spectrum 8 De hele wereld stortte zich na de aardbeving van 12 januari op Haïti. Een verslag van een week in een wonderlijk circus: levens redden, ongeduldig wachten op documenten en hulpverleners die eindeloos met elkaar in discussie gaan. En apatische Haïtianen. - Zaterdag 23 januari 2010 H aït i Figuranten in een drama door Robert-Jan Friele Een bewoner van Port-au-Prii de stad per bus. Alle hulp hei Haïtianen een apathisch volk foto Carlos Garcia Rawlins Het was een fascinerende ont moeting in de gang van het ziekenhuis Saint Damien Chateaublond in de Haïti- aanse hoofdstad Port-au-Prince. De Italiaanse arts Ales- sandro Rubino ging woedend een discus sie aan met de Duitse arts Peter Tinne- mann. Die had het gewaagd, te zeggen dat hij, Tinnemann, degene was die journalis ten zou rondleiden en van informatie zou voorzien. Een schande, vond de Italiaan. Niemand had het recht tegen hem te zeg gen wat hij wel en niet mocht doen. Ook niet de man die door het ziekenhuismana- gement was aangewezen journalisten rond te leiden, zodat de andere artsen zich hele maal op hun taak konden richten: het red den van levens. Terwijl Rubino raasde en raasde en Tinne mann zijn best deed geduldig te blijven, ke- ken net behandelde slachtoffers van de aardbeving in de tuin toe, vanaf hun ma trassen, stoelen of gewoon zittend in het gras. Wat dachten ze? De discussie ging ei genlijk nergens over: twee volwassen man nen, afkomstig uit twee verschillende lan den, die beiden vonden dat hun manier de beste was om hulp te bieden aan de hon derden door de aardbeving getroffen Haïti anen, die het Saint Damien bezochten. Het duurde een minuut of vijf voordat de Italiaan tierend de aftocht blies. Het tafereel toonde op microniveau welke situatie is ontstaan na 12 januari, toen om vijf uur 's middags door een aardbeving van anderhalve minuut een stad en enkele provincies in puin gingen en er vele tien duizenden doden vielen. Er moeten men sen gered worden, een half land opnieuw opgebouwd. Iedereen wil op zijn manier zijn steentje bijdragen. Zo kwam op dag drie na de aardbeving een Braziliaan van een jaar of 50 aan op het vliegveld van Santo Domingo in buur land de Dominicaanse Republiek. Hij heet te Silvinho en in zijn tas zat een motor- zaag, waarmee hij door het verwrongen metaal van gewapend beton kon zagen. Sil vinho hoorde bij niemand in het bijzon der. Hij zou zich aansluiten bij de Brazili aanse blauwhelmen in Port-au-Prince. Dan zou hij wel zien. Ook Silvinho was een mooi voorbeeld van wat er na de beving gebeurde in Haïti: een ramp trekt vaste bezoekers aan. Zoals vete ranen in de sportjournalistiek verhalen ver tellen over de Spelen van 1980, zo was de Braziliaan al sinds 1985, toen de aarde schudde in Mexico, bij alle grote aardbevin gen geweest. Hij was in Port-au-Prince niet de enige met zo'n indrukwekkende 'staat van dienst'. De plek waar de toestroom van internatio nale hulp het beste te aanschouwen was, bleek toch het vliegveld. Het ene na het an dere toestel landde er. De meegebrachte spullen werden in het gras gedumpt en weg vloog het toestel weer. Niemand leek bij te houden wie wat bracht en waar het Een Haïtiaanse politieman kijkt toe hoe plunderaars een vernield gebouw leegha len. De groepen plunderaars joegen de Verenigde Naties de stuipen op het lijf. De organisatie ging steeds trager werken omdat alles alleen onder zware beveili ging kon gebeuren. foto Jorge Silva/GPD/Reuters Amerikaanse soldaten laden water en voedsel in een helikopter in Port-au-Prince. De Verenigde Staten besloten in te grijpen in de organisatorische chaos op het verwoeste eiland. foto Logan Abass/GPD/Reuters

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 110