van mierlo 115 Voor 'Mr. D66' was politiek passie In Memoriam 1931 - 2010 vrijdag 12 maart 2010 door Dick van Rietschoten Het hele woord 'car rière' is mij vreemd. Het is alleen al ver moeiend om eraan te denken", zei Hans van Mierlo in 1967 na z'n storm achtige entree in de Tweede Ka mer als leider van de nieuwe poli tieke partij Democraten '66. Had hij toen geweten welke enerveren de carrière de toekomst hem nog zou brengen, hij zou terstond van vermoeidheid in slaap zijn geval len. Miljoenen kenden hem al sinds dat beroemde zwartwit-reclame- filmpje uit 1966, waarin hij als lijst trekker van toen D66 door Amster dam banjert. Een man met loshan gende jas en verontruste blik, mompelend dat een aantal dingen in Nederland radicaal moet veran deren. Een dergelijke aanpak was hier nog nooit vertoond, maar het werkte wel. Bij de Kamerverkiezin gen van 15 februari 1967 behaalde de nieuwkomer zeven zetels en daags daarna prijkte een foto van een uitgelaten Van Mierlo met een flesje bier in de geheven hand te midden van zijn juichende aan hang op de voorpagina van de New York Times. 'Star rises in Dut ch politics' luidde de bijbehorende krantenkop. Zowel hier als overzee werd gesproken van een Neder landse Kennedy. Henricus Antonius Franciscus Ma ria Oliva van Mierlo - 'Hafmo' - werd op 18 augustus 1931 in Breda geboren. Zijn wieg stond in een welvarend rooms-katholiek mi lieu: vader was directeur van een steenfabriek en medefirmant van de Bank Van Mierlo, vanouds een 'familiebank'. Die gegoede afkomst bracht hem na de oorlog bij de je zuïetenpaters van het prestigieuze Canisius College in Nijmegen, een kostschool waar acht jaar later ook Ruud Lubbers zijn opwachting zou maken. Eigenlijk wilde Hans het liefst naar de toneelschool, maar daar za gen zijn ouders niets in. Om hen te plezieren ging hij rechten stude ren aan de Nijmeegse universiteit. Een van de ouderejaars die daar rondliep, zou hij later nog menig maal tegen het lijf lopen: Dries van Agt. Van een leien dakje liep de studie allerminst. In 1957 gaf Hans er de brui aan en vertrok naar Zuid-Frankrijk, waar hij zijn kost je verdiende als houthakker, haven werker en leerling-verslaggever bij een regionale krant. In 1959 keerde hij terug naar Nederland, studeer de alsnog snel af en solliciteerde met succes bij het Algemeen Han delsblad te Amsterdam. Hier ont moette hij onder anderen collega Hans Gruijters, die een paar jaar la ter tot WD-gemeenteraadslid in Amsterdam werd gekozen en be gin 1966 met slaande deuren de WD verliet. De geschiedenis van Van Mierlo is grotendeels ook de geschiedenis van zijn partij. Hij was immers een van de oprichters, de eerste partijvoorzitter en de eerste fractie leider van D66 in de TWeede Ka mer. En altijd is hij de ultieme per sonificatie van die partij gebleven: Mr. D66. Op de redactie van het Handels blad en in de cafés waar Van Mier lo en zijn collega's zich geregeld laafden, was de politieke situatie van die dagen - en met name de kloof tussen de vooroorlogse en naoorlogse generatie - geregeld on derwerp van gesprek. Zo ontstond het idee om op Koninginnedag 1966 in Hotel Krasnapolsky een brainstormbijeenkomst te houden over een mogelijke nieuwe politie ke beweging. Dat leidde tot zoveel positie ve respons dat een groep van 36 personen op 14 ok tober van dat jaar de oprichting be kendmaakte van D'66 (toen nog met apostrof). In de daaraan voor afgaande nacht was door toedoen van KVP-fractieleider Norbert Sch- melzer het Yooms-rode' kabi- net-Cals ten val gekomen. Er ston den nieuwe verkiezingen voor de deur en D'66 zou daarbij van de partij zijn. Aanvankelijk wilden de oprichters Gruijters lijsttrekker maken omdat die al wat politieke ervaring had, maar Gruijters weigerde omdat hij te zeer bekend stond als ex-WD' er. Zo werd Van Mierlo het gezicht van de nieuwe partij. De zeven zetels van 1967 werden er elf bij de verkiezingen van 1971. Van Mierlo bleek over een groot charisma en retorisch talent te be schikken. „We moeten de revolu tie maken voor ze uitbreekt", zei hij bijvoorbeeld in 1968. „Een stille revolutie, die kanalen graaft van de burgers en hun frus traties naar de centra van de macht, en dan met vreedzame middelen." Dat soort teksten sloeg aan, evenals de wijze van opereren van Van Mierlo. Hij was toeganke lijk en kon goed nuanceren en rela tiveren. D66 had echter wel een aantal harde speerpunten: de mi- nister-president en ook burgemees ters moesten rechtstreeks door het volk worden gekozen, er moesten referenda mogelijk worden en er diende op allerlei terreinen meer openheid en democratie te ko men. In 1972 sloot Van Mierlo met de Pv dA van Joop den Uyl en de Politie ke Partij Radikalen van Bas de Gaay Fortman een verbond om sa men te komen tot een progressief kabinet. De verkiezingen van 1972 verliepen voor D'66 echter teleur stellend: zij verloor vijf zetels om dat veel linksdenkenden voor de zekerheid maar PvdA hadden ge stemd. Toch kwam er een in meer derheid links kabinet (met één mi nisterspost voor D'66), waarin ook enkele verlichte geesten uit ARP en KVP meeregeerden. Van Mierlo had formateur Jaap Burger zelfs nog een waardevolle tip gegeven: 'Ik ken een progressieve jonge ka tholieke ondernemer die best mi nister zou kunnen worden: Ruud Lubbers.' Liep Van Mierlo's politieke leven tot dan toe op rolletjes, privé ging het aanzienlijk stroever. Hij had al twee huwelijken achter de rug, waaruit een zoon en twee doch ters waren voortgekomen. Toch kwam er kort na de in stallatie van het kabi net-Den Uyl ook een kras op zijn politieke blazoen. Zijn frac tie verweet hem dat hij zozeer ge biologeerd was door het idee dat PvdA, D'66 en PPR moesten sa mensmelten tot een progressieve volkspartij, dat hij de eigenheid van D'66 uit het oog verloor. Van Mierlo droeg daarop het lei derschap over aan (an Terlouw. In 1977 hield hij het politieke bedrijf zelfs helemaal voor gezien. Hij ver dween uit de publiciteit en deed al leen nog wat advieswerk. In september 1981 stond hij echter opeens weer in de schijnwerpers als minister van Defensie in het tweede kabinet-Van Agt. Daarbij kreeg hij een zwaar verteerbaar ge recht op zijn bord: het al dan niet plaatsen van Amerikaanse kruisra ketten in Nederland. Hij sloeg zich er echter met char me, flair en vindingrijkheid door heen. Door het uittreden van de PvdA uit de coalitie was het minister schap hem maar een jaar vergund, waarna Van Mierlo zich als sena tor terugtrok in de luwte van de politiek. Lang duurde dat echter niet, want begin 1986 maakte hij - uit vrees dat z'n partij geheel zou verdampen - een glorieuze rentree op het politieke hoofdtoneel: hij werd opnieuw lijsttrekker voor de TWeede Kamer. PAARS Zijn reddingsscenario werkte. D66 (nu zonder apostrof) groeide weer als kool en in 1989 leek het er zelfs even op dat de par tij weer zou gaan meeregeren, wa re het niet dat het CDA daar een stokje voor stak. Dat laatste gaf de getergde partijleider de definitieve duw om de geesten rijp te maken voor een kabinet zonder de al ne gentig jaar vanzelfsprekende en on ontkoombare aanwezigheid van christendemocraten. Een paarse coalitie: progressief en liberaal, rood en blauw. Leden van PvdA, WD en D66 spraken er al jaren in formeel over, maar nu moest het er maar eens echt van komen. Aldus geschiedde. De paarse droom van Van Mierlo had zelfs zo'n grote uitwerking dat hij D66 in 1994 het beste verkie zingsresultaat aller tijden bezorg de: 24 zetels. En de droom kwam zowaar uit: er ontstond een paars kabinet. Van Mierlo kreeg daarin een plek op het erepodium: vice- premier en minister van Buiten landse Zaken. Het eervolle ambt viel hem echter zwaarder dan hij had verwacht. Hij was doodop, maar dat bleek te komen doordat hij bij een heup operatie besmet was met hepati- tis-C. Pas na een paar maanden was Van Mierlo hersteld en kon hij naar eigen zeggen eindelijk „ge passioneerd met de wereld bezig zijn." Toen Nederland in 1997 voorzitter van de EU was, speelde hij dan ook met duidelijk plezier zijn rol in de internationale poli tiek. Na zijn afzwaaien in 1998 kreeg hij, inmiddels 67 jaar oud, de ereti tel Minister van Staat. Er kwam nog een tweede paarse kabinet, maar daarna leek Nederland 'paars- moe' te zijn. „Toch weten we nu dat het CDA niet meer per defini tie de macht heeft", stelde Van Mierlo vergenoegd vast Die mis sie van D66 was in elk geval ge slaagd. Anderzijds moest hij ech ter bitter constateren dat van al die 'kroonjuwelen' van D66 alleen het raadgevend referendum levens vatbaar was gebleken. Voor Van Mierlo, die eind ja ren negentig een relatie aanging met schrijfster Conny Palmen, restte na zijn ver trek uit de politiek nog slechts een aantal representatieve taken, zoals het lidmaatschap van een Europe se 'denktank' onder leiding van de Franse oud-president Giscard d'Estaing. Die klus had hij echter nooit kunnen klaren zonder de le vertransplantatie die hij in 2000 onderging. Hij was eigenlijk ten dode opgeschreven, maar de nieu we lever betekende nieuw leven. „Zelfs als ik me neerslachtig voel, ben ik blij dat ik nog leef', zei hij daarover in 2005. En peinzend voegde hij eraan toe: „Dood zijn kun je nog zo lang, hè?"

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 15