burger: weinig kennis 9 spectrum 'Een tekening van je 4-jarige kind is niet meteen een Picasso' Zaterdag 20 februari 2010 jaren. Wat in de jaren zestig begon met emancipatie door burgerlijke ongehoor zaamheid, is uitgegroeid tot een ik-genera- tie die zich niets door anderen laat vertel len en altijd met haar mening klaarstaat, bij voorkeur op internet. Gebrek aan kennis is geen bezwaar. De gro te gemene deler is een grondige afkeer van autoriteit en uniform. Politie is een hinder lijk verschijnsel, bestuurders zijn zakken vullers, politici leugenaars en leraren moe ten niet zeiken en gewoon voldoendes ge ven. Anders komt pa verhaal halen op school. Zelfs wetenschappelijke instituten vallen ten prooi aan collectief wantrouwen. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) zag vorig jaar tot zijn stom me verbazing een opstand ontstaan tegen de vaccinatie van meisjes tegen baarmoe derhalskanker. Actiegroepen Kritisch Prik ken en Verontruste Ouders, opgericht door een paar moeders, wisten met een in- ternetcampagne en dankzij enorme me dia-aandacht zoveel onrust te zaaien, dat slechts de helft van de opgeroepen meisjes zich liet inenten. De rest bleek vatbaar voor de, volgens het RIVM uit de lucht ge grepen, horrorverhalen over bijwerkingen van het vaccin. Het nieuwste instituut dat onder vuur ligt, is het IPCC, het tot voor kort gerespec teerde, internationale klimaatpanel van de Verenigde Naties. Massale aandacht voor domme fouten en al te grote stelligheid in het klimaatrapport van 2007 hebben een sluimerend ongeloof in het broeikaseffect aangewakkerd tot een orkaan van volks woede. Sindsdien maakt minder dan de helft van de Nederlanders zich nog zorgen om het broeikaseffect, zijn klimaatonder zoekers corrupt en geldt het IPCC als 'mi lieumaffia'. De wetenschap wankelt op haar voetstuk. „We leven in een tijd waarin de verwor venheden van de wetenschap niet meer bijzonder zijn", vertelt Martijn Lampert van opinieonderzoeksbureau Motivaction, mede-auteur van het boek De grenzeloze generatie. „Voor Nederlanders zit de voor uitgang in praktische zaken van alledag: au to, telefoon, computer. Toen 'de eerste mens op de maan landde, was dat heel symbolisch, heroïsch. Maar wat is nu het laatste dat de wetenschap van dat kaliber heeft geleverd? Mensen hebben vooral be langstelling voor wetenschappelijke voor uitgang op het gebied van gezondheid, maar juist op dat terrein zie je allerlei com plottheorieën ontstaan." Onheilstijdingen van alternatieve genezers worden tegenwoordig al snel als gelijk waardig gesteld aan medisch onderzoek. De conclusie van wetenschappelijk onder zoek is immers ook maar een mening, klinkt het dan. „Een mening heeft tegen woordig een eigen rechtvaardiging", zegt Paul Schnabel, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). „Hoe heftiger een mening wordt beleden, hoe geloof waardiger die wordt beschouwd. Dat wordt als authentiek gezien en zo'iemand zal dan wel gelijk hebben." De Britse socioloog Frank Furedi be schouwt het gezagsprobleem als hét grote probleem van westerse samenlevingen. Ouders onderhandelen met hun kinderen over de opvoeding, docenten zijn als de dood klierende leerlingen stevig aan te pak ken en ambulancebroeders en brandweer lieden worden belaagd. Alleen tegen be roemde artiesten wordt nog opgekeken. „Termen als gezag, autoriteit en autoritair worden vaak gebruikt op een manier die een negatieve bijklank heeft", zei Furedi vorig jaar bij zijn Thomas More Lezing in Amsterdam. „Het gezag staat dezer dagen zeer slecht aangeschreven. Het is mode het te ontmaskeren." We zijn een volk geworden dat privé ge lukkig is, maar overloopt van maatschappe lijk onbehagen, blijkt uit verschillende on derzoeken. Gebrek aan respect zien we als groot maatschappelijk probleem, maar dat ligt altijd aan anderen. De helft van de Ne derlanders wantrouwt de politiek. Agen ten en hulpverleners klagen over gebrek aan respect voor hun functie. En ruim de helft van de Nederlanders vertrouwt zelfs de eigen buurman niet. De bevolking heeft in hoog tempo onder huids een metamorfose ondergaan, be schrijft Lampert in zijn boek. De plichtsge trouwe generatie, waar de stabiele Neder landse samenleving lang op rustte, is gede cimeerd. Die plek is grotendeels ingeno men door omvangrijke groepen die zich de mondigheid van een geëmancipeerde samenleving eigen hebben gemaakt, maar veelal de opleiding en kennis missen om daarmee om te gaan. Deze moderne bur ger, de 'RTL- en SBS-kijker', richt zich sterk op het gezin en materieel geluk om lekker te kunnen leven. Met de maatschap pij in groter verband hebben ze weinig op. Waar hoger opgeleiden hun eigen weg wel vinden, voelt deze groep zich buitenge sloten, constateert Lampert. Ze voelen zich zelf buitenstaanders omdat ze zich niet er kend voelen, bijvoorbeeld door politici. Hun basisgevoel is onzekerheid en soms angst. Ze doen mee aan de mondige acade mische cultuur, waarin elkaar bekritiseren gemeengoed is. Maar echt snappen doen ze het niet. Dat gebrek aan duidelijkheid geeft ze een gevoel van onzekerheid. Lampert: „Ze zijn niet zelfredzaam en mis sen sturing. Het maakt ze recalcitrant en wantrouwig. Een zorgelijke ontwikkeling, want in een maatschappij zijn naast vrij heid ook gezag en autoriteit nodig. De pa radox is dat zij wel behoefte hebben aan sterk leiderschap." De opkomst van de buitenstaanders heeft het blinde vertrouwen in arts, leraar en agent weggevaagd. Schnabel illustreert dat wel eens met de grap over de vrouw die bij de dokter komt: 'Er is iets mis met mijn man, dokter', zegt de vrouw. De arts onder zoekt de zaak en meldt: 'Helaas, uw echtge noot is overleden'. De man protesteert. 'Ik ben helemaal niet dood'. Waarop zijn vrouw hem toesnauwt: 'Spreek de dokter niet tegen'. Schnabel: „Vroeger waren de deskundige, de arts en de wetenschapper nog zeldzame figuren. Zij kwamen uit ho gere kringen, had,den gestudeerd en had den alleen daardoor al een hoge status. Dat is verdwenen. De hoger opgeleide is je buurman geworden en de huisarts noem je bij de voornaam. Ik noem dat wel de in formalisering van de maatschappij. De an dere kant van de medaille is dat kinderen ook niet bang meer zijn voor autoriteit." Voor Jan Derksen, hoogleraar klinische psychologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en schrijver van het boek Zijn wij wel narcistisch genoegis narcisme het sleutelwoord. Met een flinke eigendunk is niets mis, legt hij uit. Het kan mensen tot grote prestaties drijven. Maar het narcisme is volgens Derksen in Nederland te ver doorgeschoten. „We leven in een dat-kan-ik-ook-tijd en een dat-wil-ik-ook- cultuur. De relativering is zoek. Mensen vinden het heel moeilijk grenzen te accep teren. We zijn niet allemaal gelijk en we weten ook niet allemaal evenveel. We moeten het narcisme afremmen en een herstel van respect voor autoriteit krijgen." Dat begint bij de opvoeding. In te veel ge zinnen en op te veel scholen is autoriteit afgeschaft, stelt Derksen. „Het is toch gek als een kind van 6 de leraar bij de voor naam noemt?" Kinderen moeten volgens hem niet worden behandeld als gelijken en al helemaal niet als volmaakte prinsjes en prinsesjes. Een tekening van je 4-jarige kind is niet meteen een Picasso. Compli mentjes maken, is goed. Maar benadrukt Derksen: „Zeg óók hoe het nog beter kan." En je kind inmaken met een spelletje? Pri ma, stelt Derksen. Dat laat zien dat een kind nog veel moet leren om het niveau van de volwassene te bereiken. „Veel ouders weten niet meer wat gezond en goed is voor hun kinderen", stelt Lam pert. „Ze bieden ze te weinig structuur en dus te weinig respect voor artsen en onder wijzers. Tja, dan krijg je dat een vader zijn beklag gaat doen bij de school als zijn kind een onvoldoende heeft gekregen. We moe ten daarom in het onderwijs, de pedago giek, veel meer aandacht besteden aan ge zonde leefstijl. Niet alleen lichamelijk, ook mentaal. Leren dat jezelf ontwikkelen en goed in iets worden tijd kost." Die bescheidenheid mist de huidige gene ratie. Een mening uit de onderbuik vinden ze evenveel waard als die van een deskun digen. Dankzij internet kunnen ze die al tijd en overal spuien. „Mensen die hun me ning over van alles geven zonder dat ze over de kennis beschikken, zijn in feite pu bers. Ze praten heel ongeremd en het gaat nergens over. Eigenlijk moet je tegen ze zeggen: tel tot tien voordat je iets roept." reageren? spectrum@wegener.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 85