geeft een oergevoel
Natuurjournaal
dinsdag 26 januari 2010
foto Dirk-Jan Gjeltema
Kokkels, aan de Grevelingendam.
Begin april al kunnen de eerste sleedoorns bloeien. Zeeland staat er vol mee. Sleedoornbes
sen worden geoogst als de eerste vorst ze zoet heeft gemaakt. foto Dirk-Jan Gjeltema
In oesterputten of verwaterbassins
zal nog een enkele verdwaalde plat
te oesters zijn; Japanse oesters zijn
veel algemener.
foto Dirk-Jan Gjeltema
ten. „Al mijn vondsten heb ik op de
wjldplukwijzer gezet. Ange, dat ben
ik."
De wildplukwijzer kwam afgelopen
herfst, na een rustige start eind zo
mer 2009, in het middelpunt van de
belangstelling te staan toen de websi
te GeenStijl er aandacht aan besteed
de. Opeens piekte het aantal bezoe
kers naar 20.000. Ook van foodlogs
en de grote media kreeg Meneer
Wateetons veel belangstelling.
Bestudering van de site levert verras
sende ontdekkingen op, zoals rietsi-
gaarharten ('smaken als jonge bam
boe'), vossebessen en anijschampig-
nons, een gele kornoelje ('oud
vruchtgewas dat bijna niemand
meer kent') en krentenboompjes.
Zeeland blijft nog een beetje achter;
misschien omdat een Zeeuw niet op
kijkt van een verdwaalde pruimen
boom. In Zeeland tekent zich wel
een nieuwe ontwikkeling af: „Men
sen gingen vindplaatsen van oesters
aangeven. Ik vond dat wel een leuke
overgang, van appels naar oesters.
Dat is ook een vorm van wildpluk-
ken. Ik zou mezelf kunnen voorstel
len dat je er ook een konijnenkolo-
nie op zet, maar dat ligt toch iets
moeilijker. Een appelboom loopt
niet weg, maar met konijnen wordt
het lastig om ze terug te vinden."
Ook als het om vlees gaat, heeft Me
neer Wateetons bijzondere opvattin
gen. „Ik vind dat mensen die vlees
eten, zeker eens in hun leven zelf
een beest moeten hebben gedood.
Dat maakt je er bewust van dat het
dier dat je eet, is gestorven om jou
tot voedsel te dienen."
Dit jaar verschijnt een boek van zijn
hand en zielsverwant Sjoerd Mulder
dat zich 'helemaal richt op het ur
ban jager-verzamelaarschap'. „Hij
doet een beetje hetzelfde als ik.
Laatst heeft hij een meerkoet die
was aangereden, mee naar huis geno
men en opgegegeten. Dan is het
toch een zinnige dood."
Mossels steken aan de paalhoofden bij Domburg en Westkapelle.
foto Lex de Meester
Hij zat daar als een kam
pioen van onopvallend
heid. Een beetje in elkaar
gedoken op een scheefgewaaide
dakpan op het dak van een verval
len schuur. Uit de verte was het
niet meer dan een bruinige vlek,
maar ik wist dat hier een steenuil
woonde en ik was blij om de vo
gel weer te zien. Er zaten wat
kauwtjes vlak in zijn buurt, maar
die lieten de vogel volkomen met
rust. Gedurende de vorst had-ie
zich gedeisd gehouden en ik was
een beetje bang dat de vogel ge
sneuveld was. De steenuil hoort
bij de groep vogels die in strenge
winters fikse klappen op kan lo
pen. De winter is weliswaar niet
zo bar geweest, maar toch koud ge
noeg om goed merkbaar te zijn in
de vogelwereld.
Zo was er in de afgelopen maand
een ware invasie van roerdompen.
Deze geheimzinnige reigerachtige
vogel dook op langs allerlei kreken
en welen waar je hem normaal
nooit ziet. Net als alle reigers kun
nen roerdompen tijdens vorst en
sneeuw moeilijk aan de kost ko
men. De vissen en amfibieën zit
ten onder het ijs. Muizen en mol
len, die ook een gewilde prooi vor
men, blijven veelal onder het
sneeuwdek, veilig en lekker
warm. Maar net als de steenuilen
lijken ook de roerdompen de win
ter aardig goed te zijn doorgeko
men. Op het internet verschenen
diverse foto's van roerdompen die
met de krachtige snavel dwars
door het ijs boorden om een
prooi vanonder het ijs op te schar
relen. Maar de meeste exemplaren
probeerden zich al vissend bij een
wak in leven te houden.
Terug naar de steenuil. Steenuilen
hebben een goed alternatief als ze
geen muizen kunnen vangen. Ze
schakelen over op kleine vogeltjes
als winterkoningen en heggen-
mussen. Die verblijven net als de
steenuil graag op rommelige er
ven met wat bomen en struikge
was. Steenuilen zijn als het om
voedsel gaat echte opportunisten.
Soms vind je braakballen die voor
het grootste deel uit schilden van
grote kevers bestaan.
Ook heb ik bij herhaling steenui
len betrapt met een regenworm in
de bek.
Je zou denken dat zo'n weinig
kieskeurige vogel overal wel weet
te overleven, maar niets is minder
waar. De steenuil is gebonden aan
kleinschalig landschap, waar keu
terboertjes het voor het zeggen
hebben.
Steenuil en kauwen op een vervallen schuur.
foto Chiel Jacobusse