Zeeuwen waren de beste spectrum 2 Zaterdag 20 maart 2010 door Ruud Paesie '-m r- Vijfjaar geleden werd het Jaar van het Zeeuwse Sla vernijverleden met een studiedag en de onthulling van het slavernijmonument in Middelburg afgeslo ten. Wetenschappers namen toen aan dat ongeveer een op de drie Nederlandse slavenschepen een Zeeuwse thuishaven had en dat ongeveer 180.000 slaven door Zeeuwse schepen zijn vervoerd. Histo risch onderzoek naar de slavenhandel heeft sinds dien niet stilgestaan. Nieuwe analysen en niet eer der gepubliceerde onderzoeksresultaten werpen nieuw licht op het Zeeuwse slavernijverleden. Nederlandse onderzoekers hebben altijd veel belangstelling getoond voor het ko loniale verleden in Azië. De Nederland se expansie in het Atlantisch gebied en de betrokkenheid bij de slavenhandel hebben betrekkelijk weinig aandacht gekregen. Daar entegen is de interesse in het buitenland voor de At lantische wereld in de vroegmoderne tijd veel groter geweest. Met name in Angelsaksische landen. Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw zijn allerlei gege vens over de slavenhandel uit internationale bron nen door onderzoekers verzameld en in databestan den opgeslagen. Op dit moment zijn daar circa 35.000 internationale slavenreizen in opgenomen met een geschat totaal van tussen de elf en ruim twaalf miljoen vanuit Afrika geëxporteerde slaven. Het Nederlands aandeel wordt op ongeveer 600.000 slaven geschat of 5 procent van de internationale sla venhandel. De Nederlandse slavenhandel heeft zijn oorsprong in de eerste helft van de 17e eeuw. In 1621 wordt de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht, een sa menwerkingsverband van vijf verschillende kamers. Ook veel Zeeuwen participeren in de handelsorgani satie en de kamer Zeeland is na Amsterdam zelfs de een na grootste kamer van de WIC. Rond 1635 slaagt de WIC erin om Pernambuco, het suikerrijke noord oostelijke deel van Brazilië, op de Portugezen te vero veren. Suiker is een arbeidsintensieve grondstof en voor het welslagen van de suikerproductie zijn veel slaven noodzakelijk. Daarom organiseren de Neder landers vanaf dat moment een geregeld slaventrans- port vanuit West-Afrika. Het Braziliaanse avontuur is echter van korte duur, want in 1654 moeten de Ne derlanders Pernambuco alweer aan de Portugezen prijsgeven. De Nederlandse slavenhandel heeft zich ondertussen naar andere delen van het Amerikaanse continent verplaatst, waarbij het Caribische eiland Curasao als operi slavenmarkt fungeert. Door de strijd in Brazilië is de WIC echter financieel uitgeput en nauwelijks in staat om eigen slavenschepen uit te rusten. Daarom doet ze een beroep op externe kapi taalverschaffers en sluit slavencontracten af met parti culiere rederijen. Uit niet gepubliceerde onderzoeks gegevens van Franz Binder en Ruud Koopman blijkt dat vooral Hollandse kooplieden in die periode bij de slavenhandel betrokken zijn. Uiteindelijk weet de WIC geen oplossing voor haar financiële problemen te vinden en wordt in 1674 ontbonden. De handelsor ganisatie maakt plaats voor een nieuwe Compagnie die nog in datzelfde jaar wordt opgericht De rol van de Zeeuwen bij de slavenhandel blijft tot dan toe beperkt tot ongeveer twintig procent van de Nederlandse slavenhandel. Maar spoedig daarna treedt een kentering op. Lorrendraaiers of smokkel- schepen, die vooral in Zeeland worden uitgerust, ver schijnen binnen het octrooigebied van de WIC. Om deze geduchte concurrenten te bestrijden, rust de WIC kostbare kruisers uit. Een taak waar de Amster damse kamer vooral mee wordt belast. Door deze taakverzwaring krijgen de andere kamers een relatief grotere rol bij de slavenhandel. Hoewel lorrendraaiers zich aanvankelijk vooral op de Afrikaanse goederenhandel richten, zoals de han del in stofgoud en ivoor, verandert dat aan het eind van de 17e eeuw door de sterk toegenomen vraag naar slaven. Meer en meer smokkelaars schakelen over op de driehoekshandel, waarbij de uit Europa geëxporteerde koopwaren in West-Afrika tegen sla ven worden afgezet die vervolgens in Amerika wor den verhandeld. Vandaar zeilt men met West-Indi sche producten, zoals suiker, tabak, cacao- en koffie bonen richting Europa, waar de goederen worden ge veild. Tussen 1700 en 1730 neemt het aantal vanuit Zeeland georganiseerde (illegale) slavenreizen zo sterk toe dat die in omvang gelijk is aan die van de Compagnie. Bovendien brokkelt de Zeeuwse steun

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 50