spectrum 6
Zaterdag 6 maart 2010
Met de tong op
Toen Minca van Kuijeren (62) in
één maand twee keer ziek
werd, was het wel duidelijk. Ze
was óp. „Ik viel echt om. Ik lag
op de bank en was onmachtig
ook nog maar iets te doen".
Minca had al eerder signalen gehad dat het
misschien verstandiger was een tikje rusti
ger aan te doen. Vermoeidheid, vaker ziek.
Haar collega's gaven haar het advies een
tijdje vrij te nemen. Maar Minca, met een
groot verantwoordelijkheidsgevoel, ging
gewoon door. „Ik wilde het niet zien. Stop
pen voelde als falen. Want als ik uitviel,
moesten de anderen weer zoveel harder
werken."
Vaak schoot ze 's morgens om een uur of
vijf wakker en ging dan plannen wat ze
die dag moest gaan doen. „Het gevolg was
dat ik mijn werk steeds trager ging doen
en nog harder en langer moest werken om
het af te krijgen."
Pas toen ze omviel en noodgedwongen de
tijd kreeg op die laatste jaren terug te kij
ken, werd haar een aantal dingen duide
lijk. Zo trok ze bij een reorganisatie bij de
onderwijsinstelling waar ze opleidingscoör
dinator was veel verantwoordelijkheid
naar zich toe. „Je bent verantwoordelijk,
dat was me zo geleerd. Maar je kunt niet
voor alles verantwoordelijk zijn. Het is
mijn valkuil", zegt ze nu. Ze was ook 'zor
gend', wilde zaken regelen voor anderen.
En het lot van de vluchtelingen die op
haar school les kregen, trok ze zich erg
aan. Ze probeerde ook hun problemen op
te lossen. Kortom, Minca van Kuijeren
nam te veel hooi op haar vork. Ze was 55
toen ze haar burn-out kreeg.
Van Kuijeren is een van de vele hoogopge
leide, werkende vrouwen van boven de 50
die worstelen met hun werk. Het is een
groep die hoog scoort als het gaat om 'psy
chische vermoeidheid', ofwel werkstress.
Gemiddeld heeft een kwart van de werkne
mers daar last van. Onder hoogopgeleide
50-plus vrouwen (hbo en hoger) is dat 40
procent. Dat percentage neemt toe naarma
te de leeftijd vordert. Ter vergelijking: bij
lager opgeleide vrouwen is dit zo'n 20 pro
cent
Psycholoog Louise Boelens stuitte op het
verschijnsel toen ze haar boek Vrouwen
van so, lef, lust en ambitie schreef Ze
schrok toen ze zag hoeveel van haar ge
sprekspartners kampten met hevige ver
moeidheidsklachten of een burn-out. Be
staand wetenschappelijk onderzoek beves
tigde haar vermoeden dat deze vrouwen
veel hoger scoren op werkstress dan ande
ren. Maar waarom?
„Voor een deel ligt het aan het werk dat
hoogopgeleide vrouwen doen. Ze zijn
Werkende vrouwen van 50 en
ouder kampen vaak met ernstige
vermoeidheidsklachten of een
burn-out. Met name hoger
opgeleiden hebben moeite het
werk los te laten en lijden onder
werkstress. „Het is een enorme
blinde vlek", zegt psycholoog
Louise Boelens.
door Koos van Wees
illustratie Frank Muntjewerf
oververtegenwoordigd in de beroepen
waarin met mensen wordt gewerkt, bij
voorbeeld de gezondheidszorg en het on
derwijs", zegt Boelens. „Dat zijn beroepen
waarin de emotionele belasting vaak groot
is en je vaak weinig armslag hebt om zelf
de tijd in te delen. Bovendien blijken ze
vaak te maken te hebben met agressie en
ongewenste seksuele aandacht. En ik ver
moed dat veel vrouwen onder hun niveau
werken, wat ook minder happy maakt."
Toch geldt een aantal van die factoren net
zo goed voor mannen als voor vrouwen,
erkent Boelens: „Hoogopgeleide mannen
hebben ook stressvol werk. Zij werken
vaak meer en onder een grote tijdsdruk.
Toch ervaren zij minder stress. Waardoor
je dus kunt vermoeden dat er met vrou
wen meer aan de hand is."
Wat Boelens in ieder geval ziet is dat deze
vrouwen vaak een enorm élan hebben.
„Zo rond hun 45e ontstaat er vaak een ge
voel van: en nu ben ik aan de beurt. Ze wil
len weer nieuwe dingen oppikken, zijn
nog lang niet uitgeleerd. En dat gaat wrin
gen. Want op het werk word je vaak niet
meer gezien als iemand die zich wil ont
wikkelen en het thuisfront zit ook niet al
tijd te wachten op de veranderingen die je
doormaakt. Dat vréét energie", meent de
psycholoog.
Vrouwen vervullen heel veel rollen: werk
nemer, moeder, partner, dochter, vrijwilli
ger. In al die rollen wordt er van alles ver
wacht. Op het moment dat je daarvan af
stand neemt en je je niet automatisch
meer aanpast aan al die rollen, vergt dat
ook lef en energie.
Een dodelijke vermoeidheid is vaak het ge
volg. „Moe zijn betekent dat je rust nodig
hebt Wat je bij deze vrouwen ziet, is dat
ze juist harder gaan werken om die moe
heid te overwinnen en dat ze roofbouw
plegen op hun lichaam."
Naast de persoonlijke eigenschappen is er
ook nog de overgang. Minca van Kuijeren
denkt dat die zeker een rol heeft gespeeld
bij haar burn-out. „Ik heb er wel last van
gehad, sliep slecht. Ik had opvliegers, werd
midden in de nacht badend in het zweet
wakker."
Een derde van de vrouwen heeft serieuze
overgangsklachten, zegt Louise Boelens.
„Toch is dat niet de oorzaak van de hogere
stress bij hoogopgeleide vrouwen. Ook la
ger opgeleide vrouwen hebben overgangs
klachten. Maar die maken weer minder
uren, zo blijkt uit onderzoek."
De overgang kan lastig zijn als je moet wer
ken. Vrouwen die tijdens het werk wor
den overvallen door een opvlieger raken
soms van hun stuk, vooral als ze voor men
sen staan of zitten. En de gebroken slaap
kan voor concentratieproblemen zorgen.
Het kost meer moeite de gedachten op
een rij te zetten. De kans op fouten wordt
groter. Boelens: „Stressklachten ontstaan
vaak nadat iemand langere tijd steeds te
weinig tijd heeft gehad om te herstellen.
Soms gaat het om een proces van jaren.
Dat maakt het soms lastig te onderschei
den, wat de overgang is en wat is toe te re
kenen aan de stress. Hoe dan ook moet je
-als vijftiger echt tijd inbouwen voor her
stel. Dus pauzes nemen, buiten je werk
echt leuke dingen doen, goed loskoppelen
van het werk. Zaken waar veel vrouwen
niet zo goed in zijn." Minca van Kuijeren
beaamt dat. Zij denkt dat ook een aantal
andere vrouwelijke eigenschappen een rol
speelt. „Ik bekommerde me om de men
sen met wie ik werkte, ging in een zorgen
de rol zitten, voelde me voor alles verant
woordelijk. Dat doen vooral vrouwen. Ge
beurtenissen van het werk mee naar huis
nemen, ze minder makkelijk kunnen losla
ten. Lijkt me ook typisch vrouwelijk", zegt
ze.
Jeltine Zijlstra (48) ervoer het verschil tus
sen mannen en vrouwen wel heel duide
lijk tijdens haar werk bij een woningstich
ting. Het was overwegend een mannenwe
reld. „Ik heb ontzettend mijn best gedaan
dezelfde toon te vinden en te raken. Het
was een mannelijke toon, een mannelijke
manier van werken. Maar op een gegeven
moment begon dat te wringen. Het was
niet mijn toon", zegt ze nu.
Dat vertaalde zich in een heel andere bena
dering van onder meer het personeel van
de organisatie waar ze werkte. Waar Jelti
ne, als hoofd beleid en innovatie, iedereen
vooral probeerde te laten doen waarin hij
of zij goed was, vonden haar mannelijke
collega's in het management het wel goed
zoals het was. „Ik wond me vreselijk op
dat zoiets wezenlijks terzijde werd gescho
ven. Ik had iets ingebracht waardoor het
personeel kon groeien en bloeien, het ren
dement veel hoger zou zijn. Ik dacht: dat