5 spectrum
22 mei
Zaterdag 19 december 2009
Laatst is Ad zelf naar Albert Heijn gelopen, zo'n
6oo meter verder. Zonder te stoppen. „Een
vreemde gewaarwording. In een keer weer in Al-
bert Heijn. Heel raar, ik had niet verwacht dat
ooit nog mee te maken. Dat is een cadeautje, dat
je mensen kunt zien lopen en winkelen."
Op 12 mei komt Liesbeth in het hospice wonen.
Uitgezaaide niercelkanker, zegt ze droogjes. Lies
beth straalt dezelfde rust uit, heeft dezelfde rela
tiverende humor als Ad. Al snel zitten ze elke
dag samen in de zon te praten of dikke pillen
weg te lezen, een glaasje wijn of een kopje kof
fie op de tafel voor hen.
Soms is het hospice leeg, op Ad na. „Dan is het
net een groot, leeg hotel." Maar eind mei is het
hospice opeens 'vol' en begint Ad zich schuldig
te voelen. „Er zijn mensen die het harder nodig
hebben. Maar ja, wat dan? Ik kan mijn eigen
brood snijden en me zelf douchen, maar verder
kan ik natuurlijk niks." De oncoloog zei: 'Me
neer Kuiper, in uw situatie mag u egoïstisch
zijn. Als u het leuk vindt daar uw tijd af te wach
ten, moet u dat gewoon doen.' Maar ja, ik ben
niet egoïstisch. De vraag is dus: kan ik het met
mijn geweten verenigen?"
Die vraag zal gedurende de maand juni nog
prangender worden, want de zon schijnt en het
gaat alleen maar beter.
Ad Kuiper zit in een emotionele achtbaan. Van
leven bij de dag, bij de minuut, naar een half
jaar vooruit kijken. Van klaar zijn om alles ach
ter te laten tot moeten nadenken over de toe
komst. „Je moet alles wel elke keer weer een
plek geven. De kanker in de rest van mijn lijf,
dat zijn zogenaamde 'langzame cellen'. Als ze
die hersentumor onder controle krijgen, kan ik
in principe nog maanden, misschien wel een
jaar goed functioneren. En misschien ook niet.
Ik heb tegen de kinderen gezegd: we hebben
een fase afgesloten. Het financiële is geregeld.
Moet ik nu nog een tweede streep gaan zetten,
of laten we het zo? Ik weet het niet."
Op hoogtijdagen als Kerstmis en Pasen wordt
op de piano gespeeld. Feestdagen worden met
een hapje en een drankje gevierd. De huiskamer
heeft schilderijen aan de muur, luie stoelen in
zithoekjes en een volle boekenkast. Van de be
schermvrouwe van het hospice, mevrouw De
Casembroot, zijn er door het hele gebouw meu
bels, wandversieringen, boeken en klokken te
vinden die aan het hospice in bruikleen zijn ge
geven. Ze geven een huiselijkheid die weldadig
aandoet, voor degeneiï die van eigen huis en
haard afscheid hebben moeten nemen.
(lees verder op de volgende pagina)
vanavond pas het warme eten. „Soms zegt een
bewoner: 'ik hoef niets'. En dan, tien minuten
later: 'Toch maar een spiegeleitje.' Als 's avonds
een paar mensen ontzettend zin krijgen in een
frietje of een kroketje, dan maken we dat. We
proberen het zo aangenaam mogelijk te maken.
Hier gelden geen regels meer. Je móet niets
meer. Tenzij er medische noodzaak is: als ie
mand suikerziekte heeft, moet je toch even over-
leggen."
foto Lex de Meester
Hospice-arts Micha de Vries: „Als arts
moet je je patiënten in zo'n belangrijk
stukje van het leven goed kunnen bege
leiden." foto Mechteld Jansen
Verpleegkundige Annemarie de Koster:
„Het is zo duidelijk waar het hier om
draait: het laatste stukje."
foto Mechteld Jansen