taan op het water Beestachtig dinsdag 1 december 2009 foto Dirk-Jan Cjeltema teem. „Normaal gesproken is in de polders het zomerpeil van het wa ter 20 centimeter hoger dan in de winter. In Tureluur is het juist an dersom", zegt Cent van Dijk van Waterschap Zeeuwse Eilanden. „Daar staat het water 's winters juist 20 centimeter hoger, maar er zijn ook gebieden zoals de Suzan- na en Stoffel Kistersinlaag waar zo mer en winter veelal hetzelfde wa terpeil is." Het speciale waterregime is nodig om het natuurgebied geschikt te houden voor verschillende vogel soorten. „Broedvogels gaan op die natte gebieden broeden en het wa ter hoog houden in de winter is ook bedoeld om ongedierte te ver wijderen." Bovendien vinden veel vogels in de winter in Tureluur een perfecte plek om te rusten. De moeilijkheid bij dit omgekeer de waterpeil is te voorkomen dat omliggende akkers en graslanden van boeren overlast hebben. Daarom wordt het water binnen het natuurgebied gehouden door sloten. „En sommige stukken land zijn opgehoogd en er is drainage aangelegd", zegt Van Dijke. „In sommige delen is het niveauver schil tussen het omliggende land en het natuurgebied wel een me ter." Het water in het natuurge bied is zilt. Kwelwater wordt van uit de kwelbuizen het gebied rond gepompt door sloten en duikers met hulp van kleine windmolen tjes. Het zilte water zorgt er voor dat specifieke begroeiing - zoals zeekraal - behouden blijft. Tureluur heeft ook een functie tij dens wateroverlast en dient dan als waterbuffer. Als er sprake is van heel veel regen en de akkers lo pen onder, kunnen de stuwen dicht gezet worden. „Dan kunnen de gemalen eerst het water afvoe ren van de lager gelegen gebie den", zegt Van Dijke. Vanaf de uitkijktoren bij Moriaanshoofd heeft men een weids uitzicht over Tureluur en de Oosterschelde. foto Ronald den Dekker In de zomermaanden grazen er koeien in het natuurgebied. foto Dirk-Jan Cjeltema De zeewering bij laag water herbergt een boeiende fau na. Als jongens zochten wij naar allerlei diertjes tussen en onder de losse stenen aan de voet van de glooiing. Alles wat daar maar te vinden was trok onze aan dacht. Zo ook de glibberig uitziende groene of roodbruine propjes die in kleine waterplasjes te vinden waren, de zeeanemonen ook wel paardeanemonen genoemd. Op het eerste gezicht zit er maar wei nig leven in de onaanzienlijke klontertjes. Zoals zo dikwijls in de natuur is dit bedrieglijk. Zodra de vloed de voet van de dijk overspoelt komt de paardeanemooon tot leven. Met de verwante zeedahlia en zee anjelieren worden ze ook wel de bloemen van de zee genoemd. Ze hebben die naam niet voor niets gekregen. Uit het miezerige propje, dat overigens uit kan groeien tot een hoogte en breedte van circa 5 centimeter, soms nog groter, komen maximaal 190 tenta kels van ongeveer één tot twee centimeter lengte. De zeeane moon komt tot 'bloei'. Ook alweer zo'n bedrieglijk gebeu ren, want kleine visjes en garna len worden bestookt met netelcel- len zodra ze met de tentakels in aanraking komen. De prooi wordt hierdoor verdoofd en vervolgens naar de mondholte midden tus sen de tentakelkrans gebracht, waarna langzame vertering plaats vindt. Een gedrag dat we zeker niet met bloemen in verband brengen. Wat we ook niet zouden verwachten is dat de dieren, want dat zijn het, zich kunnen verplaat sen. Sterker nog: ze houden er zelfs een territorium op na. Komt een anemoon te dicht in de buurt van een soortgenoot dan worden de blauwe blaasjes net onder de tentakelkrans uitgestulpt en tre den de zich daarin bevindende ne- telkapsels in werking. Daarmee be stoken ze elkaar. Meestal wint het grootste exemplaar. De ander maakt zich uit de 'voeten' tot bui ten het bereik van de tentakels van zijn rivaal. Duikers nemen maar zelden de 'bloei' van paardeanemonen waar. Dit komt omdat ze zich meestal op de grens van de getijdenbewe ging ophouden. Op grotere diep ten komen ze niet voor. Overigens is de 'bloei' ook voor de beschou wer aan de glooiing maar zelden te zien, omdat de dieren bij eb niet actief zijn.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2009 | | pagina 83