9 spectrum
TEGENDRAADSE OVERL
EVER
Zaterdag 5 december 2009
riep iemand in de zaai: 'Die man is ziek'.
Dat sloeg dus op mij. Ik vond dat fantas
tisch.
„De waarde die ik aan discussie hecht,
komt rechtstreeks voort uit de oorlog.
Toen werd de waarheid beslist door een
meerderheid van stemmen en tegenspraak
werd niet geduld. Ikzelf ben als kind ont
snapt aan de gaskamer, maar miljoenen
mensen zijn de dood ingejaagd, puur door
dat er ménsen waren die hele groepen in
één richting lieten denken. Allemaal zaten
ze op dezelfde lijn. Als je dat hebt meege
maakt en verwerkt, weet je wat het belang
is van debat en discussie.
„Ik houd nog steeds lezingen en als ik dat
érgens voor doe, is het wel om de mee
gaandheid zoals die er toen was zo veel
mogelijk op afstand te houden. Ook in de
samenleving van nu is die meegaandheid
zichtbaar. Er heerst op veel plaatsen een
cultuur waarbij regels regels zijn, waarvan
niet mag worden afgeweken. Dit mechanis
me zit veel dieper in de maatschappij dan
we eigenlijk willen toegeven."
Heertje vertelt over onderwijzers die van
managers opdracht krijgen leerlingen een
hoger cijfer te geven omdat de school dan
beter te boek zou staan. Over psychiaters
die op facturen het ziektebeeld van een pa
tiënt moeten vermelden en wat ze eraan
gaan doen. Over verplegers die hooguit
3 minuten voor een patiënt mogen inrui
men. „Zij moeten het op een akkoordje
gooien met hun eigen integriteit. Ik vind
dat afschuwelijk. Ik heb me heel lang over
de oorlog afgevraagd hoe dat allemaal kon
gebeuren. En hoe meer wantoestanden ik
in de huidige samenleving zie, hoe beter ik
het verleden begin te begrijpen. Bevel is be
vel, wie daar niet aan voldoet, wordt eruit
gegooid.
Heertje: „Je ziet over een breed front dat
mensen in een afschuwelijke positie ko
men. In de huidige samenleving worden
mensen op een verschrikkelijke manier ge-
bruskeerd, door bureaucratie bij onderne
mingen, bij gemeenten, door allerlei proce
dures. Het begint al bij de telefoon. Als ik
een klacht heb over iets en ga bellen, krijg
ik eerst een keuzemenu met negen moge
lijkheden en ben ik geheel afhankelijk van
wie ik aan de lijn krijg. Het menselijke is
niet meer zichtbaar, men wordt van het
kastje naar de muur gestuurd. Er is sprake
van dehumanisering. Deze werkelijkheid
wordt door de politiek, niet als zodanig be
noemd, terwijl dat wel zou moeten. Dat
kan ook, bijvoorbeeld door concreter te
worden in het debat over normen en waar
den. Helaas wordt die discussie nu maar
heel oppervlakkig gevoerd."
Arnold Heertje is ondanks zijn 75 jaar niet
van plan op zijn lauweren te rusten, ook
niet na de uitreiking van de Mr. N.G. Pier-
sonpenning. Hij ziet de prijs niet zozeer als
bekroning maar meer als een mijlpaal en
bovenal als erkenning. Bij tijd en leven wil
hij de welvaartstheorie nog verder uitwer
ken.
„Ik denk aan de theorie over met-reprodu
ceerbare goederen. Daarbij gaat het om
goederen die je niet kunt vervangen zoals
natuurschoon of monumenten. Heel actu
eel met het oog op duurzaamheid, maar
ook voor mij persoonlijk van grote beteke
nis."
Na een lange stilte: „Ik kan het niet loszien
van het jodendom, dat ondanks de ver
schrikkingen overeind is gebleven. Veel
mensen zijn in de oorlog omgebracht en
zijn niet reproduceerbaar. Het jood zijn
heb ik altijd gezien als bron van inspiratie
en als voorrecht. Als je ziet wat het joden
dom voortbracht aan cultuur, kunst en we
tenschap, dat is onvoorstelbaar. Mijn ver
bondenheid is in de loop der jaren alleen
maar sterker geworden. Ik ben opgegroeid
met het verlies van mijn naaste omgeving,
mijn grootmoeder en mijn nichtje en haar
ouders heb ik na de oorlog niet meer terug
gezien. Ik zie mezelf als overlever."
a reageren?
spectrum@wegener.nl
foto's David van Dam/CPD
Prof. dr.
Arnold Heertje
Geboren: op 19 februari
1934 in Breda.
Student economie in Amster
dam van 1951 tot 1956,
studeert cum laude af.
Promotie in 1960 met
proefschrift prijstheorie
oligopolie.
Van 1958 tot 1968 docent
aan Joods Lyceum Maimoni-
des, Amsterdam.
Schrijft De kern van de econo
mie (eerste druk 1962).
Hoogleraar staathuishoud
kunde aan Universiteit van
Amsterdam van 1964 tot
1999.
Bijzonder hoogleraar
Geschiedenis Economische
Wetenschap aan UvA van
1997 tot 2006.
Lid van de Koninklijke
Nederlandse Academie van
Wetenschappen.