reizen* 4
Gedoemd land
Jonge Haïtianen verkopen
de agenda van op stapel
staande lynchpartijen
Hij is de sluwste misdadigers te slim af en is
wereldberoemd. Sherlock Holmes is opnieuw op
witte doek te zien. Maar
wie de echte Sherlock
Holmes wil leren
kennen, moet net als
Yolanda Bobeldijk een
bezoekje brengen
aan Londen.
Zaterdag 23 januari 2010
reizen@wegener.nl
024-3650360
CROOT-BRITTANNIË
Londen
NEDERLAND
Prabury
Par* - -
W»K
ihrerRoot
De Sherlock Holmeswandeling voert door het
Victoriaanse Londen van de Engelse speurder.
w««re-
•crmopösey
ermee veroorzaakt pijn in de maag. Ontbijt is aan mij van
daag niet besteed.
Haïti wacht op verkiezingen. Na het bewind van de dictator
familie Duvalier, kan men over een paar dagen min of meer
vrij stemmen. Vandaar de spanningen. En die lopen steeds
verder op naarmate de belangrijke dag dichter bij komt. Die
week raakt het hotel vol journalisten die de Verkiezingen
verslaan. Doorgewinterde oorlogsverslaggevers melden zich
op onze veranda. Als er geschoten wordt, duiken zij onder
de tafels. Amateurs, zoals ik, blijven rustig zitten en krijgen
een uitbrander. Jncomingfire", schreeuwen de Amerika
nen, „duck for cover!" Het zijn spannende dagen. Elke dag
melden zich jonge Haïtianen bij de hotelpoort. Ze hebben
van alles in de aanbieding voor de internationale pers.
Waar de meeste lijken liggen, weten ze precies. Er is ook
een agenda van op stapel staande lynchpartijen. Wie be
taalt, mag komen filmen. Amerikaanse anchormen overleg
gen aan het ontbijt met hun cameraploegen. Het verlang
lijstje is elke dag hetzelfde. Een paar doden, wat plunderin
gen, militairen in actie met nog wat extreme armoede. De
presentator kletst het die avond wel aan elkaar.
Arme Haïtianen. Een rampzalige geschiedenis en een soort
gelijke toekomst. Armoede en wreedheid. Hoe helder
blauw de Caribische zee ook is, hoe warm het tropenzonne
tje ook schijnt, het zal niet baten. Dit deel van het eiland
Hispaniola is gedoemd. De verkiezingen verlopen met de
gebruikelijke incidenten. De uitslag blijkt allang verkocht
aan de meest biedende kandidaat. Het is begin 1988, presi
dent Manigat zal nog geen half jaar in functie blijven. Ik
ben-later nog wel een paar keer terug geweest op Haïti. Al
tijd weer in het Oloffson en altijd weer met het gevoel dat
het er nooit beter wordt. De aardbeving heeft de aandacht
er nu weer op gevestigd. Maar voor hoe lang? Ik ben be
nieuwd of we Haïti over een jaar nog kunnen vinden.
Het is 1988. Ik maak mijn eerste wandeling door
Port-au-Prince op Haïti. Vanuit het hotel loop ik
over de Avenue Christophe richting het paleis. Het
was me de aankomst wel, gistermiddag. De enige blanke op
het drukke vliegveld en iedereen die iets van je wil. ,JBlanc,
blanc", wordt er gefluisterd, waarna met de duim over de
wijsvinger wrijvend het internationale gebaar van 'geld ver
dienen' volgt. Iedereen zit verlegen om een kleine op
dracht. Tegen geringe vergoeding de koffers dragen bijvoor
beeld. De een brengt ze tot aan de uitgang, de volgende
neemt over richting het autoverhuurbedrijf Daarna gooit
een collega ze in de achterbak en houdt de laatste in de rij
de deur voor je open. Vier helpers: vier dollars. Bij het eer
ste stoplicht maken we kennis met een andere manier van
geld vergaren. Als we net stilstaan, trekt iemand de deur
aan mijn kant open. Ik kijk in het woeste gezicht van een
gespierde jongeman die met een mes staat te zwaaien.
„Blanc, blanc, donne moi du monnaie." Dat is even schrikken.
Ik maak een schoppende beweging en de jongen deinst te
rug. Ver genoeg om mij de gelegenheid te geven de deur
dicht te trekken en gas te geven.
Op naar hotel Oloffson. Een vervallen Victoriaans landhuis
met omliggende bungalows. Een jaar geleden gehuurd door
een Amerikaanse familie die er weer wat van probeert te
maken. Het zwembad staat droog en het hoofdgebouw
oogt nog redelijk vervallen. Ik betrek de 'Graham Greene'
bungalow. De.avond valt, de slaap komt, maar niet lang.
Vanaf middernacht rijden legertrucks langs mijn raam. Het
licht van de koplampen glijdt over de muren rond mijn
enorme hemelbed. Nieuwsgierig kijk ik naar buiten. De
open vrachtwagens vervoeren militairen. Allen met de kara
bijn in de aanslag, op weg naar het centrum. Even later valt
het eerste schot. Het is gedaan met de nachtrust.
De volgende ochtend wandel ik met ferme tred het hotel
uit, alsof ik weet waar ik heen ga. Na een minuut
of tien zie ik iets wonderlijks. Wat ligt daar nou op
het talud? Niemand trekt zich er iets van aan, maar
het is wel degelijk wat ik in eerste instantie dacht.
Een lijk. Een vreemd geknakt lichaam in een plas
bloed. Het is gedaan met de frisse neus. Ik versnel
de pas en maak me uit de voeten. Even later, achter
een laag muurtje, opnieuw een lichaam. Het bevalt
mij niks. Dat het op Haïti nog steeds een rommel
tje is, was mij bekend, maar de directe confrontatie
In het spoor van
Sherlock Holmes
illlfl ieM
Sï - JÜ