li onderwijs
In de aula kun je op verhaal komen
Bloemetjes en een foto, dat vind ik gezellig
Dominique
Woensdag 13 januari 2010
Vraag op een school welke ruimten voor de leerlingen
zijn, en je krijgt verschillende antwoorden. „Alle ruimte,
behalve de lerarenkamer", antwoordt de docent. „De
aula en het plein", vindt de leerling.
door Mieke van der Jagt
Ze zijn best een beetje verwend,
de leerlingen van het voortgezet
onderwijs. De schoolgebouwen
zijn licht en ruim, de pleinen
groot en er is geen enkele school die niet
een flinke aula heeft. Bijna in alle gevallen
doet de aula dienst als kantine.
Het is dan ook die aula die de leerlingen
het meest beschouwen als hun eigen ter
rein. Daar gelden de minste regels. In de
aula mag je met je jas aan lopen, daar mo
gen de jongens hun petjg of capuchon
weer opzetten en daar kun met je mobiel
tje spelen en Mp3tjes beluisteren.
Behalve op het Calvijn College in Goes.
Daar staan ze op het standpunt dat de leer
lingen, als ze van het eerste tot het zesde
uur les hebben, de volledige tijd aan het le
ren zijn. Telefoontjes en Mp3-spelers lei
den daarvan af
Ook de omgang met medeleerlingen bui
ten de lesuren, valt, zo is de opvatting, on
der leren. Op grond daarvan en omdat rela
tief veel leerlingen van ver komen, heeft
het Calvijn College erg compacte roosters
met weinig tussenuren.
Johanna vindt die regels helmaal niet hin
derlijk. „Als je vrij bent, wil je toch vooral
met je medeleerlingen praten. Dat mag in
de klas meestal niet. In de pauze en tussen
de lessen heb je altijd veel in te halen. Dan
hoefik niet te bellen of naar muziek te luis
teren."
Op andere scholen is het allemaal wat soe
peler. Op het Ostrea Lyceum en het Goese
Lyceum zijn de telefoontjes, de petjes en
de jassen buiten en in de aula niet in de
ban gedaan. Wel in de mediatheek, in de
bibliotheek en in de ruimten waar leerlin
gen rustig kunnen werken, al dan niet aan
de computer.
Het kloppend hart van elke school is dan
ook de aula, al kan die van het ene op het
ander moment van stampvol, helemaal
leeglopen.
Wat trekt de leerlingen naar de aula? Zijn
het de medeleerlingen of de ruimte om
huiswerk te maken? „Het snoep", zegt Ke
vin die op het Goese Lyceum een roze
koek uitpakt. „Hmm, lekker!", grijnst hij
als de koek in een mum van tijd verdwe
nen is. Kevin is niet de enige die in de rij
aansluit in de middagpauze, maar er zijn
ook leerlingen die voorkeur hebben voor
een gezondere snack: fruit of een belegd
broodje. Her en der gaan op de tafels ook
de broodtrommels open.
Alle scholen doen van alles om het in de
aula gezellig te maken. Op het Ostrea Ly
ceum is er elke dag een andere soep. Het
eerste wat docent Bert Kreeft 's ochtends
bij binnenkomst doet, is ruiken welke
soep er is. Veel leerlingen doen dat ook.
David, bijvoorbeeld, die pas blij wordt als
het naar tomatensoep ruikt. „Erwtensoep
hoefik niet."
Alle scholen proberen te balanceren tussen
gezonde voeding en snoep. Echt vette
snacks als kroketten en frikadellen worden
in geen enkele aula verkocht, maar snoep
en frisdrank zitten nergens in de ban.
Naast de verkoop aan de toonbank zijn er
ook automaten met verpakt snoep, fris
drank, koffie, chocolademelk en thee.
Op het Calvijn College is er een dag in de
week een lekker warm broodje te koop,
waar bijna alle leerlingen hun meebreng-
lunch op afstemmen.
Op elke school is wel eens overwogen om
de verkoop van snoep stop te zetten, maar
overal werd daar snel van afgezien. Als leer
lingen het hier niet kunnen krijgen, glip
pen ze naar de stad en dan heb je er hele
maal geen kijk meer op, was de overwe
ging-
Zouden Tamara en Alice, leerlingen op het
Goese Lyceum, naar de stad gaan als ze
geen Bounty uit de automaat konden trek
ken? „Naar de stad misschien, maar eerder
nog naar een andere school."
Dominique Loontjens (17) uit Mid
delburg zit in de vijfde klas van
de havo van Nehalennia in de
Zeeuwse hoofdstad. De deur van haar
kluisje is vrolijk versierd met bloemetjes
en een foto van haar beste vriendinnen.
„Dat vind ik gezellig." Eerst hingen er nog
meer foto's van haar familie, huisdier en
inmiddels ex-vriendje. „Maar die heb ik
toevallig net weggehaald." Niet dat Domi
nique zo opruimerig is. „Mijn kluisje is een
rotzooi", verontschuldigt ze zich. „Ik ruim
eens in de zoveel weken wel eens op. Ver
der neem ik daar de moeite niet voor." En
dus graaft ze dagelijks in de hoop met boe
ken, schriften, boterhammen en haar jas.
„Het grootste deel van mijn boeken zit in
dit kluisje. Mijn jas stop ik erin, omdat ik
bang ben dat hij anders gestolen wordt.
Maar mijn mobiel niet, hoewel dat van
school wel moet. Ik hou 'm liever in mijn
tas."
Lunchpauze op het Goese Lyceum; rechts de aula van Nehalennia in Middelburg.