je alleen buitendijks zeldzaam de schorv tbu F |\j Natuurjournaal dinsdag 2 februari 2010 Zilt en Wild! Expositie in natuur- en land schapsmuseum Terra Maris, gevestigd in de voormalige oranjerie van kasteel Westho- ve, Duinvlietweg 6, Oostka- pelle. Geopend van 3 februari 2010 tot en met 30 januari 2011. Openingstijden: laagseizoen (november tot 15 april) woensdag tot en met vrijdag 12 tot 16 uur, zaterdag en zondag 12 tot 17 uur; hoog seizoen 15 april tot en met oktober) 10 tot 17 uur. Informatie: www.terrama- ris.nl i buitendijks Zeeland. De trots van Saeftinge en Kaloot. plaats hebben uitgekozen. De Hoo- ge Platen vormen de belangrijkste plek in Nederland waar deze verte genwoordigers van het geslacht der zeezwaluwen hun. nesten ma ken. De manier waarop ze dat doen, is de naam nest nauwelijks waardig: een simpel kuiltje in het zand. De daar gelegde eieren val len nauwelijks op tussen de schel pen in het zand, zoals een op de vloer aangebrachte foto duidelijk maakt. Hoeveel nesten liggen hier, is de vraag. En even verderop wordt nog een beroep gedaan op de vogelkennis of de verbeeldings kracht van de bezoeker: welk kui ken hoort bij welke volwassen vo gel? Ook zeehonden trekken zich graag terug op plekken als de Hoo- ge Platen, die voor de mens lastig toegankelijk zijn. De beenderstruc- tuur van de voorvin doet sterk aan die van de menselijke hand den ken. Zilt en Wild! gaat ook in op de be tekenis van het intergetijdegebied voor doortrekkende steltlopers, die op hun soms duizenden kilo meters lange reis van de broed- naar de overwinteringsgebieden komen foerageren op bij laag wa ter droogvallende platen en slik ken. En dan de schorren, die hoger op- geslibde delen van de buitendijkse wildernis. Domein van de bruine kiekendief, de tureluur en de blauwborst. En van een heel zeld zaam insect: de schorviltbij. Deze alleen in Saeftinge en op de Kaloot voorkomende soort gedraagt zich als een koekoek. De bij verzamelt zelf geen nectar of stuifmeel en legt haar eitjes doodleuk in het nest van de breder verspreide schorzijdebij. De schorviltbijlar- ven rekenen vervolgens af met die van hun gastouders. Gedrag waar naar menselijke maat staven kanttekeningen bij zijn te plaatsen, maar ook in dat opzicht is de buitendijkse natuur van Zee land wild. De populatie zeehonden in de Deltawateren neemt gestaag toe. Er is een tijd geweest dat je bij wijze van spreken maar naar de zeedijk hoefde te fietsen om een velduil te zien. Vooral in de jaren zeventig was de vogel overal te vinden. Maar tegenwoor dig is een waarneming van een velduil een buitenkansje. Afgezien tenminste van een paar plaatsen waar ieder jaar overwinterende velduilen terugkomen. Maar dat soort plekken is er niet veel. Bij vogelaars en fotografen is de velduil één van de meest begeerde trofeeën. Als een plek waar veldui len te vinden zijn eenmaal be kend is stromen de liefhebbers van heinde en verre toe. Op Schouwen bijvoorbeeld is zo'n plek en daar kan het vooral in de weekeinden ontzettend druk zijn. Mijn laatste velduilwaarneming deed ik een aantal weken geleden toen er nog een laatste restje sneeuw lag. Ik reed in een matig gangetje langs de Westerschelde- dijk, toen daar ineens een paar grote bruine vogels uit het niets opdoemden. En jawel, het waren velduilen. Het was nog maar hal verwege de middag en hoewel het donker weer was, was mijn eerste idee dat de vogels verstoord waren en zich daarom lieten zien. Maar daarmee in tegenspraak was de systematische manier waarop ze slootkantjes en akkerranden af zochten. Deze vogels waren aan het jagen! Nadat ik even stond te kijken ont dekte ik steeds meer dieren en ten slotte waren er zelfs zes velduilen tegelijk te zien. Velduilen zijn veel al niet erg schuw. Een paar keer vlogen ze rakelings langs mijn stra tegisch geparkeerde auto. Mijn adrenalinespiegel moet op dat mo ment flink opgelopen zijn. Toen kwam het ultieme moment: aan de overkant van de sloot, op nog geen tien meter afstand, land de een schitterende velduil. Tsjon- ge, wat kunnen uilen de kop ver draaien: ruimschoots meer dan 180 graden! Blijkbaar zag de vogel mijn aanwezigheid niet als een probleem, want na inspectie van de omgeving bleef de vogel rustig zitten. Prachtig kon ik de felgele ogen en de bevederde poten bekij ken. Het duurde ettelijke minuten voor de vogel opvloog. Dat gebeur de toen wat verderop een soortge noot neerstreek op de bevroren kluiten van de akker. Kennelijk was ik iets te gretig om ook die vo gel goed te bekijken, want toen ik de kijker richtte vloog de dichtst bijzijnde vogel weg. Een velduil is neergestreken op een braakliggende akker. foto Chiel Jacobusse

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 41