Een hoofddoek maakt een groot verschil deperandering oit verandert Simone Kasmi-Oosterwaal haar naam misschien in Sali- ma, de islamitische naam die ze voor zich zelf heeft uitgekozen. Maar voorlopig kiest de Vlissingse ervoor Simone te blijven. Om niemand af te schrikken, draagt ze haar hoofddoek niet strak om de kin en krijgen mannen nog steeds een hand. Ook al hoort dat volgens islamitisch gebruik niet. Verder is haar bekering geen half werk. Be keerde moslima's zijn volgens haar fanatieker: „Wij willen leren en le- zen'veel." Simone Kasmi: „Ik ben getrouwd met een Marokkaanse man. Al zeve- f neneenhalf jaar. Dat vertel ik er al tijd bij als mensen vragen waarom ik moslima ben geworden. Mijn man wilde het eerst niet. Bang dat hij de schuld zou krijgen: Ach wat zonde, moet ze van jou die hoofd doek om? De buitenwereld gelooft niet dat een Nederlandse vrouw er zelf voor kiest moslima te worden. Mijn man heeft nooit gezegd dat ik een hoofddoek moest dragen. Toen hij mij leerde kennen, was ik een echt feestbeest. Elke dag op stap, drinken. Ik groeide op in een nor maal gezin, eerst in Schiedam, later in Middelburg. Ik was thuis een rot- puber die niet tegen regeltjes kon. Maakte de school niet af en ging op mijn 16e op een kamertje in Vlissin- gen wonen. Daar ontmoette ik Mo- hamed. Hij woonde een portiek ver der. „Pas dit jaar, tijdens de ramadan, heb ik besloten dat ik me wilde be keren tot de islam. Er zijn in mijn le ven dingen gebeurd waarover ik niet wil vertellen. Die ellende heeft mij sterker gemaakt. Ik ben niet meer bang voor reacties. Een paar dagen later deed ik in de moskee mijn geloofsbelijdenis. Het was heel mooi, met al die moslimvrouwen om me heen. Sommigen huilden. „Ik ben niet gelovig opgevoed. Wel had ik altijd het gevoel dat er 'iets' was, dat alles in het leven een reden heeft. Als kind ging ik al met Turkse en Marokkaanse mensen om. Maar ook toen had ik geen interesse voor de islam. Natuurlijk zag ik mijn man vijf keer per dag bidden. In de loop der jaren ben ik het allemaal eens gaan uitzoeken. Wat me aan spreekt in de islam, is 'het goede'. Goed zijn voor anderen, arme men sen helpen, niet liegen, niet stelen. Dat past bij mij. Verder zie ik het nut van de islamitische leefregels. Tijdens de ramadan reinig je het lichaam. En een beperkt contact tus sen mannen en vrouwen is alleen maar goed. Zo kan jouw man niet een oogje krijgen op een vrouw die op een verjaardag naast hem zit. „Twee jaar geleden liep ik voor het eerst met een hoofddoek op. We woonden in een Marokkaanse buurt in Gent. Ik voelde me er vrij en heel gelukkig. Toch had ik al snel spijt. Ik was er nog niet aan toe. Voor het eerst werd er op straat 'vui le rat' naar me geroepen. Met mijn dochtertje aan de hand ben ik door gelopen. Maar je vraagt je wel af waarom mensen zoiets doen. k was best zenuwachtig 1 hoe ze op mijn werk op mijn bekering zouden rea- geren. Ik werk in de schoonmaak. De eerste da gen gebeurde er niets. Dachten ze dat ik voor de sier een hoofddoekje om had. Pas daarna kwamen er vra gen: of het serieus is en of ik nu voor altijd moslima blijf Een hoofd doek maakt een groot verschil. Dat je die vrijwillig draagt, snappen mensen niet. Het valt me op dat vooral ouderen opeens 'haast' heb ben als ze een hoofddoek zien. Ze botsen in de supermarkt tegen je Moslima Simone Kasmi-Oosterwaal: „Voor mijn vrienden ben ik nog steeds 'Simoontje'." Vier maanden geleden liep ze nog op hakken en met lange, gelakte nagels, het liefst met decoratieve plaatjes er Gp. Nu draagt ze een hoofddoek en zijn haar voeten foto Ruben Oreel Simone Kasmi-Oosterwaal (29) gaf toe aan een sluimerend verlangen moslima te worden Bij Allah vindt ze rust. door Selma Osman karretje en kijken je dan boos aan. Ik had mijn hoofddoek nog maar een paar dagen om en toen kwam Geert Wilders met zijn belasting op het dragen ervan. Op zulke momen ten moet je sterk in je schoenen staan. „Mijn broer snapt het niet, al heb ben we nog steeds goed contact. Mijn moeder reageerde ongelofelijk goed toen ik vertelde dat ik mosli ma was geworden. Ze heeft als ca deautje een hoofddoek voor me ge kocht. Sinds mijn bekering is ons contact beter dan ooit. Ik denk dat ze trots op me is dat ik deze stap heb durven zetten. Natuurlijk wordt ook zij er op aangesproken dat ik nu mosli ma ben. Mijn moeder gaat daar fel op in. Ze vindt dat je beter je dochter kunt accepteren met een hoofddoek, dan dat je haar kwijtraakt. Voor mijn vrienden ben ik nog steeds 'Simoontje'. Ik ben geen andere vrouw ge worden. „Wel ben ik innerlijk veran derd. Ik bid vijf keer per dag. Dat heeft me geleerd geduld te hebben. Vroeger was ik hele dagen bezig: vlug, vlug, nog even dit. Dat is voorbij. Tijdens het bidden kom ik tot rust." Simone Kasmi-Oosterwaal vier jam- geleden. DONDERDAG 24 DECEMBER 20 09

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 138