Van Calker zoekt de 'flow'
II
I
Q99
Edwin van Calker
woensdag 3 februari 2010
Bobsleeër Edwin van Calker voelt soms dat hij de perfectie nadert.
Het olympische bobsleepar-
cours in Whistier staat be
kend als zeer gevaarlijk. Alle
wereldkampioenen gingen
er al eens onderuit, maar
Edwin van Calker en zijn
teamgenoten niet. „Wie
heelhuids beneden staat,
komt op het podium."
door Eric de Jager
Soms voelt Edwin van
Calker dat hij de perfec
tie benadert. Dan laat
hij de teugels van zijn
bobslee vieren, zweeft
de 215 kilo carbon met
ruim 400 kilo bemanning als een
veertje door de baan. Een mo
ment van rust en euforie tegelijk.
In de ideale race bevindt een bob
piloot zich voortdurend in die
staat. De meedogenloze olympi
sche afdaling in Whist- I
Ier gunt niemand dat
geluksgevoel, vreest
Van Calker (30). „Het
is soms ongrijpbaar.
Sturen is gevoelswerk.
We hebben coaches en
een baanplan, maar de
finesses zijn niet te
coachen. De truc is de
bob te laten lopen.
Kwestie van lef heb
ben en jarenlange ervaring. In het
begin stuur je altijd te veel, je voelt
niet waar je zit in de baan."
Steeds vaker komt hij in de 'flow'
die een goede afdaling kenmerkt.
„Op sommige banen krijg ik het
niet te pakken. In het midden van
Cesana voel ik het nooit. Ik heb er
alles bijgehaald: camera's, coaches.
Zet 's zomers de dvd van Cesana
op en zie de beste sleeërs niets an
ders doen dan ik. En toch... Het is
frustrerend."
OU
Vancouver 2010
De frustratie knabbelt niets af van
het enthousiasme dat Van Calker
in zijn eerste afdalingen greep. Hij
was een niet onverdienstelijke at
leet, die tot de Nederlandse sprint-
top behoorde en werd in 1998 vijf
de op de tienkamp bij het WK ju
nioren. Zijn ex-atletiekmaatjes,
broer Arnold en Timothy Beck,
stapten al eerder over naar de bob
en trokken aan hem. In 2001 ging
hij overstag. Eerst achterin de slee,
als sprintkanon verantwoordelijk
voor een snelle start. Al snel wilde
hij het stuur in handen. „De pilo
ten om me heen waren op leeftijd.
Ik dacht: als ik wat wil in deze
sport, moet ik zelf aan de slag. Dus
meldde ik me bij een bobschool."
Een sprong in het diepe. „Je begint
op de vrouwenstart, wordt letter
lijk naar beneden gegooid. Na de
eerste bocht ben je alles vergeten
wat je is uitgelegd. Maar na enkele
runs komt het gevoel, word je je
bewust van wat je doet. Toen
kreeg ik de lol te pakken."
Nu is hij piloot van een team dat
zich steeds vaster in de subtop vai\
het internationale bobsleeën nes
telt. Met een bob die
de test met de wereld
top kan doorstaan.
Teammanager Rintje
Ritsma bracht twee
jaar geleden sponsor
Eurotech mee. Het me-
taalbewerkingsbed r i j f
ging meteen aan de
slag met innovaties.
„Ze hebben geen erva
ring in het bobsleeën,
maar dat levert juist een frisse kijk
op. In de autosport hebben ze vol
doende kennis opgedaan over ma
teriaal en aërodynamica."
De twee technici die voortdurend
met de Nederlandse bobbers op
pad zijn, schaven sinds vorig jaar
aan een gloednieuwe bob. Na de
tegenvallende Spelen in Turijn,
waar Van Calker niet bij was, ont
fermde NOCNSF zich over de bob-
sleeërs. „Het eerste jaar kozen we
voor heel veel afdalen. Het jaar er
op plukten we er de vruchten van
en kwamen de goede resultaten.
Toen kwamen we erachter dat de
viermansslee niet toereikend was."
De ploeg klopte aan bij de Duitse
topfabrikant Singer, maar het is
niet vanzelfsprekend dat die voor
iedereen een bob bouwt. „Singer
gunde ons die bob. Het was goed
dat we ruim voor Vancouver kwa
men. Vlak voor de Spelen komt
Bobsleeën, skeleton en rodelen
foto Michaela Handrek-Rehle/GPD
overal geld vrij en wil iedereen
een nieuwe bob kopen." Het team
groeide mee met de betere moge
lijkheden, vindt Van Calker. „Ik
laat zien dat ik talent heb voor het
sturen en we hebben goede star
ters. Bobsleeën bestaat uit starten,
sturen en materiaal. De eerste
twee hebben we in de hand, de
derde is een geldkwestie. Met dit
materiaal horen we bij de top."
Bobslee
Record
snelheid
153 km/u,
behaald
op baan
Whistier
in 2009
Whistier Slede
Centrum
Start
Belangrijkste
deel van run:
0.1 seconde
tijdwinst kan
0.3 seconde
voordeel ge
ven bij finish
Grootste verval
van alle banen ter wereld Max. helling
infbgraphic. CN/foto's Getty Images/bron VANOC
Geboren op 14 juni 1979 in Gassel-
ternijveenschemond. Was atletiekta-
lent, won veel juniorentitels. Als se
nior bij de nationale sprinttop, geen
internationale doorbraak.
Werd in 2001 lid van het bobslee
team, was op Spelen 2002 reserve in
viermansbob van Arend Glas en nam
na diens afscheid hoofdrol over.
Zorgde op 11 januari 2009 (in vier
mansbob) voor eerste Nederlandse
podiumplaats ooit in historie van de
wereldbeker. Voegde daar vorige
maand een podiumplek in de twee
mansbob aan toe.
De tweemansbob trekt zelfs be
kijks van de Duitse concurrentie.
Van Calker lacht: „De Duitsers
worden nog niet zenuwachtig van
de Nederlanders, hoor. Duitsland,
Amerika, Zwitserland en Canada
hebben zo veel ervaring en kennis.
Wij hebben een paar oud-piloten
die hun kennis doorgeven, in
Duitsland staat er een heel insti
tuut achter. Maar ze zien wel dat
er iets gebeurt bij ons. We lopen
onze jarenlange achterstand in, al
kan dat niet op stel en sprong."
De nieuwe tweemansbob is nood
zakelijk voor de Spelen. De baan
in Whistier is bloedsnel en gevaar
lijk. „De oude tweemans is ge
woon niet goed genoeg op topsnel
heid. We halen alleen goede resul
taten op korte banen, waar je niet
aan je topsnelheid zit, zoals Win
terberg en Königssee. In Whistier
heb je veel snelheid nodig."
Van Calker krijgt een onheilspel
lend lachje op zijn gezicht als hij
over de olympische baan begint.
Het parcours staat bekend als ge
vaarlijk. Niet vanwege de beren
die in het voorseizoen sporters de
stuipen op het lijf jagen door tij
dens trainingen de baan in te wan
delen, want die houden nu hun
winterslaap. „Het is een labyrint
van bochten, je hebt geen tijd om
te herstellen. En je vliegt er met
meer dan 150 kilometer per uur
door. Onder piloten wordt wel ge
zegd: 'Wie na vier runs heelhuids
beneden staat, komt op het po
dium'. Alle wereldkampioenen
zijn er onderuit gegaan."
Van Calker niet. „We hebben er
een aantal goede runs gemaakt.
Maar in de kleedkamer was het
stil. Op andere banen wordt ge
dold, is het soms lachen, gieren,
brullen. Niet in Whistier. Die baan
kan je aardig te pakken nemen."
Dat het bij de Spelen om vier runs
gaat en niet om twee, zoals in de
World Cups, vindt Van Calker
geen nadeel. „De kans op verras
singen wordt natuurlijk kleiner,
met meer runs komen de besten
naar voren. Maar het is in Whist-
Ier vooral zaak de schade beperkt
te houden. Daar gaat iedereen fou
ten maken, het wordt heel interes
sant." Het Nederlandse bobteam
bezit een eigenschap die de extra
runs nog interessanter maakt:
„Wij kunnen ons in een wedstrijd
vastbijten. Als we dicht bij het po
dium staan, is onze volgende run
vaak goed. Sommigen voelen dan
druk, maar als wij bloed ruiken,
zetten we door."
reageren?
vancouver@wegener.nl