(Van) alles over opvoeden II 'Er staan wel tips in, maar we hebben nergens staan dat het zus of zo móet' Het is beslist geen moderne versie van Dr. Spock. De opvoe dingscanon die vandaag wordt gepresenteerd is vooral bedoeld als een soort kennisbank. Als je bijvoorbeeld meer wilt weten over huilende ba by's. Of over pesten. Veel opvoeders zitten nog vol vragen. woensdag 3 februari 2010 Malou van Hintum, journalist door Tanja Kits Loop een willekeurige boekwin kel binnen en aanschouw de lange rij publicaties over opvoe den. Hoogstwaarschijnlijk zal de vandaag verschenen Opvoe dingscanon ook op die plank te rechtkomen. Toch wil dit boek geen opvoe dingswijzer zijn, maar een naslagwerk met een wetenschappelijke benadering van ver schillende opvoedingsthema's. Zo staat er niet dat je kinderen moet verbieden te ro ken, maar wel hoe slecht het is voor de longontwikkeling. Geen tips of je een hui lende baby wel of niet moet oppakken, maar wat het voor zijn of haar ontwikke ling betekent als je het laat liggen. ('Troos ten is belangrijk voor het basisvertrouwen van het kind en voor een veilige hech- ting'). Auteur René Diekstra denkt dat de canon voorziet in een informatielacune. Uit on derzoek in Den Haag blijkt dat veel ouders, opvoeders en eigenlijk iedereen met kinde ren in de omgeving nog vol vragen zitten. „Vooral ouders met puberkinderen hebben geen idee dat ze eigenlijk nog best veel in vloed hebben. Uit onderzoek blijkt name lijk dat pubers, hoewel ze zich van hun ouders afkeren, nog wel luisteren naar ad viezen." Het idee van de canon, die uit 51 hoofdstuk ken en aparte thema's bestaat, is afkomstig van de gemeente Den Haag. De WD-wethouder voor jeugd Sander Dekker wil zijn inwoners die jaarlijks met r8.ooo vragen aankloppen bij het consulta tiebureaus een handreiking doen. „Uit een enquête in Den Haag bleek namelijk dat heel veel ouders, maar ook professionals die met kinderen werken, behoefte hebben aan kennis. Daarom is deze canon geschre ven met allerlei wetenschappelijke wetens waardigheden. Niet om, zoals Rouvoet, met een belerend vingertje te gaan staan, maar om opvoeders meer kennis te bie den." Door een combinatie te maken van een boek met een website wordt de informatie voor iedereen toegankelijk. Bovendien kun nen de teksten gemakkelijk worden aange past als nieuwe onderzoeken tot nieuwe in zichten leiden. De canon wil niet zoals Dr. Spock in de ja ren vijftig met een opgeheven vingertje ver tellen hoe het moet. Mede-auteur Malou van Hintum: „Er staan wel tips in, maar we hebben nergens staan dat het zus of zo móét. Bij het luikje over echtscheiden bij voorbeeld staat dat elke scheiding negatieve effecten heeft op kinderen. Maar we zeg gen niet dat ouders niet moeten gaan schei den." In zijn voorwoord schrijft Diekstra: 'Ieder kind, lijkt op alle andere kinderen, lijkt op sommige andere kinderen, lijkt op geen en kel ander kind'. „Wat ik daarmee wil zeg gen is, dat je heel veel algemene informatie hebt die voor alle kinderen gelden. Maar er zijn ook speciale gevallen, bijvoorbeeld hoogbegaafden of kinderen met adhd, dan heb je specifieke informatie en adviezen no dig. En dan heb je nog het unieke van elk kind. In dat spanningsveld probeert de ca non antwoorden te geven op vragen. Ik had zelf te maken met drie heel verschillen de kinderen qua temperament. Daar had ik achteraf wel meer informatie over willen hebben. Een bijsluiter hoe ik met elk soort temperament had moeten omgaan." Hoe kijkt hij naar ouders die hun kind van uit intuïtie, gevoel en eigen ervaringeir op voeden? „Ik wil niet zeggen dat intuïtief op voeden niet goed is. Soms kan dat prima uitpakken. Opvoeden moet een goede cock tail zijn tussen intuïtie en kennis. Maar uit onderzoek blijkt wel dat ouders met meer kennis over opvoeden een meer ontwikke- lingsstimulerende omgang met hun kinde ren hebben." www.opvoedingscanon.nl MEDIAWIJSHEID Veel kinderen hebben een tv, een (spel)computer en een mobiele telefoon. Kinderen tussen 10 en 16 jaar besteden elke dag gemiddeld 3,7 uur aan media. En dat wordt elk jaar meer. Met de nieuwe media zijn kinderen actief bezig. Ze msn'en, sms'en, gebruiken internet. Vaak buiten het zicht van hun ouders. Kin deren zijn technisch wel handig. Maar ze zijn vaak niet in staat media-inhoud goed te begrijpen. Hun sociaal-emotionele en intellectuele ontwikkeling is nog van een kinderniveau. Kinderen hebben daar voor de opvoeding en regels van volwassenen nodig. Nieuwe media kunnen zorgen voor positieve ervarin gen en nieuwe vaardigheden. Maar er zijn ook nega tieve effecten mogelijk. Te veel gamen en/of msn'en kan leiden tot verslaving. £ton0 Conflicten tussen kinderen (D Spelen en vervelen0 Goed en kwaad 0 Pikken en fokken 0 Leren denkenQ Creativiteit, fantasie en spel 0 Sprekenden lezen lijk hebbenfp Pesten ©Verslaafd© Depressie en zelfdoding©Riskant gedrag© Liefde en leiding©Vaardigheden voor opvoeders© Verwennen© Straf© Vaders ld Q Samen opvoeden ©Grootouders© School© Diversiteit en school© Kinderopvang© Leeftijdsgenoten© De buurt© Sport©Media© Mediawijsheid© Steun voor de ouders VADERS De vader is bij de zwangerschap en de ge boorte een beetje een bijfiguur. Veel vaders blijven dat ook als hun kinderen opgroeien. Dat is jammer, want kinderen hebben hun vader net zo hard nodig als hun moeder. Ouders zijn voor kinderen een voorbeeld. Is er helemaal geen vader in het gezin, en doet moeder de opvoeding alleen, dan hebben jongens een grotere kans om in de proble men te komen. Ze gaan zich bijvoorbeeld ge welddadig gedragen, of presteren slecht op school. Vaders geven moeders nogal eens de schuld van problemen met de kinderen: zij voeden de kinderen toch op? Maar dat is precies de fout die ze maken. Ze moeten meedoen. DE BUURT Elkaar kennen is veiliger en leuker. Opvoeden vindt binnenshuis plaats, in het gezin, maar ook buitenshuis. Kinderen groeien ook op in een straat en een buurt. Die buurt is voor hen de sa menleving in het klein. Hoe veiliger en vrolijker de buurt is, hoe fijner de kinderen er kunnen op groeien. Denk dan aan de mogelijkheid om lek ker buiten te kunnen spelen, maar ook aan de manier waarop de buurtbewoners met elkaar om gaan. In buurten waar mensen elkaar kennen en met elkaar omgaan, is minder onveiligheid en cri minaliteit. Mensen die elkaar groeten, helpen el kaar eerder. Ook laten ze zich eerder aanspreken op hun gedrag. Buren die elkaar vertrouwen, kun nen afspraken met elkaar maken. Bijvoorbeeld over het gedrag van hun kinderen op straat. KINDEROPVANG Op een kinderdagverblijf leren kinderen spelen met leeftijdsgenootjes. Dat stimuleert hun sociale ontwik keling. Ouders hebben recht op inspraak in de op vang, maar minstens zo belangrijk is wederzijdse be langstelling. Ook directe betrokkenheid van de ouders is belangrijk: ouders die komen pannenkoe ken bakken, of muziek maken. In de opvang moet de fysieke veiligheid van de kinderen worden afge wogen tegen het recht op uitdaging. Er mogen geen grote ongelukken gebeuren, maar kinderen moeten klauteren en klimmen wel kunnen uitproberen. Een gezond kind heeft regelmatig een pleister op de knie. Kinderen leren om te gaan met elkaar, elkaar te respecteren en te helpen. En ze leren regels zoals 'elkaar geen pijn doen'. Ook leren ze vriendschap pen op te bouwen, en om te gaan met afwijzingen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 11