Weet je hoe wij onszelf noemen? De die hards! spectrum 4 i mei 15 mei Zaterdag 19 december 2009 (vervolg van pagina.. Nieuwe bewoners wordt gevraagd of ze kennis willen maken met de geestelijk verzorgster. Bij het hospice is dat humaniste Eveline Blanckaert. Het overgrote deel van de bewoners kiest daar voor. „Vaak kom ik het geloof in of dé hoop op een leven na de dood tegen. Maar wat ik nog meer tegenkom, bij alle levensoriëntaties, is twij fel. Een klein deel meent zeker te weten dat er na de dood niets is." Soms komen ze voor antwoor den. „Ik geef dat terug. 'Wat denkt u zelf?' Ik wil mensen mijn waarheid niet opleggen." Ze vermoedt dat uiteindelijk alles losgelaten moet worden. Twijfel, hoop. „Maar kun je daar ooit los van komen? Ik ben nog nooit zo ver ge weest, als mens." Helemaal aangekleed zit Ad in een stoel bij het raam, breed glimlachend. Hij klinkt niet meer vermoeid, hij heeft geen pijn meer. De tabletjes die de dokter hem heeft voorgeschreven hebben de tumor in zijn hoofd doen slinken. En daar mee zijn ook de verlammingsverschijnselen ver dwenen. „Kijk", zegt hij, en beweegt zijn vingers. „Morgen gaan ze een mri-scan doen, om te kij ken waar de tumoren precies zitten. Hopelijk is het een grote, daar kunnen ze wat mee." Over een week komt de uitslag van de mri-scan. Een week. Daarin kan veel gebeuren. Annemarie de Koster werkt sinds drie jaar in het hospice. „Het is een voorrecht hier te mogen wer ken, omdat alles wat ik hier doe, een meerwaar de heeft. Van een kopje koffie voor een dochter tot de lichamelijke zorg. Mensen zijn heel echt hier, familie is heel echt. Alles wat onbelangrijk is, valt hier weg. Tijd is niet meer belangrijk. Hier heeft tijd een ander perspectief gekregen, je hebt tijd om er voor de mensen te zijn." De drempel om iemand naar een hospice te brengen, is hoog. „Het is zo duidelijk waar het hier om draait: het laatste stukje. Maar dat maakt het ook makkelijker. Je hoeft er niet meer om heen te draaien." Iedereen wil het liefste thuis sterven, denkt Anne marie. „Het ligt er natuurlijk wel heel erg aan of dat mogelijk is, wat voor medische zorg je nodig hebt en niet te vergeten of je mensen om je heen hebt op wie je een beroep kunt doen. Die moe ten het wel aankunnen. Als je elke nacht een paar keer je bed uit moet, gaat vermoeidheid een grote rol spelen. Maar als vader of moeder heeft gezegd heel graag thuis te willen sterven, is het heel moeilijk anders te beslissen. Dan komen er schuldgevoelens. Heel vaak zie je, als die drempel eenmaal genomen is, opluchting. Kinderen en partners kunnen weer gewoon zoon, dochter, echtgenoot zijn in plaats van zorger, regelaar, or ganisator. En er is waardering voor wat wij de pa tiënt bieden: rust, veiligheid." Ad, met kleinkinderen Jack en Jill, aan tafel met Liesbeth. „Je hebt elkaar nodig." cd-speler. Er is een computer in de huiskamer en een laptop voor wie op zijn kamer wil compute ren. De kamers zijn ruim, met eigen badkamers. Bezoek is altijd welkom - ook 's nachts - en kan blijven logeren op de kamer zelf of in een aparte logeerkamer. De tuin is rolstoeltoegankelijk en met windschermen wordt gezorgd dat de bewo ners altijd uit de wind en de zon kunnen zitten. En dan zijn er nog de kleine dingen: de verse bloemen, het schaaltje met koekjes op tafel, de hand op de arm. Iedere bewoner heeft zijn eigen kamer, privacy is een eerste gebod. Maar er is ook veel contact. Dat begint 's morgens met het ontbijtje op bed of in de woonkamer, eventueel ondersteuning tijdens het douchen of wassen. Verpleegkundige Anne marie: „Tijdens die zorgmomenten komen vaak dingen los. In dat laatste stukje van een mensen leven draait het ook om verwerking. Emoties spe len een belangrijke rol. Dat stukje geestelijke zorg neem je vanzelf mee. Je staat daar aan het bed niet alleen die pijn te bestrijden of die wonden te verzorgen." overbelaste familie. Maar ook het hospice kan van het ene op het andere moment 'vol' zijn: alle vijf de kamers bezet. Dan loopt er opeens zo maar een man of tien familie en vrienden van be woners rond, verspreid over de kamers, de huis kamer en de tuin. De zorg is hier high care: dat wil zeggen dat er 24 uur per dag zeer persoonlijke en specialistische 8 mei verpleegkundige hulp is. „Wij zijn hier helemaal ingericht op zieke mensen. Sinds kort hebben we een speciale badkamer. Je kunt met behulp van de tillift in bad gaan. Er is ook een douchebran card. We kunnen er kaarsjes branden, er zijn extra grote badhanddoeken, we kunnen een lichaamsmassage geven", zegt de verpleegkundi- Ad komt zelf de deur opendoen. Nog wel met een looprek, voor de zekerheid. De pilletjes heb ben hun werk gedaan, vier bestralingen deden de rest. „Alle lichaamsfuncties werken weer!" Voor wie dat wenst, komen pedicure, kapper en manicure aan huis. Er is op elke kamer tv, een Het gebeurt wel vaker dat bewoners door de rust en de aandacht helemaal opbloeien. In het zie kenhuis is het vaak veel onrustiger, thuis is de si tuatie ook niet altijd ideaal, met overbezorgde of De onvoorspelbaarheid van het leven verbijstert hem. Hij heeft weer lichtjes in zijn ogen, iets kwieks gekregen. Het laatste zonlicht strijkt over het terras, een thermometer wijst 24 graden aan. De lente is prachtig en Ad leeft niet meer van mi nuut tot minuut maar van belangrijke datum naar datum. „De dokter heeft gezegd, we gaan nog even kijken hoe het gaat met dat pilletje. Een dag of veertien, om te kijken of er ook bij werkingen zijn. En op 10 juni heb ik een afspraak met de longarts. Die zei: misschien kun je wel weer chemo hebben, want je bent zó aange sterkt." Dat is zo. Het hospice heeft hem goed ge daan, hoe gek het ook klinkt. De kilo's vliegen er aan, de kleinkinderen zijn blij: „Ze zeggen: opa, we kunnen weer aan je trekken! Ik ben niet meer zo breekbaar." Om 12 uur doet verpleegkundige Sophie de medi cijnronde, vrijwilligster Ria zet nieuwe bloemen neer. „Ik zag vanmorgen dat ze niet mooi meer waren. Dat mag niet." En iedereen krijgt zijn eigen warme maaltijd, aan gepast aan het eigen dieet. Vóór het uitdelen, gaat Ria alle kamers af, om te informeren naar de wensen. Dat kan ook een boterham zijn, en dan

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 92