90.000 60.000 330
Vanuit ons eigen perspectief moeten we er met aan aenken.
Maar soms is met zijn tweeën op een kamer beter dan alleen' 1 -L
Van rusthuis naar eenpersoonskamer
r j i woensdag 10 maart 2010
Janwillem Das van DrieMaasStede
Tot aan halverwege de twintigste eeuw was
de zorg voor ouderen vooral een zaak van
de kerk en van particulieren.
Na de Tweede Wereldoorlog gingen de overheid, de
geneeskunde en het maatschappelijk werk zich
steeds meer richten op ouderenzorg.
In die tijd ontstonden ook de bejaardenoorden. Van
wege het woningtekort en de toenemende vergrij
zing moesten ouderen plaatsmaken voor jonge, pas
getrouwde stellen. Bejaardenoorden werden ook
wel rusthuizen genoemd.
In 1963 kwam de Wet op de Bejaardenoorden tot
stand, om ouderen te beschermen tegen soms er
barmelijke omstandigheden in particuliere tehui
zen. In de nieuwe wet werden de bouw en exploita
tie van bejaardenoorden en de procedure voor opne
ming in een bejaardenoord geregeld.
In 1982 werd de geriatrie als specialisme in de ge
neeskunde erkend.
Vanaf de jaren tachtig kreeg de overheid steeds
meer oog voor de privacy in verpleeghuizen. Er wer
den richtlijnen opgesteld voor de minimale kamer
oppervlakte. Ook het maximaal aantal bedden per
kamer werd bekeken.
In 1996 zei staatssecretaris Erica Terpstra van
Volksgezondheid al dat in 2000 geen vijf- en zesper-
soonskamers meer zouden zijn, en in 2004 geen
drie- en vierpersoonskamers. Alleen één- en tweeper
soonskamers zouden nog bestaan in verpleeghui
zen.
In 2002 waren er nog 1700 zespersoonskamers in
verpleeghuizen, in 2007 was dat aantal afgenomen
naar tweehonderd. Nu zijn dat er nog twaalf.
Een bewoonster bij haar bed in
een vierpersoonskamer in het
Schiedamse verpleeghuis Drie
MaasStede.
foto Cynthia Boll/GPD
ouderen verblijven in een ouderen verblijven in een verpleeghuis verpleeghuizen in Nederland Centraal Bureau voor de statistiek
verzorgingshuis