schip met oorlogserfenis stoppen is gelijk aan helen' 'Als ik ergens zie staan: aangekocht in Berlijn, jaren dertig, zet ik er d,nSdagi 6 maart 2010 wel even een kruisje bij' 11 Cutmann en Goudstikker Aandacht Quentin Buvelot, hoofdconservator Mauritshuis gestolen goed in huis hebt." De Nederlandse musea voelen die morele plicht terdege, beaamt Bon ny van Sighem, teamleider collec tiebeheer van het Centraal Mu seum in Utrecht. Ook al komt uit het onderzoek dat er iets aan de muur hangt dat niet van jou is. „Als het zo is, dan is het zo en dan moet het recht zijn loop hebben." Het is, zegt Buvelot van het Mau ritshuis, de finale poging van de 'Als het zo is, dan is het zo en dan moet het recht zijn loop hebben' musea om schoon schip te maken met de 'Holocaust Era'. „Er zullen altijd lacunes blijven. Maar door al les in kaart te brengen met de mid delen die we nu hebben, laten we zien dat we niets nagelaten heb ben." Binnen de kerncollectie van het Mauritshuis, die zo'n achthonderd schilderijen omvat, heeft hij er in middels 'enkele' voor nader onder zoek aangemerkt en rinkelen bij één schilderij echt de alarmbellen. „Het is nog te vroeg om concreet iets te zeggen. Maar als ik ergens zie staan: aangekocht in Berlijn, ja ren dertig, zet ik er wel even een kruisje bij." Buvelot erkent dat hij voorbereid wil zijn op mogelijke claims. Als blijkt dat zijn museum één of meer verdachte werken in huis heeft, kan misschien in relatieve stilte een oplossing worden ge zocht. Dat is, stelt Ekkart, voor de meeste musea ook de achterliggende re den om mee te doen. „Mijn groot ste zorgpunt is dat er de afgelopen jaren een hele claimproducerende bedrijfstak is ontstaan. Er zijn ad vocaten die zelf erven opsporen en op een no cure no pay basis te werk gaan. Dat zijn vaak de claims die je het meest overvallen en het hardste geroep geven. Dan liever als museum eerst zelf onder zoek doen, weten waar je kwetsba re punten zitten en op basis daar van de juiste stappen doen." In 2002 werd voor het eerst een grote collectie oorlogs kunst teruggegeven uit de circa 4.800 objecten die na de oorlog in handen kwam van de SNK. De erven van de vermoorde bankier Fritz Gutmann, zijn dochter Lil- li en haar neven Nick en Simon, kregen ruim 230 objec ten terug. Een deel van de collectie werd geveild. Dat gebeurde ook na de Goudstikker-deal in 2006, toen na jaren van processen tegen de Nederlandse staat het besluit viel dat 202 schilderijen uit de collectie van de Joodse kunsthandelaar Jacques Goudstikker moesten worden overgedragen aan zijn schoondochter en erfgename Marei von Saher. De teruggave van beide collecties, waaronder schilderijen van Jan Steen, Van Goyen en Van Ruysdael, vormde een forse aderlating voor de Nederlandse musea. Foto's: 1. Bestandscatalogus van het Mauritshuis. 2. Amerikaanse soldaten dragen schilderijen uit kasteel Neuschwanstein in Duitsland. 3. Herman Göring neemt een schilderij in ontvangst dat hij van Hitier krijgt voor zijn 45ste verjaardag in 1938. Rudi Ekkart, directeur van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Docu mentatie, voert de super visie over het vorig jaar begonnen onderzoek naar door de nazi's ge roofde kunst die vanaf 1933, dus nog voor de Tweede Wereldoor log, in Nederlandse museumcollec ties is terechtgekomen. Dat zal on getwijfeld claims van oorspronke lijke eigenaars of hun nazaten gaan opleveren, voorspelt hij. Eerdere claims waren vooral ge richt op kunstobjecten die in de periode 1940-1948 bij Nederlandse musea waren terechtgekomen. Maar de kunstroof door de nazi's begon al snel na de machtsoverna me door Hitler in 1933, benadrukt Ekkart. „Er waren beslagnames, er waren joodse mensen die het vege lijf hebben gered maar hun kunst collecties moesten achterlaten. De verwervingen van musea uit jood se boedels vormen een niet te ver waarlozen bestanddeel en daar moet dus naar worden gekeken," zegt hij. Voor het Rijksmuseum in Amster dam is het onderzoek een derma te grote operatie dat eerst een plan van aanpak moet worden opge steld. Rijksmuseum Twenthe, dat in 1930 werd opgericht en juist in de eerste periode veel kunstwer ken verwierf, is 'tamelijk afwach tend' over nieuwe claims. Hoofd collecties Paul Knolle: „De eerste indruk is dat het niet heel dramatisch gaat worden, maar ze ker kan ik het nog niet zeggen." Het Frans Hals Museum in Haar lem en het Centraal Museum in Utrecht willen in deze fase nog geen uitspraken doen. De eindrapportage van de Neder landse Museumvereniging moet in 2012 klaar zijn. Ekkart, die de pro jectgroep van de Museumvereni ging voorzit, erkent het risico dat musea niet tot de bodem zullen gaan uit 'een zekere angst' om wer ken te verliezen. „Er kan de verlei ding bestaan om de handen voor ogen te houden. Maar als je iets in de doofpot stopt en het komt als nog boven water, dan ben je aan het helen. En dat zijn de meeste musea zich terdege bewust." Vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw groeide nationaal én internationaal de aandacht voor het leed dat vervolgingsslachtoffers tijdens, maar ook na de Tweede Wereldoorlog was aangedaan. Nederland stak de hand in eigen boezem en erkende dat het zich 'formalistisch, bureaucratisch, harteloos en kil' had opgesteld. Sinds 1997 doet het Bureau Herkomst Gezocht onder voorzitterschap van professor Rudi Ekkart onderzoek naar de roofkunst die werd ondergebracht in de collectie Stichting Nederlands Kunstbezit. De regering besloot in 2001 het teruggavebeleid te verruimen en advies te vragen aan een zogeheten Restitutiecommissie van juristen en kunsthistorici. Tot 23 november 2009 werden aan de Restitutiecommissie 117 zaken voorgelegd en zijn 83 adviezen uitgebracht.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 11