De mannen achter ESMA 'Voorheen is alleen de top van de junta veroordeeld, nu betreft het donderdag 10 december 2009 de gehele keten: van de hoogste officier tot de laagste soldaat' 11 Emilio E. Massera Jorge Eduardo Acosta Alfredo Ignacio Astiz 10 december 1990 Menem verleent pardon aan al le veroordeelde militairen, on der wie Videla en Massera. 6 september 2005 Het Argentijnse hooggerechts hof verklaart de Obediencia Debida-wet in strijd met de grondwet. Ook de pardons worden verworpen. 10 december 2007 Een dag voordat de rechter zijn vonnis zal uitspreken, wordt Fé- bres dood gevonden in zijn cel. In zijn bloed zitten sporen van cyaankali. oktober 2007 Héctor Fébres is de eerste oud-militair die terechtstaat voor mensenrechtenschendin gen begaan in de ESMA. 11 december 2009 Start van de tweede rechtszaak wegens mensenrechtenschen dingen in de ESMA. Negentien oud-militaireri moeten voorko- Argentijnse justitie Geboren op 19 oktober 1925. Admiraal en comman dant van de Argentijnse marine. Maakte deel uit van het driekoppige leiderschap van de militaire junta die in maart 1976 de macht greep. Codenaam 'Zero'. Wordt gezien als het brein achter het detentie- en mar telcentrum in de ESMA. Werd vooral berucht door het onteigenen en het in be slag nemen van eigendommen van de gevangenen. Die speelde hij voor een deel door aan de beulen van de ESMA. „De jongens moeten worden gecompen seerd voor de risico's die ze lopen", zou Massera vaak hebben gezegd. De admi raal is verantwoordelijk gesteld voor onder meer de dood van drie Italianen in 1976 en 1977 en de toe-eigening van de baby van één van hen. Werd na de val van de junta in 1983 tot levenslang veroordeeld, maar profiteerde in 1990 van de amnestieregeling die de toenmalige Argentijnse president Carlos Me nem doorvoerde. Werd in 1998 opnieuw gearresteerd, maar hoeft tijdens het ESMA-proces niet terecht te staan: omdat hij in 2004 een herseninfarct kreeg, werd Massera in maart 2005 ontoerekeningsvatbaar verklaard. Wel begon eind september dit jaar in Italië een proces tegen hem. Daarnaast kende de ESMA een kraamkliniek. Militairen gaven de baby's die er ter wereld kwa men aan collega's of families met dezelfde denkwijze. De biologische moeders werden vermoord. Bovendien runden de Taakgroepen vanuit de ESMA een systeem dat erop was gericht zich alle bezittin gen van verdwenen slachtof fers toe te eigenen. Vanwege al deze misdaden is 'het gebouw met de vier zui len' - vlakbij het stadion waar in 1978 de WK-finale werd ge speeld - in Argentinië een be langrijk symbool van het kwaad tijdens de laatste dicta tuur. Ook omdat één van de kopstukken daarvan, admiraal Emilio Massera, de sterke man was achter de ESMA (zie ka der). Het grote aantal slachtoffers en daders heeft onderzoeksrechter Torres ertoe doen besluiten de ESMA-zaak in stukken te hak ken. Vanaf vrijdag staan de eer ste negentien oud-militairen te recht. Eén van is Alfredo Astiz, de 'Blonde Engel des Doods' ge noemd. Hij infiltreerde in de organisa tie van de Moeders van Plaza de Mayo, hetgeen in 1977 leid de tot de verdwijning van tien van hen, onder wie oprichtster Azucena Villaflor (zie kader). Als de rechters een vonnis heb ben uitgesproken over de eer ste negentien verdachten, komt een groep van 28 oud-militai ren aan de beurt. „Deze rechts zaak is breder dan anderen", zegt een bron bij de Argentijn se justitie. „Voorheen is alleen de top van de junta veroor deeld, nu betreft het de gehele keten: van de hoogste officier tot de laagste soldaat." Ook het dossier van de Argen tijns-Nederlandse piloot Julio P., verdacht van het uitvoeren van vluchten des doods, is op genomen in de megarechts- zaak. P. werd eind september in Spanje gearresteerd, waarna Argentinië om uitlevering vroeg. Vandaag dient in Neder land echter een kort geding, waarin P. vraagt om uitlevering aan Nederland. Mocht P. toch worden uitgele verd aan zijn geboorteland, dan zal onderzoeksrechter Tor res proberen te bewijzen dat hij deel heeft uitgemaakt van de ESMA-organisatie, die erop was gericht tegenstanders van het militaire regime fysiek te elimineren. De piloten die de vluchten des doods uitvoer den, waren dé laatste schakels in die keten. Geboren op 27 mei 1941. Hoofd van de beruchte Werkgroep 3.3.2 van de ESMA en van het detentiecen trum daar. Bijnaam 'De Tijger'. Zou opdracht hebben gegeven tot martelingen en moorden binnen de muren van de ESMAAls baas van Astiz was Acosta verant woordelijk voor de verdwijning en marteling van en moord op Azucena Villa flor de Vicenti, Dagmar Hagelin en twee Franse nonnen. Zou samen met zijn collega's zo'n vijfduizend ontvoerings- en moordzaken op zijn geweten hebben, onder meer die waarbij slachtoffers vanuit een vliegtuig op grote hoogte (ge drogeerd) in de oceaan werden gegooid. Getuigen noemden Acosta een psycho paat. Het ene moment kon hij een gezochte gevangene kussen, blij als hij was hem op de marteltafel te zien liggen, het andere moment schakelde hij de elek troshockmachine naar een steeds hoger niveau, zijn gezicht verwrongen door concentratie. Ontkende tijdens een civiel proces in 1986 doodleuk dat hij iets wist van gevangenen in de ESMA. Ontkende later zelfs dat het instituut een de tentiecentrum was geweest. Profiteerde in 1987 van de amnestieregeling, maar werd opnieuw opgepakt, nadat de Argentijnse rechter in augustus 2 006 besloot de ESMA-zaak te open. Geboren op 8 november 1951. Kapitein en inlichtin genofficier van de Argentijnse marine. Kreeg als bij naam 'Blonde Engel des Doods'. Specialiseerde zich in het infiltreren van mensenrechtenorganisaties in Argen- tinië. Was verantwoordelijk voor en nam deel aan hon derden ontvoeringen van tegenstanders van het regime van generaal Jorge Vi dela. Was volgens één van zijn slachtoffers een 'charmante man die de ontvoer den bijna nooit martelde of vermoordde, maar die hen overdroeg aan andere ESMA-beulen'. Zou betrokken zijn geweest bij de gevangenneming en marte ling van en moord (door een schot in het achterhoofd) op de 17-jarige Zweed se Dagmar Hagelin begin 1977. Aan het eind van dat jaar ontvoerde hij twee Franse nonnen, martelde hen door hen te slaan, hen enorme hoeveelheden wa ter toe te dienen en hen op borsten en genitaliën elektroshocks toe te dienen. Hun lichamen werden later gevonden samen met dat van Azucena Villaflor de Vicenti, oprichtster van de Dwaze moeder van de Plazo de Mayo. Ook zij was door Astiz in 1977 ontvoerd. Werd in 1990 bij verstek in Frankrijk tot levens lang veroordeeld, vervolging in Argentinië zelf mislukte tot aan het ESMA-pro- de beruchtste martelcentra van Zuid-Amerika. september 2003 De Obediencia Debida-wet wordt door het Argentijnse con gres ongeldig verklaard. De rechtszaken tegen voormalige militairen worden hervat. -v - -

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 11