geld werk 133 Garantie vaak een heikel punt Vermissing met gevolgen RECHT EN KROM donderdag 21 januari 2010 Fabrikanten geven garantie op hun producten, vaak twee jaar. Maar dat betekent niet dat je als consument daarna geen rechten meer hebt. door Irene van den Berg illustratie Ruben L. Oppenheimer Zul je net zien: de televisie gaat op zwart een week nadat de fabrieksga rantie is verlopen. Dat betekent niet dat je automatisch zelf op draait voor de kosten van reparatie. Naast een fabrieksgarantie bestaat er namelijk ook nog een wettelijke garantie. Je hebt als consument volgens de wet recht op een goed product. Dat betekent bijvoor beeld dat je ervan uit mag gaan dat een was machine minimaal zes jaar meegaat. Geeft het apparaat er na twee jaar de brui aan, dan moet de verkoper de schade herstellen. Uiteraard valt er te discussiëren over de ge middelde levensduur van een apparaat. Vol gens de Consumentenbond mag je bij de meeste huishoudelijke apparaten uitgaan van een levensduur van zes tot acht jaar. „Hierbij speelt ook mee wat het apparaat kostte en hoe er is geadverteerd. Van een ap paraat waarover in de folder werd geschre ven 'gaat een leven lang mee' mag je meer verwachten", zegt Marcel van Beusekom van de Consumentenbond. Er zijn twee soorten garantie: de wettelijke garantie en de extra garantie. Onder de wet telijke garantie valt het recht op een deugde lijk product. De wetgever gaat ervan uit dat als een product binnen zes maanden na de aanschaf kapot gaat, het gebrek al bij de aan koop aanwezig was. De bewijslast ligt in die periode dan ook bij de winkelier of de fabri kant. Als deze weigert de schade te herstel len, moet hij aantonen dat het apparaat bij levering wél goed was en dat het manke ment jouw schuld is. Je hebt als consument overigens niet direct recht om je geld terug te krijgen. De winkelier moet eerst de kans krijgen het product te (laten) repareren. Na deze zes maanden blijft het recht op een goed product bestaan, maar ligt de bewijs last omgekeerd: de consument moet aanto nen dat het product niet goed is en dat het mankement niet te wijten is aan de manier waarop hij het gebruikt heeft. „Dat kan las tig zijn. Als je er niet uitkomt, kun je een ex pert inschakelen. Geeft die je gelijk, dan moet de verkoper ook de kosten van de ex pert vergoeden", zegt Van Beusekom. Onder de extra garantie vallen de fabrieks- of verkopersgarantie en de bijgekochte ga rantie. Veel fabrikanten, en sommige winke liers, hebben een eigen garantieregeling. Die kan gunstig uitpakken voor de consument: de periode waarin de bewijslast bij de verko per ligt, wordt soms uitgebreid naar één of twee jaar. Soms zijn de bepalingen in de verkopers- of fabrieksgarantie strijdig met de wettelijke ga rantie: een fabrikant vraagt bijvoorbeeld ar beidsloon bij een reparatie. Ga daar nooit mee akkoord: je behoudt altijd je wettelijke rechten. In enkele gevallen kun je ook nog garantie bijkopen, veelal in de vorm van een verzeke ring. De bewijslast ligt dan vaak nog langer bij de verkoper. Dat scheelt getouwtrek, maar zo'n bijgekochte garantie - waar je vaak 10 of 20 procent van aankoopsom voor betaalt - is veelal overbodig. „Je betaalt voor een service waar je toch al recht op hebt. Een sigaar uit eigen doos dus", vindt de Consumentenbond. Ga altijd naar de winkelier wanneer er pro blemen zijn met een product. Je hebt een overeenkomst met hem gesloten en dus is hij verantwoordelijk. Laat je niet doorsturen naar de fabrikant: een winkelier kan altijd zelf contact opnemen. Hoewel de naam wel licht anders doet vermoeden, kun je ook bij de winkelier terecht voor de fabrieksgaran tie. „De Consumentenbond krijgt veel klach ten van consumenten die van het kastje naar de muur worden gestuurd. Wees mon dig en laat je niet afschepen door de winke lier", aldus Van Beusekom. reageren? geid@wegener.nl door René van Baal Remco is plotseling verdwenen. Zijn familie en vrienden hebben geen idee waar hij uithangt. We ken verstrijken, een zoektocht blijft vruchteloos. Na een paar maanden is nog steeds taal noch teken van hem verno men. Remco blijft vermist. Zijn werkgever en zijn huisbaas trekken aan de bel. Zij wil len weten waar ze aan toe zijn. Het komt met enige regelmaat voor dat ie mand plotseling met de noorderzon ver trekt. Het kan zijn dat iemand elders een nieuw leven begint, maar het kan ook zijn dat iemand niet meer in leven is. Achterblij vers blijven met veel vragen zitten. Maar ook praktische zaken moeten geregeld wor den. De woningcorporatie kan niet einde loos wachten op de huur, zijn baas wil een vervanger aannemen en stopt met het over maken van het salaris. Bij vermissing kan familie of een andere be langhebbende, bijvoorbeeld een schuld eiser, de kantonrechter verzoeken een be windvoerder aan te stellen als er niet vol doende orde is op het bestuur over de goe deren. Ook het Openbaar Ministerie kan daartoe in het algemeen belang het initia tief nemen. De bewindvoerder wordt be last met het beheer van de goederen van de vermiste. Zo zal hij, zolang er voldoende saldo is, de huur kunnen overmaken. Over zijn handelingen moet hij jaarlijks verant woording afleggen. Voor sommige zaken, zoals de verkoop van een woning, heeft hij toestemming van de kantonrechter nodig. Het bewind eindigt als de vermiste plotse ling weer opduikt en wenst dat het bewind wordt opgeheven of als diens dood komt vast te staan. De onzekerheid over het lot van de vermiste hoeft echter vanuit juri disch perspectief niet oneindig te duren. Volgens de wet kan na vijfjaar vanaf het moment van vermissing een rechtsvermoe den van overlijden worden uitgesproken. Als de dood van de vermiste waarschijnlijk is, kan een jaar na de vermissing een verkla ring van vermoedelijk overlijden worden gevraagd. Dit is bijvoorbeeld het geval bij vermissing in verband met oorlogsomstan digheden, een natuurramp of een scheeps- of vliegtuigongeval. Na het uitspreken van een rechtsvermoeden van overlijden en na het in kracht van gewijsde gaan van deze uitspraak, kan er een akte van overlijden worden opgemaakt. Als de dood van de ver miste als zeker is te beschouwen, kan zon der wachttijd aan de rechtbank een verkla ring van overlijden worden gevraagd. Dat is van belang voor nabestaanden. Een echtgenote kan na het opmaken van de ak te bijvoorbeeld opnieuw trouwen. Wil die dat echter binnen vijfjaar na het tijdstip waarop de vermissing is vastgesteld, dan moet er verlof worden gevraagd aan de rechtbank. De bezittingen van de vermiste kunnen worden verdeeld over erfgenamen en legatarissen. Zij zijn echter voorlopig niet vrij met de nalatenschap te doen en la ten wat ze willen. De erfgenamen moeten bijvoorbeeld een boedelbeschrijving opma ken. Registergoederen zoals een woning mogen ze niet verkopen, tenzij ze daarvoor toestemming krijgen van de kantonrechter. Deze wettelijke beperking is ingebouwd met het oog op een mogelijke terugkeer van een vermiste. De wetgever gaat ervan uit dat die na vijfjaar na het uitspreken van het rechtsvermoeden van overlijden niet meer zal terugkeren. Na die tijd zijn erfgenamen vrij te doen met de nalaten schap wat ze willen. Maar wat te doen als de vermiste voor die tijd opduikt? Dan krijgt hij zijn bezittingen voor zover moge lijk terug. Met medewerking van Trip Advocaten Sr Nota rissen. www.triplaw.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2010 | | pagina 35