9 spectrum 'Onze regering is totaal onzichtbaar, ze doet helemaal niets' Zaterdag 23 januari 2010 HH heen moest. Op het laatst kon er nauwe lijks meer iets bij. Iets verderop verschenen met de dag meer tentenkampen van reddingsploegen, die trots hun vlaggen plantten. Nederland, pre sent! China, present! Qatar, present!. Maar terwijl er deze week nog steeds reddings ploegen landden in Port-au-Prince, ver trokken andere alweer omdat er niets meer te redden viel. En als er nog wel iets te redden was, konden ze vaak hun basis niet verlaten bij gebrek aan gewapende es cortes van VN-soldaten. Toen dat wel lukte, presteerde het red dingsteam van Costa Rica het om drie uur in resten te zoeken van de Don Bos- co-school, terwijl beheerder en priester Wim Boksebeld expliciet had gemeld dat er 'écht geen levenden meer te vinden wa ren'. Een cameraploeg legde de 'zoektocht' fanatiek vast. Boksebeld vatte de situatie krachtig samen: „Er is geen coördinatie. Het centrale gezag is nergens. Niemand zit op zijn post. Alle overheidsfunctionarissen zijn bezig met eigen dingen." Maar werden er dan geen levens gered? Ja zeker, honderden, misschien wel duizen den. En deden de hulpverleners dan geen fantastisch werk? Jawel. Om vervolgens, zoals bijvoorbeeld Artsen zonder Grenzen, dagelijks een keurig bulletin rond te sturen met indicaties voor het downloaden van professionele foto's van de eigen werk zaamheden/Alle buitenlandse actoren - hulpverleners, overheden, media - benut ten de ramp optimaal om zichzelf goed over het voetlicht te brengen. De enige twee partijen die dat niet deden, waren de eigenlijke hoofdrolspelers: de Haïtianen en hun regering. „Het is voor een internationale journalist makkelijker onze president te spreken, dan dat wij hem te zien krijgen", aldus Pierre Esperance van mensenrechtenorga nisatie RNDDH. „Onze regering is totaal onzichtbaar, ze doet helemaal niets." De tweede hoofdrolspeler, de Haïtiaan, was letterlijk een figurant. Hij liep door de dramatische scène en keek ernaar. De groe pen plunderaars eisten nog een kleine bij rol op, maar wel een die met name de Ver enigde Naties zo de stuipen op het lijf joeg, dat de organisatie steeds trager ging werken omdat alles alleen onder zware be veiliging kon gebeuren. In die chaos besloten de Verenigde Staten in te grijpen op een manier die voor de VN als vernederend mag worden ervaren. Zo stonden voor de zij-ingang van het vliegveld, waar alle vrachtauto's met hulp goederen doorheen moesten, soldaten van de VN-veiligheidsmacht. Maar achter hen, van buitenaf onzichtbaar, wachtte een handjevol soldaten van de VS, voor als het mis zou gaan. Het waren ook de grijze helikopters van de Amerikanen die het luchtruim boven Port-au-Prince domineerden, niet de witte van de VN. En de Amerikanen, niet het World Food Programme (WFP), dumpten eten boven het kamp van 25.000 dakloze Haïtianen op wat anderhalve week gele den nog de golfbaan van Pétionville was. Met hun snelheid, duidelijkheid en profes sionaliteit waren de Verenigde Staten in Haïti een uitzondering. Er kleefde ook een schaduwzijde aan: mensen zonder Ameri kaans paspoort mochten het vliegveld niet meer op om zich op te geven voor een eva- cuatievlucht. Niet-Amerikaanse vliegtui gen werd herhaaldelijk toestemming ge weigerd te landen in Port-au-Prince. Vol gens een persbericht van Artsen zonder Grenzen heeft dat, doordat medicijnen te laat arriveerden, aan minstens vijf mensen het leven gekost. Daarmee zijn we weer terug bij de hoofd rolspeler als een lopende, wachtende en toekijkende figurant. De vraag is: waarom? Een columnist van de Spaanse krant El Pais schreef deze week dat Haïti 'een verge ten tragedie' is. Was het maar waar. \Vas Haïti maar een land waar niemand ooit naar omkijkt, omdat het ver weg ligt, op een duistere plek waar niemand komt en waar geen westerse mogendheid er last van heeft. Dan valt het allemaal nog enigs zins te verklaren. Maar de laatste decennia zijn er miljoenen, zo niet miljarden euro's naar het land ge gaan. Port-au-Prince ligt op vijf kwartier vliegen van Miami en een VN-vredes- macht van 7.000 soldaten, 2.000 politie mensen en 2:000 burgers was er al lang voor de aardbeving bezig de orde te bewa ren. Vergeten is het land dus zeker niet, maar een tragedie is het wel. Duizenden hulp verleners, politici en journalisten - bezig met hun eigen agenda én oprecht begaan met het lot van de Haïtianen - trokken na vorige week dinsdag Haïti binnen om het te reanimeren. Maar na alle voorgaande ja ren van hulp en aandacht, troffen ze een land aan zonder veerkracht. Alle hulp heeft van de Haïtianen een apathisch volk gemaakt. Dat maakte van de hoofdpersoon van de aardbevingsramp een figurant. En hoe nu verder? De één begint over een Marshall-plan, de ander wil schulden kwijt schelden, de derde organiseert een bene fietavond en de Verenigde Staten willen 'zo lang als nodig is' in het land blijven. Maar niemand weet hoe nu écht verder moet met Haïti. reageren? spectrum@wegener.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 111