spectrum 4 Wulpen schudden zo woestdat de krab soms al zijn poten verliest We beginnen de wandeling linksbovenin het klauwtjesmos y# - v*' F s-•-<->& t Zaterdag 13 maart 2010 De gewone zwemkrab, net voor hij zich ingraaft in het zand. foto's Chiel Jacobusse De kleine zilverreiger eet veel gewone steurgarnaal. Wulpen vissen een krab van tussen de ste nen of uit het zand. Bij Het Zeeuwse Landschap zijn we bezig om de laatste hand te leggen aan een boek over kreef ten, krabben en garnalen. Decapoden, heten ze in wetenschappelijk jargon en dat betekent tien- potigen. Dat is precies wat deze dieren van allerlei andere onderscheidt; het bezit van niet minder dan 5 paar poten. Zowel van de garnalen als van de krabben leven in Zee land enkele tientallen soorten. Daaronder zijn ware ju weeltjes om te zien. Eén van de dingen waar je tegen aan loopt als je je in zo'n groep verdiept zijn hun natuurlijke vijanden. En dat zijn er nogal wat. Garnalen staan bij tal van vogels op het me nu. Lepelaars bijvoorbeeld zijn notoire garnalenverslin- ders en ook kleine zilverreigers eten naast kleine visjes veel garnalen. Vaak kun je buitendijks vissende kleine zil verreigers zien in het Zwin en in Saeftinghe, maar ook op diverse plaatsen langs de Oosterschelde. De vogels vangen de garnalen met behulp van trillingen met hun poten. De poot met helgele tenen wordt even snel heen en weer be wogen over het slik, en dat jaagt de garnalen uit hun dek king. En die worden vervolgens met een snelle beweging van de snavel uit het water gevist. Met laagwater zie je de sporen van de kleine zilverreiger als een soort onscherpe foto op het slik. Tot voor kort kon je regelmatig in linie vissende kleine zilverreigers zien, maar dat is nu even verleden tijd. Twee betrekkelijk stren ge winters hebben deze soort een fikse klap toegebracht en waarschijnlijk duurt het wel even voor de stand weer op het oude niveau is. Krabben hebben andere vijanden dan garnalen. Toch spe len ook hier de vogels weer een belangrijke rol. Veel krab- benresten vind je in de braakballen van zilvermeeuwen en mantelmeeuwen, maar voor het subtielere werk moet je in de familie van de steltloperszijn. Mede-redacteur Gerard Heerebout publiceerde over invali de strandkrabben die op het nippertje aan een vogel zijn ontsnapt. Van één of meer poten resteert alleen een stompje. Heel vaak is dat het werk van wulpen. Die vissen een krab van tussen de stenen of uit het zand en schud den die woest heen en weer. Het komt voor dat een krab op die manier bijna al zijn po ten verliest. De scholekster pakt het weer anders aan. Een strandkrab die opgericht in verdedigingshouding overeind staat wordt met een welgemikte stoot van de snavel via de mondopening geraakt tot diep in de buik en moet dat met de dood bekopen. Krabben zijn niet helemaal weerloos tegen al dat geweld. Natuurlijk zijn hun scharen geduchte wapens en naarma te een krab groter wordt zijn er minder dieren die zich aan een confrontatie wagen. Maar voor predatoren als zee honden is natuurlijk geen maatje te groot. Om veilig te zijn graven veel krabben zich in in de bodem gedurende perioden dat ze niet actief zijn. Een andere strategie om aan sommige vijanden te ontko men is het leven op grote diepte. Krabben kunnen voorko men tot op tientallen meters diep. Daar zijn ze veilig voor vogels en zeehonden, maar natuurlijk wachten daar weer andere gevaren. Geen dier ontsnapt aan de ijzeren wet van eten en gegeten worden. Eind van de winter. Het paddenstoelenseizoen is alweer een poos voorbij, bij de vogels moet de voorjaarstrek nog op gang komen en ook met de planten is het nog even afwachten. Het lijkt wel of er op dit moment niets te beleven is in de natuur. Maar wacht even, dat is buiten de mosjes gerekend. Die minuscule plantjes beleven juist op dit moment hun hoogtepunt. Een oude re fruitboom in de achtertuin of een oude knoestige knotwilg langs het wandel pad. Sommige van die bomen zijn helemaal bedekt met een waar tapijt van fraai gekleurde mossen en korstmossen. We nemen u mee op excursie. We starten in de linksboven hoek van de foto hiernaast. U bent 1 centimeter groot en staat met uw voeten in een heel matje van tegen de stam aangedrukte groene stengeltjes van het Klauwtjesmos. We lo pen wat naar het midden, maar pas op aan de rand ligt een glibberige zone van het bruinige Verstop-schildmos. Dan staan we ineens in een pallet aan kleurtjes. Rechtop stoelend Gewoon en Grijs kronkelsteeltje. De laatste heeft scherp prik kelende witte glasharen. In de verte ziet u linksonder het felgele Groot dooier mos en een groot plakkaat van het Gestippeld schildmos. Ze hebben onwezenlij ke kleuren en grillige vormen. In het centrum komt u bij de schitterende rozetjes van het Knikkersterretje. Het loopt wat lastig zo en u besluit verder te gaan via kale stukjes boomstam. Daar aangekomen blijkt ook hier toch nog van alles te groeien. De gele Citroenkorst en het Heksevingermos doen sprookjesachtig aan. Het witte Gewoon schildmos past bij die sfeer. U hoeft niet perse als minimens door deze kleurrijke wereld te wandelen. Met een loepje of leesbril en wat fanta sie, komt u al een heel eind. De namen lijken fantastisch, maar ze zijn wel echt. v -v" V ii, - .r- 6', w,vX - :<<v JL' fV

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 84