wel veilig te zijn
3 spectrum
4W- 'A!
'JlPii
a
iPtfcls
r
Zaterdag 27 februari 2010
WM
ïymm
Ma
i'Rv-:
C 't.'y 'J
h i
'.vmv v>
V3F' *nj8 ?-'»<•>
7fe^gy//'
4''- V
".V.F
-fa?.1
V
Illustratie
Femke Cerestein
Het meisje is nu vijftien. Zo op het oog gaat
het beter: ze heeft veel vrienden, ze zit op
voetbal, dat vindt ze leuk; ze heeft sinds kort
een baantje en ze zit op school. „Maar ze struggelt
nog", zegt haar moeder. „Het blijft een kwetsbaar
meisje, je kan haar nooit eens zomaar vastpakken en
ze is snel agressief."
Ze kwam in het pleeggezin in Westdorpe nadat haar
broer daar ook al was geplaatst: bij haar eigen ouders
wonen ging niet: die hadden problemen met drugs
en haar vader was veroordeeld. In Westdorpe woon
den meer kinderen: het gezin had naast de pleegkin
deren nog vijf eigen kinderen, waarvan één zoon.
De moeder van het meisje schrok toen het meisje op
een dag thuiskwam en vertelde dat die zoon steeds
tegen haar aan reed, en dat hij dat paardje rijden
noemde. „Ze heeft dat aan haar voogd vertelt", ver
telt de moeder. „En die deed dat af als een spelletje.
Haar pleegmoeder geloofde haar niet." De moeder
vertrouwde het niet. „Het was ook de manier waar
op ze een kus gaf aan haar vader, dat hoorde niet bij
een meisje van acht. Op dat moment heb ik een
klacht ingediend."
De moeder vindt dat ze nooit serieus is genomen.
Het was het woord van een vrouw met drugsproble
men tegen het woord van een vrouw die al jaren kin
deren van een ander in huis opving. „Jeugdzorg is
naar de school geweest, ze hebben met de pleegmoe
der gepraat, met de zoon. En toen kreeg ik te horen
dat ik van een mug een olifant maakte, dat ze enorm
stonden te kijken van die klacht, omdat dit een gere
nommeerd pleeggezin was. Ik hoor het ze nog zeg
gen: een gerenommeerd pleeggezin. Ik gaf mijn doch
ter stiekem papier en postzegels, want de pleeg
ouders wilden altijd alle post lezen. 'Je gelooft nooit
wat er hier met mij gebeurt', schreef ze." Toen het
meisje oók brieven naar jeugdzorg stuurde, werd ze
weggehaald bij het gezin. De andere meisjes bleven
in het gezin wonen. „De zoon heeft daarna een vrij
brief gekregen. Dat andere meisje is keer op keer ver
kracht. Afschuwelijk gewoon."
Het meisje kreeg het pas echt moeilijk toen ze naar
de middelbare school ging, twee jaar nadat ze weer
thuis woonde. „Ze had de gebeurtenissen uit haar
hoofd verbannen, ze heeft het nooit meer verteld,
omdat niemand haar wilde geloven. Tot ze ruzie
kreeg met een meisje en ze zich agressief gedroeg. Ze
kwam op het politiebureau terecht. Daar trof ze een
hele goede agent. 'Vertel nou eens wat er echt aan de
hand is', zei hij. 'Wat de reden is dat je zo boos bent'.
En toen kon ze alles in één keer vertellen. Het duur
de niet lang voordat hij was opgepakt. Hij bekende
en de meisjes zijn weggehaald."
„Tot vorige week heb ik nooit meer iets gehoord van
jeugdzorg. Ze hebben me nu een gesprek aangebo
den met de directeur. Ze moeten de verantwoorde
lijkheid nemen, vind ik. Toen ik fouten maakte met
mijn kinderen was ik toch ook verantwoordelijk?
Dat heb ik toch ook moeten dragen? Dat kunnen zij
nu toch ook doen? Ik wil dat jeugdzorg die meisjes
helpt, die moeten overal zelf achteraan. Waarom
moet het allemaal de doofpot in?"
Kinderen plaatsen in pleeggezinnen waar spra
ke is (geweest) van seksueel misbruik is tegen
alle richtlijnen. „Gezinnen die zich aanmel
den als pleegouder moeten een verklaring van geen
bezwaar overleggen", zegt Brigitte Cleutjens van
AZZ, de organisatie die in Zeeland pleegouders selec
teert en pleegkinderen begeleidt. „Daarbij wordt ge
keken of er geen aanklachten zijn geweest tegen ge
zinsleden. Als de kinderbescherming die verklaring
niet geeft, gaat het niet door."
AZZ wil niet ingaan op de zaak Westdorpe. Volgens
gedeputeerde George van Heukélom, verantwoorde
lijk is voor jeugdzorg, wilde AZZ de kinderen weg
hebben uit het gezin. „Maar daar is de rechter tussen
gekomen. AZZ heeft wel besloten om - in het belang
van de kinderen - het gezin te blijven begeleiden."
Vorig jaar tikte de Inspectie voor de jeugdzorg AZZ
nog op de vingers: de veiligheid van kinderen in
pleeggezinnen was niet goed gegarandeerd. „Dat oor
deel stond los van deze zaak", zegt Cleutjens. „Het
had te maken dat we protocollen wel op papier had
den staan, maar dat ze nog niet in de praktijk wer
den gebracht. Deze zaak had niet voorkomen kun
nen worden als we dat wel op orde hadden gehad."
Bij AZZ komt jaarlijks 'een aantal' meldingen van
seksueel misbruik binnen. „Die blijken meestal inge
geven met een andere achtergrond. De zaak West
dorpe is, denk ik - hoop ik, redelijk uniek. Inderdaad,
het uitgangspunt is dat wij elke signaal serieus ne
men. Dat signaal kan van een betrokkene zijn: van
een kind, van biologische ouders. En dan moeten wij
een afweging maken: is dit een echt signaal, of is dat
signaal vanuit een andere insteek gegeven? Of het
kind vervolgens blijft, is afhankelijk van de situatie.
En dat is natuurlijk lastig: op welk moment grijp je
in? Vaak is een kind al eerder uit een gezin gehaald,
het is balanceren op een slap koord."
In de zaak Westdorpe is - achteraf gezien - te lang ge
balanceerd.
De meisjes hebben herhaaldelijk laten weten dat de
zoon hen misbruikte. „We hebben dat destijds ook
onderzocht", zegt directeur Ferry van den Brüle van
Jeugdzorg. „Maar we konden er toen geen vinger ach
ter krijgen, er was geen aantoonbaar bewijs. Dit
soort meldingen komt wel vaker voor, maar die zijn
niet altijd waar. Het gebeurt met regelmaat dat het
loos alarm is."
„Waarom we dan niet meteen ingrijpen? Dat is het
grote dilemma. Ook kinderen kunnen ten onrechte
dit soort beschuldigingen doen. Toen later bleek dat
die hier wel klopten, heeft dat bij ons enorme schrik
teweeg gebracht. Helaas kunnen we niet voorkomen
dat kinderen in onveilige situaties terecht komen,
we zijn niet bij machte om de veiligheid voor hon
derd procent te garanderen. We kunnen niet vieren
twintig uur per dag op de stoep zitten. Er gaat wel
eens iets mis."
De pleegmoeder fieeft afgezien van de mogelijkheid om
haar kant van het verhaal toe te lichten.