorge
legd aan de minister en die heeft persoon
lijk vastgesteld dat er met de plaatsing van
die borden geen sprake was van overtre
ding van de gedoogregels. De rechtbank
was daar kennelijk niet van op de hoogte.
Overigens was dat ook dé kans voor de mi
nister geweest om te zeggen: Terneuzen,
het gaat te ver. Maar daarvan was geen
sprake."
Hij schuift een grote stapel notities, brie
ven en andere paperassen naar voren als
bewijs dat hij, namens de gemeente, jaren
lang hemel en aarde heeft bewogen om
het (landelijk) beleid gewijzigd te krijgen.
Zonder veel resultaat. De respons, vooral
uit Den Haag, was minimaal. Lonink wil
er maar mee zeggen dat hem niet kan wor
den verweten dat hij de zaken achteraver
leunend heeft aanschouwd, uit de hand
heeft laten lopen.
„Het zal niemand ontgaan zijn dat ik in de
ze kwestie in de ruim zes jaar dat ik op de
ze post zit, altijd de voorhoede heb geko
zen. Niet om de groei van coffeeshops te
bevorderen, maar om een oplossing te vin
den voor de overlastproblematiek, in de
eerste plaats in Terneuzen, maar ook in an
dere grensgemeenten. Want die worstel
den en worstelen in de meeste gevallen nu
nog steeds met dezelfde problematiek."
Belangrijkste uitgangspunt was steeds dat
de chaotische situatie van begin jaren ne
gentig, met een kleine negentig illegale ver
kooppunten en enorme overlast voor de
binnenstadbewoners nooit en te nimmer
mocht terugkeren.
i T^V ankzij de inspanningen van
1 mijn voorganger Ron Barbé is
JL^ dat immense probleem toen de
kop ingedrukt door twee coffeeshops te ge
dogen. Alleen, langzamerhand werden die
shops ook weer een probleem op zich,
vooral door de groeiende overlast. Het ver
wijt dat wij als gemeente hebben meege
werkt aan de spectaculaire groei, moet wel
in het juiste perspectief worden gezien.
Het is een bewuste keuze van één van de
ondernemers zelf - de eigenaar van Check
point - geweest. Hij had ook klein kunnen
blijven, zoals z'n buurman aan de over
kant, Miami. Wij hebben hem bij die groei
in ieder geval op geen enkele wijze gesti
muleerd. Integendeel."
Burgemeester Jan Lonink.
foto Peter Nicolai