Agressieve schimmel
bedreigt banaan
spectrum 8
Zaterdag 6 maart 2010
De bananenteelt wordt
wereldwijd bedreigd
door een agressieve
bodemschimmel. In
Wageningen is een test
ontwikkeld, waarmee
acuut zieke planten
kunnen worden herkend
en verwijderd, waardoor
de verspreiding van de
schimmel kan worden
beperkt.
door Peter de Jaeger
foto's Gert Kema
Tientallen monsters
van bananenplanten
uit alle hoeken van de
wereld liggen te wach
ten op onderzoek. De
uitkomst van een in Wageningen
ontwikkelde test leert of een
plant is besmet met de gevreesde
schimmel die de Panamaziekte
veroorzaakt. „Vroeger moest men
vier maanden wachten op de uit
slag, nu weten we het in een dag.
Hierdoor kan verspreiding van de
ziekte sneller worden aangepakt.
Zieke planten worden direct geï
soleerd en vernietigd", zegt Gert
Kema van het Wageningse Plant
Research International.
De bananenonderzoekers daar
ontwikkelden samen met het Bra
ziliaanse Embrapa een gevoelige
DNA-test, die razendsnel uitwijst
of de banaan is aangetast met de
bodemschimmel Fusarium oxyspo-
rum. Na publicatie van de nieuwe
methode in het tijdschrift Plant
Pathology loopt het storm in Wa
geningen.
De Panamaziekte, waartegen niet
te spuiten valt, sloeg al eerder toe.
Begin twintigste eeuw waren alle
bananen die wij hier kochten van
het ras Gros Michel. Deze con
sumptiebanaan (Musa acuminata
bleek na decennia ineens zeer ge
voelig voor Fusarium, met name
de stam Tropical Race 4.
De commerciële bananenteelt in
Midden-Amerika, Panama voor
op, lag vrijwel op zijn gat door de
ziekte, die begint bij de wortels
en langzaam de hele plant doodt.
De schimmel is niet te bestrijden
als hij de plant eenmaal is binnen
gedrongen. Net op tijd werd een
resistente banaan ontdekt, de zo
geheten Cavendish. Die is onge
voelig voor deze stam van de
schimmel en wordt sinds pakweg
i960 praktisch overal ter wereld
probleemloos geteeld.
Tót 2007. Toen dook onverwacht
de agressieve TR-4 stam op in
zuidoost-Azië. Hele plantages
Het eigenlijke probleem is de ge
netische eenzijdigheid van de
plant. Alle exportbananen zijn als
het ware klonen van elkaar, om
dat de banaan alleen via stekken
en weefselkweek is te vermeerde
ren. Uiteindelijk zijn ze allemaal
terug te voeren op de Cavendish.
Een dergelijke monocultuur is
zeer kwetsbaar, weet Kema. „Klas
sieke veredeling is geen optie, om
dat de bananen die wij eten geen
zaad maken. Daarom is de belang
rijkste weg het overzetten van ge
nen uit resistente, wilde rassen
naar de commerciële variëteit."
Die vorm van genetische verande
ring (cisgenese) is volgens Kema
maatschappelijk meer geaccep
teerd dan transgene gewassen,
waarbij genen uit andere planten
soorten worden overgezet. „Wij
werken ook wel met transgene
planten. Die zijn bij de Katholie
ke Universiteit van Leuven ont
wikkeld om het resistentiemecha
nisme tegen schimmels te bestu
deren."
Maar waar het uiteindelijk om
gaat, is het verkrijgen van een
soort Cavendish Plus, zegt Kema.
„Een commerciële banaan van ho
ge kwaliteit, die ongevoelig is
voor de Panamaziekte. Zo was de
Gros Michel eigenlijk veel beter
qua smaak, mondgevoel en houd
baarheid dan de Cavendish. Stel
dat we die verloren gegane varië
teit resistent kunnen maken te?
gen Fusarium, via cisgenese, dan
zou dat helemaal prachtig zijn.
Op die manier krijg je ook meer
diversiteit in het aanbod op de
markt."
Het zou het mooist zijn als er een
volledig nieuwe variëteit wordt
gevonden die zich niets aantrekt
van de bodemschimmel. Daarom
wordt er in Wageningen, samen
met Leuvense collega's, volop ge
zocht naar een soort die ongevoe
lig is voor Fusarium. In de Leu
vense genenbank zitten 1.200 ver
schillende soorten. „Een eerste
screening van negen stuks zag er
niet best uit. Ze waren stuk voor
stuk vatbaar", zegt Kema.
„Ons plan is nu om genoeg geld
bij elkaar te krijgen om alle wilde
cultivars te screenen en te testen
tegen Fusarium. Hierdoor kunnen
we belangrijke informatie leveren
voor veredelaars."
De kans is echter klein dat er één
soort uitspringt die, net als des
tijds de Cavendish, volledig resis
tent is tegen alle ziektes en dezelf
de kwaliteit heeft als de huidige
exportbanaan. „Je hebt namelijk
altijd een banaan nodig waar
zaad in zit, om ermee te kunnen
kruisen en selecteren. Maar een
banaan met zaad erin kun je niet
eten. Dus die kans is erg klein."
reageren?
spectrum@wegener.nl
Panamaziekte
Black Sigatoka
Of het al niet erg genoeg is: er is nóg
een andere dreiging voor de bananen-
boer: Black Sigatoka. Deze schimmel
tast het blad aan, waarna de hele
plant uiteindelijk het loodje legt. De
bladschimmel verovert vanuit thuisba
sis de Fiji-eilanden de hele wereld.
Tegen de plaag kan wel worden gespo
ten. Dat gebeurt in enorme hoeveelhe
den en tientallen keren per seizoen.
De Wageningse bananenonderzoeker
Gert Kema werkt aan manieren om
het landbouwgif sterk terug te breng
en. „We proberen het spuiten binnen
tien jaar te halveren."
p- Dat streven denken de onderzoekers
te halen met een multidisciplinair
programma waarin, naast overzetten
van resistentiegenen uit wilde bana
nen, ook wordt gekeken naar biologi
sche alternatieven voor pesticiden.
De Panamaziekte wordt veroorzaakt
door de schimmel Fusarium oxyspo-
rum f.sp. cubense. Deze ziekte tast ba
nanenplanten aan door vanuit de
grond de wortels binnen te dringen.
Daar belemmeren zijn zwamdraden
(mycelium) het vochttransport, waar
door het blad vergeelt en de plant ver
welkt. Ook produceert hij vergiften
die de plant verder aantasten.
Grote foto: De verkleurde bladeren
van een zieke bananenplant.
Kleine foto: Een door de schimmel
Fusarium aangetaste stengel.
werden geruimd, zoals in Malei
sië, Thailand, Vietnam en op de
Filippijnen. Gevreesd wordt dat
de schimmel straks opduikt aan
de andere kant van de oceaan, in
Midden- en Zuid-Amerika. Daar
liggen 's werelds grootste export
landen: Ecuador, Costa Rica en
Colombia.
Overigens komt 85 procent van
de bananenproductie de grens
niet over, maar is bedoeld voor
eigen consumptie. Onderzoeker
Gert Kema: „Het is net als aardap
pelen en rijst een belangrijk basis
voedsel. Vooral in Oost-Afrika en
in Azië. De grootste producenten
zijn China, India en Brazilië,
maar die exporteren vrijwel
niets."