Afscheid van het leven
nemen is stiller worden
7 spectrum
1
29 november
30 november
1 december
i
HOSPICE
P
Zaterdag 19 december 2009
■p
Zondagavond eten Ad en Liesbeth, zoals bijna al
tijd, samen aan de tafel in de gezamenlijke huiska
mer. Het eten smaakt hem niet meer. Ad loopt
naar zijn kamer en kruipt in bed.
De dood houdt geen rekening met kantooruren.
Humaniste Eveline Blanckaert, geestelijk verzorger
van Sint Jans Hospice De Casembroot, is er niet
vaak bij als mensen sterven. Maar bij de voorberei
ding op het afscheid kan zij hen wél bijstaan. Zij is
hét aanspreekpunt voor geestelijke steun in het hos
pice, voor iedereen. „Een humanist stelt de mense
lijke vermogens centraal en niet de God. Ik ben af
hankelijk van het gesprek tussen jou en mij, van
wat daar in gebeurt. En op een gegeven moment
kan ook die mogelijkheid verdwijnen. Dan wordt
het steeds stiller, dan verdwijnt alles naar de achter
grond. De interesse in het nieuws verdwijnt, de
kring van mensen die de bewoner zien wil, wordt
steeds kleiner. Afscheid van het leven is stiller wor
den. "Steeds meer naar je eigen kern toe gaan."
Ad ligt alleen nog maar in bed. Nog één keer mag
Liesbeth bij hem aan bed komen; hij vindt het
moeilijk, te confronterend voor haar. Maandagmid
dag belt schoondochter Barbara haar man Jeroen
op: „We moeten met je vader gaan praten. Er zijn
dingen die we nog moeten bespreken, dingen over
de begrafenis die nog niet helemaal duidelijk zijn,
andere dingen. Ik voel het, het moet nu."
Jeroen vertrekt eerder van zijn werk. Ad is goed bij,
ondanks de morfine die hij tegen de benauwdheid
en de pijn heeft gekregen. Samen hebben ze een fij
ne middag, met intieme, ontroerende momenten.
Er wordt gelachen, er wordt gehuild. Niets blijft on
besproken. „Vanaf nu komen we elke dag bij je op
bezoek", zegt Barbara, en omhelst haar schoonva
der.
Zou hospicearts Micha de Vries zelf ooit voor een
hospice kiezen? „Mijn eigen angst is dat ik de touw
tjes niet meer in handen heb, als ik aan het eind
van mijn leven ben en terminaal ziek zou worden.
Dat anderen voor je gaan beslissen. Het is belang
rijk dat je tot het allerlaatst toe je eigen keuzes kan
maken. Laatst was er iemand die zei: 'Ik wil weg. Ik
wil terug naar huis.' Dat kan. Je beslist hier zelf."
Hoe gaat het als een patiënt beslist dat hij zelf het
moment van zijn dood wil bepalen? Hospicearts
Micha de Vries: „Het is denk ik goed dat we in een
land leven waar euthanasie mogelijk is als er geen
andere opties zijn om het lijden te verzachten.
Maar meestal is euthanasie niet nodig. Sterven op
een natuurlijke manier hoeft niet heel naar te zijn
en kan zelfs heel mooi en rustig verlopen. In het
hospice zijn we er in gespecialiseerd dat proces zo
goed mogelijk te begeleiden. Maar als een bewoner
van het hospice vraagt om euthanasie, is dat be
spreekbaar. Vaak is het al in een eerder stadium be
sproken met de eigen huisarts en het blijft dan ook
in het hospice een afspraak tussen de patiënt en de
huisarts."
Als Barbara die dinsdagmiddag bij haar schoonva
der zit, zegt ze: „Wat je ook beslist, wat je ook wil,
maak je geen zorgen: wij staan achter je." Ad
zwijgt. Dan zegt hij: „Ik wil niet meer. Ik wil uit
stappen", en drukt op het belletje om de zuster te
roepen. Niet lang daarna komt de arts. „Ik denk dat
hij de nacht niet meer haalt", zegt hij tegen Barbara
en Jeroen. De familie wordt gebeld: het is tijd om
afscheid te nemen. Die avond overlijdt Ad Kuiper:
'moe en verlangend naar het einde', staat in de
rouwadvertentie die twee dagen later in de krant
verschijnt. 'Opa Snor' is 64 jaar geworden.
Voor Liesbeth, die nu 'alleen' achterblijft in het hos
pice, komt het na al die tijd toch nog onverwacht.
„Hij is zomaar weggegleden", zegt Liesbeth. „Mijn
maatje. We konden over alles praten, uren lang.
Dat je uitgerekend in een hospice zo'n vriendschap
sluit.... Heel bijzonder, was dat."
Een dag later zijn de kaarten en tekeningen van het
prikbord gehaald, de kamer is leeg. „Ik heb er maar
niet mee gewacht", zegt zoon Jeroen, met een brok
in zijn keel. „Ze zullen hem wel weer voor iemand
anders nodig hebben."