onderwijs 12
Als je een brugje bentmoet je
Ook een paar kaplaarzen en een overall
Woensdag 13 januari 2010
Scholieren fietsen elke dag van en naar hun school via de Bimmelsweg, de route van Heinkenszand naar Goes.
Met de bus? Geen denken aan! Thijs Martens en Aaron Brouwers
(12) uit 's-Heerenhoek fietsen elke dag vijftien kilometer naar school
én weer terug. Vrieskou of regen, dat maakt ze niets uit. Thijs:
„Kinderen die met de bus of met de auto gaan, noemen we softies."
door Cornelleke Blok
Kwart over zeven 's ochtends. Het
is één van de laatste dagen voor
de kerstvakantie. Buiten is het
aardedonker en ijzig koud. Thijs
zit aan het ontbijt met zijn ouders en
broertje. Net als hij z'n boterhammen ach
ter z'n kiezen heeft, staat Aaron voor de
deur. De twee jongens zitten in de brug
klas van het Ostrea Lyceum in Goes. Ze
kennen elkaar al vanaf groep drie en fiet
sen elke dag samen naar school. „Zo koud
als deze week is het dit schooljaar nog niet
geweest", zegt Thijs. Dus: muts op, sjaal
om en dikke handschoenen aan.
De fietsen staan al klaar op de oprit. Thijs
en Aaron hebben een speciaal rekje op
hun bagagedrager. De boekentassen kun
nen zo rechtop staan. De jongens maken
hun tas zorgvuldig vast met een spin.
„Dan kunnen ze de tas er niet af trappen",
zegt Aaron.
'Ze', dat zijn de oudere scholieren. De
meeste jongeren uit 's-Heerenhoek fietsen
in groepen en verzamelen bij het 'Patrij-
zenpaadje'. Aaron: „We fietsen nooit met
de groep mee, want die gaat te langzaam.
Dan kom je te laat op school. En, als je
brugje bent moet je vooraan fietsen."
Thijs: „Als we voorop fietsen, is er de min
ste kans dat we vallen, zeggen ze dan.
Maar we zijn nog nooit gevallen."
De jongens hebben er iets op gevonden.
Thijs: „Wij doen onze voorlichten uit en
gaan tussen de auto's staan. Dan zien ze
ons niet. We wachten tot ze wegrijden en
sluiten achteraan aan. We rijden ook wel
eens opritjes in, zodat ze doorfietsen."
Maar meestal hebben ze geen last van de
oudere scholieren. „Soms pakken ze je tas
wel eens vast", bekent Aaron. „Eén keer
hing er vijftien man aan mijn bagagedra
ger! Toen ben ik gewoon gaan slingeren.
Dan laten ze wel los."
Deze ochtend is er geen groep te beken
nen. De meeste scholieren gaan waar
schijnlijk met de bus, vanwege de kou.
Thijs en Aaron, en hun dorpsgenoot Rena-
to, fietsen stug door. Ze zijn geen softies!
In Heinkenszand pikken de jongens elke
dag hun klasgenoot Rens Voet (12) op. Na
een kwartier dringt de kou door je schoe
nen. Tenen veranderen in ijsklompjes, net
als je vingers. De kou snijdt langs je ge
zicht. Thijs en Aaron halen hun schouders
op. 'Nergens last van'.
„Ik weet niet wat ik erger vind, regen of
kou", zegt Thijs. „Als we onderweg ons re
genpak aan moeten doen, fietsen we er
soms langer dan een uur over. De ouderen
willen stoer zijn en doen geen regenpak
aan. In het begin dacht ik ook: zo'n regen
pak staat heel dufi dat doe ik niet aan.
Maar één keer was ik helemaal nat toen ik
op school aankwam. Sindsdien trek ik 'm
wel aan. Het staat misschien duf, maar het
is wel handig." Aaron lacht: „Het heeft ook
een voordeel: als we nat aankomen, mo
gen we het eerste uur naast de verwar
ming zitten."
Eén keer zijn ze met de auto gegaan. „Dat
was met Sinterklaas", zegt Thijs. „Toen wa
ren onze surprises te groot om mee naar
school te nemen. We hebben de tijd toen
gemeten. Het scheelt bijna niks, omdat je
met de auto door de binnenstad van Goes
moet. Met de bus ben je al helemaal niet
sneller, want dan moet je ook nog lopen
vanaf het station."
Dion Dijkwel (12) uit Yerseke zit op
het Edudelta College in Goes. Zijn
kluisje zit op borsthoogte. Han
dig, vindt Dion. „Een vriend die twee kop
pen groter is, heeft zijn kluisje helemaal
onderaan. Niet echt praktisch." In het kluis
je van Dion liggen een jas, regenbroek en
gymspullen. Maar ook een paar kaplaarzen
en een overall. „Dat is voor het vak Prakti
sche Sector Oriëntatie", legt de scholier uit.
„We zijn bijvoorbeeld naar een boerderij
geweest om koeien te scheren. Overal lag
koeienpoep. Dan heb je wel een overall en
laarzen nodig."
Muf ruikende gymspullen of een vieze
overall zijn niet te vinden in het kluisje.
„Ik neem ze best vaak mee naar huis zodat
ze uitgewassen kunnen worden." Dions
kluisje ziet er netjes uit. Het enige romme
lige is een gekreukt vel papier. „Ik heb het
niet meer nodig. Dat moet ik nog eens
weggooien."
He'Hkc: