Een thuis voor de rode aap
II
Naar schatting leven er nog zo'n 25.000 rode mensapen in het
wild. 'Nog maar één voetbalstadion vol'
Nestlé verbreekt het con
tract met een Indonesi
sche leverancier van
palmolie. Dit naar aanlei
ding van de actie die
Greenpeace deze week
begon tegen 'foute' palm
olie. De productie daar
van bedreigt de leefomge
ving van de orang-oetan
en dus de mensaap zelf.
vrijdag 19 maart 2010
Willie Smits, regenwoudecoloog
Illegale houtkap van een oerwoud. foto EPA Oogst van palmolienoten, foto EPA
door Alex Engbers
De weg van Samboja naar Ba-
likpapan is zelfs voor Indo
nesische begrippen matig
onderhduden. De vracht
wagens die over deze weg
in Oost-Kalimantan steen
kool afvoeren, hebben een zware wissel ge
trokken op het oude asfalt. Even buiten
Samboja zien we nog net een klein bord dat
de ingang naar Samboja Lestari markeert.
Geen toeters ofbellen. Enkel een beschei
den bord. En met reden. Niet voor niets
haalt de jonge dierenarts Faisal elke middag
met zijn truck de nachtwakers op uit Sam
boja. „Laten we het er op houden, dat we
de mensen willen beschermen tegen het uit
breken van een van onze orang-oetans", zal
Faisal later die dag met een knipoog zeggen.
Na enkele kilometers doemt een wachtpost
op. Over de weg hangt een slagboom. Di
rect daarna schiet het groen de hoogte in.
Het lijkt wel een oerbos. Ineens rijden we
op enorme 'eilanden' af, het thuis voor tien
tallen orang-oetans. Het is van een overwel
digende schoonheid, zoveel mensapen
dichtbij.
We zijn beland in het hart van Samboja
Lestari ('Samboja voor eeuwig'), het geestes
kind van Willie Smits (zie kader). Hij heeft
in 2001 de aanzet gegeven tot dit succesvolle
project. Het is hem gelukt bos terug te krij
gen, waar het voorgoed verloren leek. Tien
jaar geleden was het nog een kale woestenij,
nu bloeit er weer een tropisch paradijsje
van 2000 hectare (ongeveer vijf kilometer
in de rondte), waar zo'n 250 orang-oetans
een veilige plek hebben gevonden.
De 20ste eeuw heeft de natuur echter zwaar
beschadigd. Het begint voor 1940 nog rede
lijk onschuldig met de groeiende vraag op
de wereldmarkt naar hardhout en aardolie.
Maar in de tweede helft van de vorige eeuw
breekt de hel los. Door een monsterver
bond van hardhoutjagers, palmolieprodu
centen en sluimerende vuren gaat de ont
bossing griezelig snel. Borneo is twee keer
zo groot als Duitsland. Maar ruim de helft
van het eiland heeft nu al geen bos meer.
Volgens Greenpeace en Smits is de palm
olie-industrie de grote boosdoener. Nog
steeds kappen ze liever oerbos dan dat ze
uitwijken naar braakliggende terreinen die
ook bebouwbaar zijn, al kost het meer moei
te. Kind van de rekening is de biodiversiteit.
Planten en dieren, waaronder de orang-oe
tans, verliezen hun plek onder de zon. Palm
olieplantages van einder tot einder en alang
alanggras (schadelijke voor flora en fauna
vanwege een zuur dat het afscheidt) bepa
len nu het beeld. Zo is het in de omgeving
van Samboja fout gegaan. Eerst is al het
hout gekapt en daarna restte uiteindelijk al
leen nog het alang alanggras.
In 2001 begint in Samboja de ommekeer.
Samboja Lestari ziet het levenslicht. Land
wordt opgekocht, de status van natuurge
bied wordt verkregen en Smits zoekt in al
les de hulp van de mensen uit de buurt.
Zonder hun hulp, zo weet hij uit ervaring,
heeft het project geen kans van slagen.
Smits en zijn mensen beginnen met het op
kweken van miljoenen boompjes. Het be
treft honderden soorten.
Stukje voor beetje wordt daarna de aanval
op het gras ingezet. Hun belangrijkste verde-
digingswal - zaad niet laten ontkiemen -
wordt met vernuft opgetrokken. Met zorg
worden de jonge boompjes geplant. Hier
een type dat snel groeit en veel schaduw
brengt, daar een vijgenboom, favoriet bij al
le orang-oetans.
Het is moeilijk voor te stellen dat hier tien
jaar geleden nog een veredelde woestijn
was. Enkel de echte woudreuzen ontbreken
nog. Daar zullen we nog een eeuw of wat
op moeten wachten. De ecolodge vormt nu
nog het hoogste punt. Het is een klein, ver
antwoord gebouwd oerwoudhotelletje waar
je voor een kamer tot 200 dollar betaalt.
Een Tarzan en Jane-droom voor de beter ge
situeerden.
Bij de start van Samboja Lestari leeft de
droom om zoveel mogelijk orang-oetans
weer uit te zetten in de natuur. Om verschil
lende redenen gebeurt dat niet meer. Zo
kun je orang-oetans niet loslaten in gebie
den waar al soortgenoten leven. En door
het slinkende oerwoud, met dank aan de
palmolie-industrie, is er domweg geen
plaats meer. Volgens veearts Faisal is al acht
jaar geen orang-oetan meer teruggezet. Met
250 orang-oetans uit Samboja kan er geen
primaat meer bij. Al worden die nog wel
aangeboden. Zeker tien keer per jaar komt
er iemand langs met een orang-oetan. Het
voelt voor de betrokkenen in Samboja iede
re keer weer als een nederlaag als 'nee'
moet worden verkocht.
Faisal hoopt vurig dat hef Smits lukt grond
te kopen, op tien uur rijden van Samboja.
De stichting heeft daar een stuk grond op
het oog van 86.000 hectare, liefst 43 keer zo
groot als Samboja. „We zouden daar onze
orang-oetans de ruimte kunnen geven. Het
is niet hetzelfde als terugzetten in de na
tuur, maar het komt wel heel dicht in de
buurt. Zo zouden wij in Samboja ook weer
nieuwe orang-oetans bescherming kunnen
bieden."
Voor het zover is, heeft Smits nog heel wat
hobbels te nemen. Hij moet de lokale bevol
king meekrijgen, de overheid bewegen de
juiste vergunningen af te geven en het geld
vinden. Een Herculestaak voor een normaal
mens. Maar Smits heeft in Samboja al laten
zien dat hij wel van een uitdaging houdt.
MALEISIË
INDONESIË
O
Jakarta
Java Zee
SULAWESI
Samboja