4!
Y\
In squash
kun je je
in korte tijd
uitleven
Richard FaJbery de,Jon^e,
HL,
Gekleurde, stlyyen
Aantal banen
dinsdag 2 maart 2010
Richard Fabery de Jonge is een pionier. Een squashpionier.
Jaren voordat de sport medio jaren negentig een groeispurt
doormaakte, stond de Goesenaar al een rubber balletje te slaan
tegen een muur. Ruim twintig jaar later speelt hij nog steeds
wekelijks zijn partijtjes. „Het is een makkelijke sport", vindt
Fabery de Jonge. „Met z'n tweeën kun je je in korte tijd lekker
uitleven."
'f -
V
Eind jaren tachtig werden
n Kapelle de eerste
squashbanen geopend.
Fabery de Jonge en zijn
zwager Willem de Leeuw
wilden het wel 's pro
beren. „Ik voetbalde en tenniste veel. Willem
voer in die tijd. Dat betekende een week op en
een week af! Hij had dus een week niks te
doen. Toen zijn we 's gaan squashen. En het
beviel eigenlijk vanaf het eerste moment."
„In het begin werd er nog gesquasht met een
klein racket: zo één met een houten steel en
een klein blaadje. Ik had gelukkig wel
balgevoel, anders was het moeilijk geworden.
Les nemen bestond niet. Je moest het jezelf
aanleren. We keken naar mensen die het goed
konden. We speelden twee, drie keer in de
week en groeiden stapje Voor stapje."
De houten rackets werden vervangen door
kunststof rackets, Goes kreeg in Sportpunt
Zeeland zijn eigen squashbanen. Zóveel meer
andere sportvoorzieningen kwamen er in de
regio, maar Richard Fabery de Jonge bleef het
squashen trouw. Nog steeds met z'n zwager.
„We zijn wel iets minder fanatiek geworden",
erkent de juwelierszoon ruiterlijk. Elke
vrijdagavond zijn ze nu in Sportpunt te
vinden. „We hebben clubje van zes, zeven
man. Elke vrijdagavond hebben we twee
banen gehuurd; die staan gewoon vast, tussen
half tien en kwart over tien. Niet iedereen is er
altijd, maar meestal zijn we met z'n vieren of
vijven. Dan spelen we onderling lekker
partijtjes."
„Echt vaak hoefik geen nieuw racket te kopen.
Zon houten racket van vroeger heb ik een
keer kapot geslagen tegen de muur toen ik een
bal wilde slaan. Met het materiaal van
tegenwoordig heb je dat niet meer zo snel. Als
de bespanning van m'n racket verslapt, koop ik
een nieuw racket. Meestal doe ik een jaar of
twee met een racket."
„Je kunt naar de sportschool gaan om 's lekker
te exploderen, maar squash is gewoon een leuk
spelletje om je in korte tijd uit te leven. Als je
écht goed wilt worden, moetje elk dag trainen.
Ik kan wel zes keer een balletje vlak langs de
muur slaan, maar de zevende keer gaat het mis.
Echte toppers slaan zo'n bal dertig keer achter
elkaar goed."
Rudy Boogert
Er wordt met verschillende ballen gesquasht. De ballen verschillen in grootte
en vooral in de manier van stuiteren. De verschillen worden op de bal
aangegeven met gekleurde stippen.
Twee gele stippen: deze bal wordt mondiaal gehanteerd voor de officiële
wedstrijdbal.
Eén gele stip: deze bal heeft dezelfde afmeting als de wedstrijdbal maar
stuitert 10 procent meer.
Rode stip: deze bal is 6 procent groter dan de wedstrijdbal en stuitert 20
procent meer.
Blauwe stip: deze bal is 12 procent groter dan de wedstrijdbal en stuitert 40
procent meer.
Zeeland is de enige provincie die geen
club herbergt die is ingeschreven bij de
Squash Bond-Nederland (SBN). Dat
betekent vanzelfsprekend niet dat er niet
gesquasht wordt in de provincie. Het
houdt louter in dat in Zeeland alleen op
recreatief niveau gespeeld kan worden.
Behalve in Goes (Sportpunt Zeeland) en
Kapelle (Racket Centrum) kan er in
Zeeland bijvoorbeeld ook gesquasht