Oorlogsleed Bosnië is nog schrijnend
Georgiërs werden thuis als helden ontvangen
VERKRACHTINGEN Zij lijden in stilte, diep in hun hart
maandag 7 december 2009
door Carel Goseling
Alles in Bosnië-Her-
zegovina is politiek.
Zelfs de slachtoffers
van de oorlog. Ook
die worden gebruikt
in politieke gevechten." Teufika
Ibrahimefendic (61) walgt ervan.
De klinisch psychologe uit Tuzla
maakt zich druk over het lot van
de twintig- tot vijftigduizend vrou
wen die gedurende de oorlog van
1992 tot 1995 werden verkracht
'niet alleen door Serviërs maar
door alle militairen en door heel
Bosnië-Herzegovina'.
Exacte gegevens over het aantal
slachtoffers en de daders zijn er
bijna vijftien jaar na de oorlog nog
steeds niet. Er bestaat geen centra
le databank. De Bosnische Ser
viërs, Kroaten en moslims houden
er allemaal hun eigen waarheid en
wetgeving op na. Op federaal ni
veau wordt er niet samengewerkt.
In het algemeen is er weinig aan
dacht voor de vrouwen die tijdens
de oorlog slachtoffer werden van
seksueel geweld.
Ibrahimefendic tracht via de stich
ting Viva Zene iets voor de vrou
wen te doen. Op hetzelfde terrein
is Stanojka Tesic (47) ook actief
maar dan in Bratunac en omge
ving via de organisatie Forum Ze-
na. Steun van de overheid krijgen
ze niet. Buitenlandse donoren zor
gen ervoor dat beide dames actief
kunnen zijn. De hulp die zij gratis
kunnen verlenen is echter niet
meer dan een druppel op een
gloeiende plaat, zoals ze ook zelf
toegeven.
Ibrahimefendic: „Dat komt ook
omdat de vrouwen zelf geen hulp
vragen. Ze lijden in stilte, diep in
hun hart. Ze kunnen hun leed
niet delen. In de oorlog kon je wel
zeggen dat je verkracht was, daar
na niet meer. Sindsdien heerst het
grote zwijgen. In een traditionele
maatschappij als die in Bosnië kun
je er niet over praten. Veel vrou
wen dachten dat ze er zelf wel uit
kwamen. Dat het gevoel van
schuld en schaamte met de tijd
In Zalazje in Bosnië is bijna vijftien jaar na de oorlog het tachtigste massagraf geopend. Het verleden blijft het zwaar verdeelde land achtervolgen. Nog
steeds zijn er geen voorzieningen voor oorlogsslachtoffers. Ook niet voor de naar schatting vijftigduizend verkrachtte vrouwen. foto Amel Emric/GPD/AP
wel zou weggaan. Maar de tijd
heelt de wonden niet."
De betrokken vrouwen zijn een
zaam en depressief, vaak angstig.
Ze isoleren zich, gaan contacten
met medemensen uit de weg, ken
nen emotionele problemen. Tesic:
„Ze worden van binnen geterrori
seerd. Ze hebben problemen met
zichzelf herkennen hun eigen han
delingen niet. Ze vallen ineens uit
naar hun naasten, hebben explosie
ve reacties, woede-uitbarstingen.
Als ze dan al hulp zoeken is vaak
de eerste vraag die ze stellen 'waar
om ben ik niet aardiger?' Pas als ze
een verbinding maken met hun
verleden en de ervaringen van
toen krijgen ze langzaam weer con
trole over hun gedrag en hun le
ven."
Officiële hulpinstanties zijn er niet
voor de vrouwen. De meesten heb
ben ook geen vaste baan of inko
men. Een verzekering tegen medi
sche kosten is onbetaalbaar. Vaak
ontbreekt zelfs een sociale uitke
ring. Een aantal van de vrouwen is
getrouwd doch de meesten zijn
door hun man en kinderen verla
ten. Tesic: „Ze zijn schuldig bevon
den door hun eigen gezinsleden."
Veel van de daders bezetten van
daag hoge politieke, ambtelijke of
militaire functies. Hun verleden is
nooit nagetrokken. Politie en justi
tie maken zich ook niet druk over
de opsporing van de daders. In dit
kader hekelen Ibrahimefendic en
Tesic ook het optreden van het Joe-
goslavië-Tribunaal in Den Haag en
de speciale rechtbank voor oorlogs
misdaden in Sarajevo. Beide in
stanties besteden nauwelijks aan
dacht aan seksueel geweld als oor
logsmisdaad.
Het lot van de rechtbank in Saraje
vo hangt overigens aan een zijden
draad. De Bosnische Serviërs wil
len de contracten van de buiten
landse juristen bij de rechtbank -
33 procent van het personeelsbe
stand - niet verlengen. Daardoor
valt het werk van de in 2005 opge
richte rechtbank na 15 december
vrijwel compleet stil. Kwade ton
gen beweren dat dit ook de bedoe
ling van de Bosnische Serviërs is.
Die willen geen effectieve recht
bank om hun misdaden tijdens de
oorlog bloot te leggen. Afgelopen
week werd in Bosnië het tachtig
ste massagraf geopend. Er liggen
waarschijnlijk duizend lijken, ge
tuigen van de slachting rond Srebr
enica. Van de volgens Bosnische
gegevens 8372 slachtoffers zijn er
tot nu toe 6186 geïndentificeerd.
door Olaf Koens
De veteranen van de Ge
orgische opstand op
het eiland Texel tijdens
de Tweede Wereldoor
log zijn opgespoord door de Neder
landse documentairemaker Ar
nold van Bruggen (30). Zaterdag
ging de film die hij over hen maak
te in Tbilisi in première, de 89-jari-
ge hoofdpersoon was erbij.
Grisja Baindoerasjvili (89) is met
zijn tweede vrouw en een aantal
kleinkinderen naar de première ge
komen. Net als zo'n achthonderd
landgenoten werd hij tijdens de
Tweede Wereldoorlog krijgsgevan
gen genomen en diende hij in een
Georgisch bezettingsleger in Duit
se dienst op het eiland Texel. Som
mige Georgiërs verkozen Duitse
dienst boven de strafkampen; an
deren sloten zich vrijwillig aan bij
de Duitsers in de hoop dat Hitier
de Sovjet-Unie zou bevrijden.
Maar toen het Georgische bataljon
op Texel te horen kreeg dat ze te
gen de geallieerden in Arnhem
moesten vechten kwamen ze in
opstand. In één nacht brachten de
Georgiërs ruim vierhonderd Duit
se militairen om het leven.
Hoewel de bevrijding van Neder
land in zicht was, vochten de Geor
giërs ruim vijf weken een guerrilla
oorlog uit, een opstand die aan 117
Texelaars, ruim vijfhonderd Geor
giërs en honderden Duitsers het le
ven heeft gekost.
Filmmaker Arnold van Bruggen
bracht zijn jeugd op Texel door,
waar de rode Sovjetvlag gebroeder
lijk naast de Nederlandse drie
kleur wapperde. Pas op latere leef
tijd is hij zich gaan verwonderen
over de Georgische helden in na
zi-uniformen.
„Voor de Georgiërs is het een hel
denverhaal, in Nederland is deze
episode nagenoeg onbekend. De
pijn van het eiland is pas jaren la
ter tot uiting gekomen", legt hij
uit.
Van Bruggen nam ruim zestig uur
aan interviews op, waarbij veel ei
landers hun verhaal vertellen. Hoe
wel sommige eilanders de Geor
giërs nog altijd als bevrijders zien,
leggen veel inwoners uit dat vol
gens hen de opstand niet nodig'
was. Texel was tot die tijd relatief
rustig en heeft tijdens de oorlog
geen honger geleden.
De film ging twee weken geleden
op het filmfestival IDFA in Amster
dam in première en draaide afgelo
pen weekeinde voor het eerst in
Tbilisi.
Met de steun van de lokale bevol
king hielden de Georgiërs zich na
hun opstand schuil in de bossen.
Pas eind mei 1945 maakten de Ca
nadezen een einde aan de oorlog.
In samenwerking met de Commu
nistische Partij Nederland gaven
de Canadezen de Georgiërs de be
nodigde papieren om terug te ke
ren naar de Sovjet-Unie. Terwijl
de meeste collaborateurs door de
Sovjet-Unie werden gefusilleerd of
lange gevangenisstraffen moesten
uitzitten, werden veel Georgiërs
als helden ontvangen.
„De terugkeer was niet gemakke
lijk, maar het viel mee", herinnert
Baindoerasjvili zich. „We gingen
met transporttreinen door Duits
land. In Bakoe moesten we van de
Sovjets aan het werk in een chemi
sche fabriek. Maar we waren parti
zanen, we hebben de benen geno
men." De veteraan bracht de rest
van zijn leven door als restaura
teur in Kazbegi, een stad aan de
voet van een berg in het noorden
van Georgië. In 2005 bezocht hij
samen met de Georgische presi
dent Michail Saakasjvili de herden
king op Texel.
In de film zwaait een andere vete
raan, Evgeni Artemidze (89) met
zijn vuist. „We hebben nooit gewe
ten dat de Duitsers wraak zouden
nemen op de eilanders."
Volgens Van Bruggen was het
moeilijk de Georgische overleven
den in te laten zien dat men op
Texel zich de opstand niet altijd
positief herinnert. „We hebben
het in sommige gevallen wel tien
keer moeten vragen", legt hij uit.
Omdat tijdens de vertoning in Tbi
lisi president Saakasjvili een ande
re bioscoop bezocht, werd halver
wege de film beslag gelegd op de
digitale projector. Arnold van
Bruggen kon ternauwernood voor
komen dat de film werd stopgezet.
Het Georgische publiek reageerde
overigens goed op de film.
„Bij ons zijn de meeste films mora
listisch", legt een oudere vrouw
uit. „In deze film blijft de waar
heid in het midden liggen, ieder
een heeft zijn eigen herinnering
aan de oorlog. Er is geen absolute
waarheid, en dat is in Georgië bij
zonder."