Held wordt een dierbare vriend 75. boekenweek 17 IVCEK Eens per jaar ben ik Huck Meer de sfeer van het verhaal woensdag 3 maart 2010 Michiel Huisman en Kim van Kooten in de filmversie van Phileine zegt sorry. Jong zijn en opgroeien is het Boekenweek thema. Daarom in vogelvlucht een paar voor beelden van jonge helden uit klassieke ro mans die ons aan het hart gaan. Of juist niet. door Nico de Boer foto CPD Er zijn lezers die nog steeds dwe pen met Nescio's Titaantjes, de klassieke novelle over een vrien dengroep en verloren jeugdidea len. Anderen hebben een speciale band met Frits van Egters uit De avonden of met Kees Bakels uit Kees de jongen. Het zijn meestal de wat oudere lezers die naar deze klassieken teruggrijpen, en niet alleen uit een gevoel van weemoed of nostalgie. De lezer kan zich vereenzelvigen met zijn held, die een goede bekende wordt of een dierbare vriend. Voor jongere lezers geldt hetzelfde, maar zij pakken liever recente boeken die bij hun eigen belevingswereld aansluiten. Romans over jonge romanhel den die druk zijn met hun uiterlijk en zon der scrupules hun innerlijk, met alle goede en slechte eigenschappen, binnenstebui ten keren. En bovendien zonder schroom met seks omgaan. Neem de hoofdpersoon uit Ronald Gipharts verfilmde roman Phileine zegt sor- ry (1996). Zij vindt zichzelf mooi en geniet daarvan, drinkt te veel, vliegt haar vriendje achterna naar New York, en vrijt zonder condoom: 'Ik doe het nooit met, nóóit.' De 21-jarige wil een vrouw van de wereld zijn en is tegelijk soms een egoïstisch kind dat zich als de spil van de wereld ziet. Of Phileine zegt sorry over een halve eeuw nog gelezen wordt, weet niemand. De meeste boeken die ooit zijn geprezen en veelgelezen, raken langzaam in de vergetel heid. Andere slagen erin steeds nieuwe ge neraties aan te spreken. Sommige roman helden uit de Nederlandstalige en wereldli teratuur zijn onverwoestbaar, andere ver liezen hun bekoring. Zo kan Reves prachtboek De avonden (1947) de jonge(re) generaties lezers niet of nauwelijks nog boeien, terwijl ze J.D. Salin- gers The catcher in the rye (1951) blijven ver slinden. Het boek over de 16-jarige Holden Caulfield die van school is gestuurd, moet het net als De avonden niet hebben van een plot of spanning, wel van een bepaal de sfeer en dwingende verteltoon. Als je de roman.leest is het of Holden aan de bar tegen je aan zit te praten. De blijvende kracht ervan is dat hij rechtstreeks tot het (puber)hart spreekt. De jonge romanhelden hebben met elkaar gemeen dat ze opstandig zijn. De hormo nen gieren door het lichaam. Ze voelen zich apart en anders dan anderen - heel herkenbaar voor pubers en voor wie dat geweest zijn. De Amsterdammer Kees Bak els uit Kees de jongen (1923) 'had allang ge voeld dat hij eigenlijk méér was dan de an dere jongens van zijn klas'. De vader van Louis Seynaeve uit Het ver driet van België (1983) van Hugo Claus zegt vertwijfeld over zijn zoon: 'Ik weet niet meer wat ik met die kerel moet beginnen. Hij leert niet, hij doet niet aan sport Hij ligt hele dagen te lezen.' Onze jonge (anti)helden kunnen nog vol op dromen, maar de eerste butsen verschij nen in het pantser van de jeugdige on kwetsbaarheid. Als Anton Wachter uit Si mon Vestdijks Terug totlna Damman (1934) onder de acne zit is hij wanhopig: 'Maar die puistjes! Een hele landkaart, me neer, van kleine, vurige of gele, vieze, open brekende paddestoeltjes.' Onveranderlijk blijft het geworstel met de liefde. Als het uit is met zijn vriendin Ina gaat Anton Wachter daar letterlijk onder gebukt: 'Hij liep nog wat meer voorover.' Als Louis Seynaeve verkikkerd is op een apothekersdochter vraagt hij zich af: 'Als je iemand al zes keer lang gekust hebt en haar beha twee keer hebt afgedaan, kan je haar dan als je lief beschouwen?' Niet echt. Ze vindt Louis te jong en een vreemde jon gen, bij wie het altijd maar gaat 'over Socra tes of over Guido Gezelle'. En dat is 'niet wreed geestig'. Titaantjes, jongens waren we - maar aardige jongens. Mijn literaire helden, Tom Sawyer en Huckleberry Finn, waren zeker aardige jongens. Ze beleefden avonturen waar ik als kleine jongen van droomde. Mark Twain, de schrijver en bedenker van deze verhalen, putte uit zijn eigen erva ring. Hij verwerkte herinneringen aan zijn jeugd en aan zijn tijd als rivierloods op de Mississippi. Mijn favoriete boek De avonturen van Huckleberry Finn las ik als kind meerdere malen. Het was voor mij een spannend jongensboek. Nu, als ik het eens per jaar terugpak uit de boekenkast en herlees, zie ik meer dan alleen een fris jongensboek. Ik zie idyllische beschrijvingen van de Mis sissippi, doorspekt met veel humor. Mijn literaire held is dus Huck. Een keer per jaar ben ik hem. Hans van de Sande (40), eigenaar boekhan del in Terneuzen Hans van de Sande Femke Gerestein Moeilijk kiezen, want ik heb altijd erg van lezen gehouden. Een boek dat voor mij gelinkt is aan de middelbare schooltijd is Een nacht om te vliegeren van Renate Dorrestein. Over Asa, een vijftienjarig meisje met een ver minkt gezicht. Maar het is niet zozeer het hoofdpersonage dat me dit boek doet kiezen, het is meer de sfeer van het verhaal. De sfeer in de midzomernacht waarop het verhaal zich af speelt, de geheimzinnigheid rondom Asa's verminking en haar broer. Dit boek was anders dan de boeken uit mijn jeugd die ik las vanwege de spannende of - vaker nog - heel zielige ver halen. Een nacht om te vliege ren heeft me doen realiseren dat een boek je ook kan grij pen vanwege de schrijftaal of de sfeer en dat het verhaal dan vaak pas op de tweede plek komt. Femke Gerestein (27), illustrator en beeldend kunstenaar

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 47